'W
J. A fdeel, zou öp den Oever niet kunnen loopen om Gras
Vin. te eeten,.in<pgi|#5Ê geene Voorpootp had,
Hp.OFp*
SïUK.. .
en de Agterpöbtén, <Jje aan de Huid Uitgevonden
zyn, kunnen-ingetrokkenzyng<&|||&, ge-
lyk in andere Dieren van dergelyke Soort,’ of
gefatfoenéerd als die der Robben, enz. Om
kort te gaan, hy verbeeldt z ig , dat de Befchry-
vingen van dit Dier, tót nog toe, zeergebrek-
kelyk zyn geweefL R a y zegt, fcheitzende,
dat, zo D io g e k e s de Lamentin gekend had,
hy geen Haan zou hebben behoeven de Veders
af te plukken, om een tweevoetig Dier te hebben
zonder Pluimen; dewyl dit Dier daar van
een Voorbeeld uitlevert, zo zeldzaam in het
Ryk der Natuure.
Die duifterheden zyn, door het onderzoek der
hedendaagfche Reizigers, eenigermaate opge-
helderd. Pater L a b a t verhaalt, in zyne R e izen
naar de Weftindifche Eilanden , dat hy
een Wyfjes Lamentin op ’t Strand zag brengen
, welke de Negers geharpoeneerd hadden.
„ Deeze Vifch, (zegt h y ,) zoekt de plaatfen
„ daar Rivieren zyn, om dat hy een-ofcwee-
„ maal ’s daags zoet Water komt drinken, na
„ dat hy zeker Kruid gegeten heeft, ’ c welk
„ op den bodem van de Zee groeit: maar hy
,, loopt weg> zo dra hy het minfte geraas
„ hoort, want hy is zeer fchuuw, en heeft
„ het Gehoor zeer fcherp, doch een flegt Ge-
„ zigt. De Spanjaarden noemen Manatee o f
„ Manati, 't geen wy hamentin noemen; als
i ee
Verhaal
van Pater
Labat.
een Vifch die Handen heeft. Men zondo I.Afdee
„ naar myn oordeel, dit Dier gevoeglyk VlIK
,, Koe kunnen heeten; want ten opligt van de
Keel, de Uijers, de manier om Jongen te
„ werpen, en die te zoogen , heeft het veel
„ overeenkom!! met de Koebeeften. Ik mat
„ deeze, en bevondt z e , van t enddesMuils
„ tot aan het begin van de Staart, veertien Voe-
„ tem negen Duimen lang s zyn ie *het Lig-
„ haam, tot daar aan toe, volmaakt rond van
„ omtrek. De Kop was grpot, de Muil. wyd
„ met dikke Lippen, en eenige lange ruuwp
„ Borftels boven aan:, de Oogcn waren zeer
,, klein, naar de grootte van den Kop , en de
‘ Qoren fcheenen niet, anders te zyn dan twee
kleine Gaten: de Hals is zeer dik en kort,
„ en, zonder een kleine beweeging, die’tzel-
„ ve den Kop een weinig doedt buigen, zou't
„ niet mooglyk zyn den Kop van ’c L y f te on-
„ dcrichciden. Ik weet niet, hoe men 8en
,, naam van Voeten of Handen heeft kunnen
geeven aan twee Vinnen, die zy een weinig
„ beneden den Hals heeft, leggende tegen dep
„ Buik aan ; waar van fomraïge S^hryvers voor-
,, geeven, dat dit Dier zig bedient om- zig
„ langs den Grond voort te fleepen. Men moet
hetzelve,, om ’er dus van‘ te Ipreeken, nooit
hebben gezien. Voor eerft: ’t is ’er zeer
„ ver van daan , dat deeze Boenen of Armen
„ in ftaat zouden zyn om een zo zwaar Lig:
haam op te houden of langs de Aarde te doen
, I..DKEL. 1 S t u k , G g 3 « be