Inleiding. Zie hier op wat wyze die Grooten Man zig.
De grcwe daar omtrent uitdrukt (*); ,, AlleProefneemin-
lykheid van” gen, vooral op koude Dieren, bewyzen dat het
het Hart in Hart by uitftek’ aandoenlyk voor Prikkeling
Dieren. j» zy en veel meer dan de Darmen. Want, voor-
„ eerftjn een koudDier beweegt het zig veel lan,
„ ger dan eenig ander deel des Lighaams, zelf?
„ na de dood, fomtyds tot vierentwintig of dertig
„ Uuren, gelyk door Charas in een Adder -
„ ja zelfs langduuriger, gelyk in een Schild-
„ pad is bevonden. In een Dier 3 dat warm
„ Bloed heeft, beweegt het zig tot dat de Kou-
,, de het Vet verdikt heeft, ’t welk de gemeene
„ paal is, die de beweeging doet eindigen van
„ alle Spieren. In de Kikvorfchen heb ik opge*
„ merkt, dat derzelver Plait doorgaans in be-
,, weeging blyft, van ’s middags af tot ver in de
„ nagt, maar zelden tot den volgenden ogtend.
„ Ten anderen , als het Hart opgehouden heeft
„ zig te beweegen, kan het zeer gemakkelyk
„ weder in beweeging gebragt worden, door
„ ccnige uitwendige Prikkeling, hoedanig ook,
„ ’t zy met een Speld, een Mes, Zout, Ver-
„ gift, en fomtyds ook zelfs, gelyk de Heer
„ W oodward gedaan heeft, door enkel warm
„ Water. Het Oor van’t Hart, door eenVer-
„ gift getergd, heeft zig, verfcheide maaien ag-
„ tereen , famengetrokken. Even ’t zelfde
„ heb ik in het Hart gezien. Maar dikwils ge-
„ beurt
(*) In zyne Verhandeling de Irritalilitate.
beurt het in deeze Prikkelingen, door eenigInleiding,
„ Vergift te weeg gebragt, dat de beweeging,
die ’er uit voortkomt, zeer kortftondig z y ,
byna altoos is dezelve aan die plaats bepaald,
„ welke men geprikkeld heeft. De befte wy-
z e , om de beweegingen van het Hart weder
” op te wekken, beftaatin het prikkelen van
„ de inwendige Oppervlakte: dikwils is ’t my
„ gelukt, met daar in te blaazen, wanneer alle
„ Bytende middelen te vergeefs gebruikt wa-
„ ren, en de infpuiting van andere Vogten, die
„ meer dikte hebben dan de Lugt, is van de
„ zelfde uitwerkinge. Men herftelt de bewee-
„ <nng van het Hart, zo wel met daar Water, als
„ Lugt in te blaazên, ’t zy door de eenc, o f
,, door de andere Holte, door de Lugtpyp y o f
„ door de Chylbuis van de Borft ; een Proef-
,, neeming die ik op een Hond gedaan heb: met
„ één woord, ’t is genoeg dat de Lugt doorgaat
„ in de flinker Holligheid ” .
Voorts onderzoekt de Heer Haixer, wat de ^ Oorzaak
Oorzaak mag zyn van deeze grooter Aandoen- ve.
lykheid van het Hart, dan van de andere Lig-
haamsdeelen: (die in alle Dieren plaats heeft,
welke ter toets gebragt zyn, doch in de Aaien
’t minft van allen.) ,, Zouden daar de Zenuwren
„ blooter leggen 1 Zy zyn ’er althans, niet tal-
„ ryker. Dezelve is den Spiervezelen eigen, en
,, maakt een wezentlyk onderfcheid tuflehen
„ de Werktuigen van het Dierlyk Leven en
„ die der Vrywillige beweegingen en Zintuigen.