den Heer
HalUr.
* Irritabi*
litas
Tégen-
ftreeving
van zynGe*
voelen door
Bianchi.
| Senßbi
litas
Aandoenlykheid voor Prikkeling * mag en moet
aangenomen worden als een Eigenfchap van ’t
Lymagtige der Dieren, op even dezelfde wyze
als de Aantrekking en de Zwaarheid erkend
worden voor.Eigenfchappen van de Stofte in ’t
algemeen, zonder dat men ’er de "Oorzaak van
kan aanwyzen.
Het Gevoelen van ! deezeh Geleerden Heer*
fchoon niet geheel nieuw zynde (* ) , verwekte
hem, zo in Italië als in Vrankryk, verfcheide
tegenftreevers: doch zy hadden het niet zo zeer
op de Aandoenlykheid, als wel op de onderfchei-
ding derzelve van de Gevoeligheid f her Lig-
haamsdeelen, geladen. De Turinfche Hooglee-
raar Bianchi bragt een menigte Proefneemin-
gen ter baan, om de Ongevoeligheid van de Pee-
zen, de Kasjes der Gewrichten en de Vliezen,
omver "te floot en. Hy verhaalt waargenomen
te hebben in Haazen en andere Dieren , welker
Peezen aan de Pooten men bloot maakte, om ze
aan Plankjes vaft te hegten , ten dicnfle der Ontleedkunde
; dat deeze Dieren, by het infteeken
der Nagelen, fomtyds yzelyk fchreeuwden en
zwaare Stuipen kreegen, fomtyds ’er geen het
minfte Gevoel vanfeheenen te hebben. DeOo-
gen doorlteekende aan Hoenderpullcn, om de
wederaangroeijing van ’t waterige Vogt, na de
uitftorting van hetzelve, waar te neemen, hadt
hy
(*) De Heer flALLfR beweert en bewyft zulks in de
gezegde Verhandeling, in ’tFranfch uitgegeven te Laufanne,
in ’rpS? I7SI*
hy ze fomtyds kennelyke blyken van Pyn zien Inleiding.
geeven , fomtyds geen teken van eenige Gevoeligheid.
Een deel der Herfenpan van Honden
afgezaagd en dus het dikke Herlenvlies
bloot gemaakt hebbende, goot hy daar op fcher-
peVogten, gelyk Geeft van Salpeter, Olie van
Vitriool o f overgehaalden Azyn, en bevondt dat
fommigen ’er aandoening van hadden, anderen
niet. Uit dit alles maakt hy op , dat ’er geen
zekerheid , is in deeze Proefneemingen v veel
min, dat men uit die, opBeeften gedaan, ten
opzigt van den Menfch iets zoude kunnen afleiden
(*).
De tegenwerpingen van le Ca t , (die van Tegen wer-
meer gewigt zouden zyn dan van den gemelden o f ”be”
Autheur, in wiens Werk over de Lever zo ont- antwoord
zaglyk veel misflagen door den Heer Morgag-
ni zyn aangetoond, ) worden door den Heer
Haller op de volgende wyze beantwoord ( f ) .
„ Ik heb gezegd dat de Peezen, hèt Been-Vlies
„ en ’’t dikke Herfenvlies * , ongevoelig zyn. * Dur*
„ Ik ben de eerfte niet, die deeze WaarheidMatet
„ geopperd heeft, en ik heb Waarneemers aan-
„ gehaald, die, geene Stelling te verdedigen
„ hebbende, het zelfde reeds voor my hadden
„ gezien. De Heer le Ca t werpt my geene
„ Proefneemingen tegen, dan ten opzigt van
„ het
(*) f{eponfe a la Lettre du DoEleur Bassani far ATr.
Bianchi. aTurinio, Juniiiyy^. Recueil deMedicine&cc.
Jan. 1756. pag. 46.
(t) Sttpplem. a la Dijfertat. fur l'lrritabilité. Laufann,
*7^1- PaS-88'
l. Diu. i Stuk. E 2