I. Afdeel, haalden Brandewyn, zal men een uitmuntend
II. Hoofd Middel hebben om de verlamde Leden tfewrystuk.
ven j ais ook tegen de Heupe-Jigt. De Hinkende
Olie dient uitwendig tot het oploffen van koude
Gezwellen, tegen de Lamheid, en door de enkele
reuk tegen de Opftyging. De Pbosphorus,
die men op een konftige wyze uit de Pis bereidt
, is tegenwoordig zo zeldzaam niet als
voorheen.
De Afgang. De Afgang van den Menfch is zo walgelyk,
dat men naauwlyks zoude denken , dat die tot
eenig Geneesmiddel ftrekken kon. Nogthans
kan men niet twyfelcn aan deszelfs verzagtende
en week maakende kragt, in het bevorderen
van de Rypwording der Gezwellen, wanneer
die zeer fpoedig vereifcht wordt. Ettmulier
verhaalt, hoe hy heeft ondervonden, dat in
een Pefttyd een Pap Van Vuiligheid het beft
flaagde , om de kwaadaartige Gezwellen tot
eene voordeelige Ettermaaking te brengen. Men
laatze ook droogen en maaktze totPoeijer, dat,
met Honig tot een Papje gemaakt zynde, om
den Hals gelegd word in eene ontfteeking van
de Keel. Door Deftillatie met de Retort geeft
de Menfchen-Drek, wanneer zy in de Lugt
byna tot Poeijer is gedroogd, een Water en
Olie, die men, door verfcheide Overhaalingen,
t ’eenemaal van den walgelyken Reuk kan zuiveren.
Het Water wórdt gezegd ’t Gezigt by
uitftek te verfterken, en de Vlakken van ’t
• Hoornvlies weg te neemen, indien men van het
zelve
v a n d e n M e n s c h . . 3j9
zelve eenige Druppelen, verfcheide maaien op Afdeel.
een dag, in > Oog laat vallen; het doet h e t[LHoofD-
Hair groeijen, het maakt het Velmooy, geeft stuk.
’er een goede kleur aan, neemt de Lidtekens
weg en de ruuwheid der Handen. Men vindt,
ten dien opzigte, eene Waarneeming van zekeren
Geneesheer(* ) , die verhaalt, dat hyeen
Juffrouw gekend heeft van veel Aanzien, welke,
door ’t gebruik van zulk Drekwater, tot
-in een zeer hoogen Ouderdom het mooifte Vel
en de fchoonfte Koleur, die men wenfchen
k o n , behouden had. Zie hier, op wat wyze
zv zig eenigen Voorraad daar van bezorgde.
Deeze Juffrouw hadt een jongen gezonden
.Dienaar, die zyn Gevoeg deedt in een vertind re bereiden.
Koperen Bekken, ’t welk een Dekzel hadt,
dat naauwkeurig. floot. Zo dra hy zyn Afgang
gemaakt hadt, werdt het Bekken fchielyk töe-
gedaan, op dat ’er niets zou weg waafemen,
en, als de Jongman oordeelde dat alles wel bekoeld
was, vergaderde hy zorgvuldig het Vogt,
dat onder aan het Dekzel hing, en deedt het in
• een Flefchje, om, even als een koftbaar Reukwatertje
, gebruikt te worden by het I oilet van
zyne Juffrouw. Deeze Dame verzuimde niet,
alle Dagen haar Aangezigt en Handen daarmede
te waffchen, en door dit Middel wift zy haar
Schoonheid zo lang zy leefde te behouden.
W y twyfelen niet, of dit Water, ’t welk
zagt
(*) Éfhem. Nutur. Curioforum. Tom. IX. A n n .ijy a . .
l.DhSL. i Stuk,