Inleiding. wanden en bykoming van andere Vogten, toe
omvoering door het Lighaam en Voeding van
het Dier bereid en bekwaam gemaakt wordt.
De Vrugt zelfs der Eijerleggende Dieren, in
haare Dop gehuisveft en daar in beflooten, tot
dat zy door de koefterende Warmte uit het
. Wit aangroeit, is in hetDoijer geworteld, en
die Vrugten, welker Eijeren tot aan de Baaring
in de Baarmoeder beflooten bly ven, zyn met de
Placenta o f Cotyledones aldaar aangehegt, door
middel van de Navelftreng; en dus gelyken ze,
ook in dit opzigt, naar een Plant, die haar
Voedzel door de Wortelen uit het Aardryk
trekt : hoewel zy tevens Voedzel inneemen
door den Mond en inbrengen in het Gedarmte,
gelyk de volwaflèn Dieren (*).
Verfchil ten Doch de Samenftellende deelen van de Dieren
den aart der Planten verfchillen in verfchcide opzigten.
Deelen. Het Sap van meefl: alle Kruiden, en Aard- o f
Boomvrugten, is beladen met Zouten van eene
aanmerklyke Scherpheid. Het uitgeperfte Vogt
van dezelven is zuur, of zoet , o f met vlugge
deelen voorzien, en het geeft, door uitwaafleming
van ’t Waterige, wanneer het Overfchot verbrand
wordt, een Loogzout. Het Sap derDier-
lyke Lighaamen, in ’t algemeen genomen, is in
gezondheid Smaakeloos, en geeft door verbranding
geen o f zeer weinig Zout. Aan den anderen
kantverfchillen de Dieren daar in van de Planten
zeer,
<*) Boerhaave Chemie. Vol.I. pag. <5f.
zeer, dat daar de vlugge Zouten van, de laatften Inleiding,
zodanig daar uit komen, als zy zig reeds daar in
openbaarden, in de Dieren, in tegendeel, door
de Werking van het Vuur nieuwe Zouten geboo-
ren worden, die in Scherpheid en Vlugheid de
Zouten der Plantgewaffen te boven gaan.
Plet bly kt derhalve niet onduidelyk, dat de DeWer-
Warmte en Omloop der Vogten in de Dieren het Ljg.
bekwaam is om de vafte Zouten tot eene Ei- ” aakt
genfehap te brengen, die zeer naa komt aan de Zomen
Vlugheid, en de genen, .die tegen de Verrot-v U5,
ting dienftig waren, te veranderen in zodani-
gen, die langs hoe meer naar de Verrotting
hellen. De Oliën en het Aardagtige van ’t ingenomen
Voedzel, zelfs, worden verdund en fynder
gemaakt van deelen. Men behoeft alleenlyk de
Scheikunde na te gaan in de Stoffen, welken
zy uit de Vogten derDierlyke Lighaamen trekt,
naar dat die min o f meer verdunning en wryving
in de Vaten ondergaan hebben. De Melk by
voorbeeld toont, door haare bederflykheid, reeds
een weinig van natuur veranderd te zyn: het
Bloed volkomen. De Gal beftaat uit Olieagtige
deelen, die van zoet bitter geworden zyn, en
de Pis, fchoon tot de Natuurlyke Vogten be-
hoorende, ftinktreeds, wanneer zy in een gezond
Menfch geloosd wordt. Een kleine overmaat
yan hitte o f beweeging in het Bloed,
brengt haaft de in- o f uitwendige tekenen van
Verrotting voort.
Omtrent deeze Vlugheid Is egter een merkelyk Da Vlug-
I . De el. i Stuk. » <ST»