I. Afdeel, te verminderen. Derhalve moeten zodanige Kift-
I I . Hoofd. deren, wien vryheid gelaten wordt om hunne
stuk. Leden naar welgevallen te beweegen, fterker
zyn van natuur , dan de genen die gebakerd
worden. Om deeze reden was- het,, dat de oude
Peruviaanen aan de Kinderen de Armen vry
lieten in een zeer wyde Bakerkas, en, wanneer
zy ze ’er uithaalden, zetten zy ze los en vry
in een Gat, in de Aarde gemaakt en met Doeken
bekleed, daar zy met het halve L y f uitfta-
ken. Op die manier, naamelyk-, hadden zy de
Armen vry, kunnende hun Hoofd beweegen en
hun Lighaam buigen naar believen, en leerende
dus op hunne Beentjes ftaan, zonder gevaar van
te vallen o f zig te kwetzen. Zo dra zy in ftaat
waren om een Voet te verzetten, boodt men ze
het Borft een weinig van verre aan, als een uitlokking
om de Kinderen tot loopen te verplig-
ten. De jonge Negertjes zyn fomtyds in een
• plaatzing, die hun veel meer vermoeit, om te
zuigen. Z y omvatten een der Heupen van de
Moeder, met hunne Kniejen 'en Beenen, en
knellen die zo fly f, dat zy zig daar aan kunnen
ophouden, zonder dat de Moeder ze op de Armen
draagt: dan vatten zy een derBorften, die
zeer lang neerhangen, met de Handen, en zuigen
ze zonder ophouden en zonder te vallen,
niettegenftaande de verfcheiderley beweegingen
van de Moeder, die middelerwyl aan haar ge-
woone Werk blyft. Deeze Kinderen beginnen
met de tweede Maand te loopen, o f liever op
Knie-
Kniejen en Handen voort te kruipen, welke oe-1. Afdeel.
fening hun in ’t vervolg met gemak doet loo- II. Hoofd*
pen in dat Poftuur, byna even zo fnel als o p STUK'
de Voeten.
De nieuwgebooren Kinderen flaapen v e e l, De Vermaal*
hunne flaap wordt menigwerf afgebroken. noodte."
Z y hebben ook noodig dikwils Voedzel te gebruiken.
Men laatze, over dag, van twee tot
twee Uuren zuigen, en by nagt zo menigmaal als
zy wakker worden. Daar wordt een zeergroo-
te oplettendheid vereifcht om ze te helpen, of
liever moet men tragten, al het gene hun Ongemak
geeven kan , voor te komen, door een gedeelte
van hunne Luijers ten minfte twee o f
driemaal ’s daags, en zelfs, als ’e noodig is, by
nagt te verfchoonen. Deeze zorg is zo nood-
zaaklyk, dat de Wilden zelfs daar omtrent oplettende
zyn, fchoon haar het Linnen ontbreekt,
en zy zo dikwils de Bont-Vagten niet veranderen
kunnen , als onze Vrouwen hun fchooa
Linnen geeven. Dit gebrek vervullen zy , met
op bekwaame plaatien eenige Dingen te leggen
die gemeen genoeg zyn, om dezelve niet te behoeven
te bezuinigen. In het Noordelyk deel
van Amerika legt men, beneden in de Wiegen,
eeu goede veelheid van dat Stof, ’t welk uit
Hout valt dat van de Wormen is geknaagd; de
Kinderen worden op dit Stof gelegd enmetPel-
teryën bedekt: dit Stof trekt de Vogtigheid in
zig en men ververfcht het om zekeren tyd. Ons
I .D esl. j Stuk. L 3 HÖUt*