n 8 V e r d e e l ing dér D ieren
Inleiding.
• Onderfcheidende Kenmerken van de
byzondere
Dieren * * K L A S S E N DER D I E R E N .
J E E R S T E K L A S S E .
XoogendeZ O O G E N D E D I E R E N.
Dieren.
Mummalia.Hün Hart heeft twee holligheden en twee Ooren;
het Bloed is rood en warm. De Longen ademen
beurtlings. De Kaakebeenen leggen op
elkander en zyn bedekt. De Wyfjes baa-
ren Jongen en zoogen ze. Zy hebben de v y f
Zintuigen, van Smaak, Reuk, Gevoel, Gc-
zigt en Gehoor. Het L y f is met Hair bedekt,
doeh weinig in de Indiaanfche, zeer weinig
in de Waterdieren. Hun fteunzel zyn vier
Voeten, uitgenomen die geheel in ’t Water
leeven, daar de Agterpooten in ’t platte van
deïi Staart famengegroeid zyn.
T W E E D E K L A S S E .
II. V O G E L E N .
Vogelen.
\Aves. Hun Hart heeft twee holligheden en twee Ooren
; het Bloed is rood en warm. De Longen
ademen beurtlings. De Kaakebeenen leggen
op elkander, zyn naakt, uitfleekende en tandeloos.
' De Mannetjes hebben geen Balzak-
je. De Wyfjes leggen Eijeren, overtoogen
met
met een Kalkagtige Korft. Zy hebben de Inleiding.
Zintuigen, van Tong, Neusgaten, Oogen, en
Ooren zonder Lelletjes. Hun L y f is bekleed
met Vederen , die over elkander Ichieten.
Hun fteunzel zyn twee Pooten; de Wieken
twee in getal.
D E R D E K L A S S E . m
D I E R E N v a n b e i d e r l e y L E V E N . g j y « .
Huil Hart heeft ééne holligheid en één #or; ^ ^ hiUs
het Bloed is rood en koud. De Longen ademen
willekeurig. De Kaakebeenen leggen op
elkander. De Mannelijkheid is dubbeld. De
meeften leggen Vliezige Eijeren. Zy hebben
een Tong, Neusgaten, Oogen en veelen ook
Ooren. Hun bekleedzcl is een naakte Lcder-
agtige Huid. Het fteunzel is verfchillende
in byzondere Dieren van deeze Klafte; fom-
migen hebben in ’t geheel geen Pooten.
g» 4? '£* ^ ^
IV.
V I E R D E K L A S S E . viffehen.
V I S S C H E N. Tiscts'
Hun Hart heeft ééne holligheid en één Oor:
het bloed is rood en koud. De Kieuwen moeten
van buiten toegedrukt worden. De Kaakebeenen
leggen op elkander. Z y fchïeten Eijeren
zonder W i t : hebben een T ong, Neusgaten en
Oogen, (geen Ooren). Hun L y f is bedekt
J.DïU,. I Stuk, H 4 del