V O O R R E D E R
federt de Eerfte Uitgaven van zyn Samendelwyle i t
de Dantziger Meer Klein, die toen aan de Viflchen bezig
was, zig ook, op andere deden van \ Ryk der
Dieren toegelegd, en van de Viervoetigen en Vogelen
weder een andere Rangfchikking gemaakt heeft; ge-
lyk de Franfche Heer Brijfon, gewezen Opziender
van ’t uitmuntende Kabinet van Rêaumur, nog voortgaat
te doen; zo heb ik dienftig geoordeeld daar van
in dit Werk ook gebruik te maaken ; ten einde men
’er dus de Denkbeelden van drie voornaame heden-
daagfche Natuurkenners, omtrent de Rangfdnkking
der Dieren , byeen zou hebben. Het zelfde zal omtrent
de Vogelen, Vifiehen, Inickten, en de andere
deelen der N atuurlyke Historie, zo veel docnlyk
is , ook in agt genomen worden.
De Befchryving van den Menscii is in dit Stuk, uit
hoofde van algemeene nuttigheid en aanbelang, zeer
uitvoerig behandeld. Eerfl heb ik zyne Kenmerken
volgens den Heer Linnaus opgegeven, waar door hy,
ten opzigt van zyne Lighaamsgeftalte, van de andere
Dieren onderfcheiden is : voorts befchryf ik de Wan-
ftalligheden, die men onder de Menfchen ontmoet;
de veranderingen, welken de Menfch van zyne Geboorte
af tot aan de Volwaflènheid ondergaat; en de
verfcheidenheden, die ’er voorkomen in de Aart en
Levensmanier der Menfchen op den geheelen Aardbodem
, volgens den Heer de Buffon. Daar op hsb ik een
bev
O O R R E D E N .
beknopte Ontleedkundige Befchry ving van onsLighaam
laaten volgen, en inzonderheid de nieuwe Denkbeelden,
ten opzigt van de Voortteeling, zo omzigtig, als
my mooglyk wa s , voorgefteld.. Eindclyk heb tk
onderzogt, welke nuttigheid men van fommige Lig-
haamsdeelen o f Uitwerpzelen hebben kan in de Geneeskunde
ën tot andere Gebruiken der Samenieevingi
Op dergelyke manier gaa ik te werk metdeBefchry-
vingen der D ieren , en meen diis ook met de overige
Schepzelen, elk naar zyn,aarty te veiwolgen. Ik heb,
de Gejlagtnaamen van den .Heef Linnens verduicfriit
en in den Text gebragt, voegende daarnevens de L a -
iynfche Bynaamen, die hy aan ieder Soort geeft , Q£
den kant der Bladzyden, en onder de Bladzyden ftcl ik
de Naameh, met welken zy by de Aütheuren bekend;
ftaan en te vinden z y n , Volgens de aanhaaiing Van
L im a n s . Somtyds voeg ik er in den Tex t ook
Geflagtnaamen b y , die door de Heereii Brisfon en
Klein aan deeze Dieren gegeven zyn; o f Soorten en
Verfcheidenheden, die door LinnausnietbefchrCeven
waren; en doorgaans gebruik ik , tot Opheldering,1 de
Werken van deeze en andere vöornaame Au the uren;
inzonderheid wat de Afbeeldingen betreft.' D e L ig -
haamsgeftaltc, Aart , Levensmanier en Eigenschappen,
der Dieren , worden in alle Byzönderheden, zo veel
mooglyk, uit de Bejtigteri derftedehdaagfcbeReizigers
èn andere geloofwaardige Schryvefs aangeweezen :
.. • ** waar