V. f Toofdst. Befibryving yan de Spookdieren , waar ,
tóe bet Aapje met den Hondskop van Ceylon, de
Inkhoorn-Aap en de vliegende Kat van Ternate,
beboeren. * • • . • , Blad?,
yj- Hoofdst. Befibryving van Vledermuizen, zo
van Europa ah van de andere IVereldsdeelen; waar
ynder de vliegende Hond en Rot van Ternate;
de vliegende Hond van Nieuw Spanje, de gebril- ,
de Vle der muis en die met den Haazemond, begree- ■
pen .zyn. , . ' • • ■ ' » '■
VII. Hoofdst. Befibryving van den Olyphant. Zyne
l et fiheidenbedcn, EigenJ'cbappen en Gebruik. De
Manier om decye Eieren te vangen , zo in Afrika
als in Oóftindie. liet Ligbaanngeftel en de Ontleedkundige
Befibryving van een Ölypbant die te
Verfailles is geweefl. De nuttigheid van bet Elpenbeen
of Y voor. • • . • —
V11i . Hoofdst. Befibryving van de Zee-Koe , genaamd
Manati of Lamentiu , volgens de Verhaalen van
Labat, de la Condamine en anderen. Vangfl der
Zee-Koeijén in de WefHndiêtil' Gebruik van, haar
Vlcefcb en Spek, en van den Steen, genaamd La«
pis Manati. . * . I • —
IX. Hoofdst. Befibryving van de Lüijaards , zo die
* van Amerika, welke Ai genoemd wordt, als de
Traaglooper yan Ceylon. . . i:> . —
X. Hoofdst. -Befcbtyvsóg van dg Mi eren-Eeters 'z'oP
de-groote, Tamandua genaamd, als de kleine', die
men Coati noemt:-- hunne Levensmanier, Ejgen-
fihappen en Gebruik. & idÈrn k : . . -§
XL Hoófd*t. Befibryving van het SciiyBDiER, anders
de gefekubde Haagdis of C h in ee lelie Duivel ge
* * : I 1 * * *r
AANWYZING der PLAATEN,
. en der Bladzyden
alwaar de Figuur en aangehaald of be~
fchreeven worden.
Plaat I. Bekkeneelen der ZooGENDE
Dieren, uit ieder Rang een,
om de verfchillendheid der Tanden
aan te toonen. . « tegenQverJ$ted!L.i&i
Big. i.Van een Aap. EèrfteRang.W. 129*
■ ü . Van een Mier-Eeter7ïwJGaa%.bl.i 29.
r - 3, Van een Kat. Derde Rang. bl. 130.
_ _ 4. Van een Zwyn. Vierde Rang. bl. 130» s
- 5. Van èen Inkboorn. Vyfde Rang. bl. 130.
__.6. Van een Kameèï. Zesde Rang. bl. 131.
___ 7. Van een Paard. Zevende Rang. bl. 131.
__8. Vau fiers Eenhoorn. Agtfte Rang. bl. 131.
Pl a a t II. Een Voorbeeld van wanftalli-
ge Dikte en Zwaarte des Lig«'
* haams, in den Engelfchman, Ed.
Bright, in ’t jaar 1750 geftorven.— — — Bladz. 147
Plaat III. Een zeldzaame Samengroei-
s jing van twee MenfchelykeLig-
haamen, in Tweelingen, die dus
over de twintig jaaren oud zyn
geworden. . . i;*,j —Bladz. 149
Plaat IV. Het zonderling Geraamte
van een Kind mzt dubbele Leden.-----—~Bladz. 239
Fig. i„Hetzelve van yooren: tig. 2, van
agteren gezien.
Fig- 3* D e gewerktuigdeLigbaampjes, door.
den lieer Needham in de Hom der Zeg?
Katten gevonden, bl. 285.
m * * n Pl a a t . V .