I. Afdeal. eerft in Brandcwyn gezet en toen gedroogd in
ijlhoofd-het poftuur, waar in het hier is afgebeeld; C'l'ITfr _
zynde de Tekening gemaakt voor dat de deelen te
veel waren gekrompen o f ingevallen, zo dat men
op derzelver naauwkeurigheid ftaat kan maaken.
Dit Schepzel gelykt meer naar een Menfch ,
dan de Aapen in ’t algemeen: het heeft geen
Eeltagtige Huid van agteren, aan den Aars,
gelyk zy. Het Hoofd is ook ronder; de Oo-
ren en Tanden zyn zeer Menfchelyk, doch de
Neus is plat en de Kin met den Mond fteekt
veel meer uit, dan gewoonlyk in de Menfchen
plaats heeft. Het Aangezigt is kaal en van een
bruine Vleefchkoleur, gelyk ook de Handen
en Voeten, die Nagelen als een Menfch hebben.
Het Hair van ’t Hoofd loopt, van de
Nek a f , opwaards naar ’t .Voorhoofd , het
hangt ’er een weinig overheen en langs de zy-
den van ’t Aangezigt. Voor ’t overige is het
geheele Lighaam en de Leden bedekt met kort
roodagtig bruin Hair, dikker aan de agterfte
deelen en dunner van vooren, dat van de Hand
tpt aan den Elleboog fchuins opwaards ftaat.
Het was een Jong, omtrent twee en een half
Voet hoog, toen het ftierf, zo de Heer Edwards,
uit wiens Werk (*) deeze Befchryving en de
Afbeelding genomen is , verhaalt; die ’er byvoegt,
(*) Gleanings of N u t mal H t f le t f , by G eor ge E d w a r d s *
X. Parr.
(f) Ofang Outang er the^Anatomy oftbePigmy. Lond.
1699. Een uitmuntend Werk, waar in de naauwkeurig-
fie Ontleeding van dit Schepzel, die men wenfehen kan,
vei vat
vqegt, dat de Ouden, volgens’t berigt van on-1. Afdeel.
ze Reizigers (zegt h y ), die in Afrika en de ln' 1sITIUg“0FD’
diën zyn ge weeft , omtrent zes Voeten lang
zyn , wanneer zy wandelen o f overend ftaan.
p y merkt aan, dat Dokter T yson reeds voor
vyftig Jaaren de Ontleeding uitgegeven heeft
van dit Dier, ’t welk deeze Heer de Pigmj
noemde ( t ) , en federt (vervolgt hy) is in ’t
Jaar 1738 een A f heelding aan ’t licht gebragt
van een dat van de. Kuft van Afrika gekomen
was, Chitnpamé? genaamd, dat te Londen is
vertoond; waarfchynlyk het zelfde, waar van wy
gezegd hebben, dat het in t Jaar 1740 te Pa-
j-ys is te zien geweelh
De Heer Ep.wards is. van gevoelen , dat men Algemeene
dit Schepzel moet aanmerken als een der eerfte '
fporten van Aapen, doch. het naall komende
aan den Menfch* De Heer R risson brengt den
Bofch-Menfch of Otang Outang van Bontius,
de Bm ü cn de fcrËpgelfchen, tot
eene zelfde Sport- Ik heb in alle de bygebrag-
te Befehryvingen iets gevonden, dat rnyns oordeels
meer overeenkwam met het Geflagt der
Menfchen dan der Aapen, fchoon wel in allen
deele niét voldoende aan de Kenmerken van
den Nagt-Menfch, door L m ^ u s opgegeven.
’t Is waarlyk te vervy onderen, dat men, zodra
een
vervat is. ’t welk vgn allen meeft naar den Menfch ge-
lykt , vooral ten opzigt van cle Ingewanden, Spieren en
BeeBderen , welke aldaar ipèt die der Menfchen en Aapen
vergeleeken worden, met zeer geleerde Ixedeneeiin^en.
H al ler. de Me tl>. S t u d i i -M jd t iu