I. Afdeel, men: „ te onderzoeken, naamelyk, o f de Tong
I I . H oofd»,, van zulke Kinderen ook te digt tegen het Ge*
„ hemelte en als aan hetzelve vaftgekleefd zy:
„ als wanneer men die daar af moet fcheiden
„ en drukkenze nederwaards met een Spatel,
„ een Lepelfteel o f iets dergelyks. Door dit
„ middel heeft de Heer L a p i e , door wien zulks
,, eerft aan de hand gegeven is , twee Kinderen
» in ’t leven behouden, die den Tepel niet kom
„ den vatten, zonder eenigeblykbaare oorzaak
s» van verhindering ( f ) ’\
Het Z o g De Gezondheid der Jonge Kinderen hangt
moet goed ook yeej ^ yan ^ ejgenfcjiap yan ’t Zog dat zy
gebruiken. Sommige Kraamvrouwen krygen
het in deeze Landen, voornaamelyk onder de
Stedelingen, o f geheel niet, o f t e fchraal, en
fomtyds, door zwakheid van Lighaam ofonge-
fteldheid van Geeft, voor ’t Kind ondienftig,
ja fchadelyk. Men begrypt ligt, dat, daar de
meefte Vrouwen, onder braave Burger-Luiden
in de Steden, zo zwak zyn in de Kraam, in ver-
gelyking met die van ’t Landvolk en van andere
Geweften, haar Zog ook. veelal flegter moet
zyn van aart: want in een gezond Lighaam worden
de Vogten beft bewerkt. Ook weet iedereen,
hoe veel aandoening het eeten van koude
( f) Hip-, de l'^fcad. R^tyale de Chirurgie. Tom. Ut,
?• 1 6. Deeze aanmerking is van te meer belang, alzo ik
in een allernieuwft Werkje over de Ziekten der Kinderen,
niets daar van gemeld vinde, De Morbis Puerorum,
Am n , i j 6o,
de Vrugten of Salade, het ftaan in de koude I. Afdeel,
Lugt en dergelyke geringe Zaaken, daar de Moe- II. Hoofq-
der of Min geen Ongemak van heeft, op het Zui-STÜK*
gend Kind hebben, al is het zelfs verfcheide
Maanden oud.
Goed Zog is middelmaatig yan dikte, zoet Onderzoek
_ _ . van t Zog»
yan fmaak, niet zout of fcherp. Men kan dit
onderzoeken, door een druppel daar van in ’t
Oog te doen, ’t welk nog naauwer Proef is
dan de Smaak alleen. Over de dikte kan men
oordeel vellen, door een druppel te laaten vallen
op de Nagel van den Vinger. Als ’t Zog
’er op leggen iblyft, is ’t bekwaamals ’t ’er
aanftonds afloopt, is het te dun; als ’t ’er taay
aan hangen blyft, te dik. Desgelyks, indien
het met witagtige Druppels aan de omgekeerde
Hand, daar men ’t zelve op uitgeftort heeft,
blyft zitten, zo is ’t bekwaam yan dikte; als ’t
’er geheel afloopt, is het te dun. Wederom,
het Zo g, zo eerft uit het Borft gedrukt, moet
niet heet maar koel zyn op de Hand. Aan de
fteuk, die lieflyk moet zyn, kan de goede ei-
genfehap van het Zog ook gekend worden.
Niet minder voorzorg is ’er noodig ,• omtrent
de Min o f Voedfter, die men gebruiken zal van een
om een nieuwgebooren , o f zelfs wat ouder yoedfter.
Kind, te zoogen. Zy dient vooral geen befmettend
Ongemak te hebben aan het Lighaam, noch eenige
aanmerkelyke Ongefteldheid van den G eeft;
want het een, zo wel als ’t andere, wordt ee-
aigermaate aan ’t Kind medegedeeld. Men verl.
psii, i siut, kielt