Inleiding.Kruid, met vier Maagen zyn voorzien en her-
kaauwen.
Mfnietvan Deeze Verdeeling der Viervoetige Dieren,
j^iein. door den Heer L inn^eüs , heeft andere Geleerden
aanleiding gegeven , om dezelve , zo
niet te verbeteren, ten minfte te veranderen,
en een Ontwerp te maaken naar hunnen Smaak.
De Heer Klein ondernam zulks, en men kan
niet ontkennen, dat hy ’er, wat de Viervoetige
. Dieren helangt, eenige Eer mede ingelegd heeft
by de Beminnaars der Natuurlyke Hiftorie. De
gemelde Dieren verdeelt hy in drie Rangen,
Rellende in den eerften Rang de Haairige en
Gehoefde , in den. tweeden Rang de IIaairi?e
en Gevingerde, in den derden Rang de Dieren,
die kaal zyn van Huid. De Dieren van den
eerften Rang worden door hem, naar de Ver-
deeling der Hoeven, in Famili'èn o f Gezinnen
onderfcheiden; die van den tweeden Rang naar
het getal der Vingeren, en die van den derden
o f laatften Rang, waar toe de meeften, die zo
.wel in ’t Water als op ’t Land leeven kunnen,
behooren, naar dat zy Schilden draagen, ge-
harnaft zyn , o f naakt van L y f ( f) .
Ontwerp Ik fpreek hier niet van de Verdeeling der Vo-
HeerTrif £e^en door denHeerKlein, om dat myn Oog-
ƒ«». merk is hier' te handelen van de Verdeeling der
-Dieren in ’t algemeen, waar omtrent in Vrank-
ryk door den Heer Brisson , die Direktcur gewccft
& ft) ~£\e de Vitgtzogu Ftthandelingen , het I. D it i.,
bladz. 4jS.
weeft is van ’t Kabinet der Natuurlyke Zeldzaam- iNLEiding.
heden van wylen den Heer Reaumur, een Ontwerp'
is opgefteld ,' dat waarlyk Agting ver- .
krygt onder de Liefhebbers. Deeze Heer heeft,
gelyk hy nog dagelyks erkent , onder ’t oog
gehad de rykfte Verzameling van zodanige Zaa-
ken, die ooit op Aarde was by een gebragt.
Dit heeft hem, met gemak, een menigte Waar-
neemingen doen in ’t Werk ftcllen omtrent het
Ryk der Dieren ; de bezielde Schepzels , die
daar toe behooren, met elkander vergelyken en
derzelver betrekkingen, zo van naby als van
verre , ten naauwkeurigfte onderzoeken. Op
dien voet heeft hy het denkbeeld geformeerd
van de volgende geheel nieuwe Methode.
De Heer Brisson verdeelt het Ryk der Dic' a2 "gVer‘
ren in negen Klassen of Hoofdfoorten.
De eerße Klaffe begrypt de Viervoetige L
Dieren, die Hair hebben op haar geheele Liö- Qjeren,
haam of aan eenig gedeelte, van hetzelve. Zy Q»fdr" '
haaien Adem door de Longen; zy hebben twee
Holligheden in ’t Hart; de Wyfjes brengen levendige
Jongen voort; die zy de Boift geeven. a
• De txveede Kläffe vervat de Walvisschen : n
Dieren, naamelyk, die altyd in de Zee leeven, ^ nalvif
welker Wyfjes ook levendige Jongen, baaren, Cetacea.
en dezelven zoogen , gelyk de Viervoetigen.
Deeze hebben een naakt, langwerpig Lighaam;
Vleezige Vinnen, den Staart waterpas plat: zy
hebben Bloed en Ademen door de Longen: hun
Hart heeft twee Holligheden.
' ’ ’ I. D eel. i Stvic. In