I. Afdeel, door Ingewand op de volgende manier ver-
II. Hoofd-ngt- De Lever ontvangt, door middel van de
stuk. Poort-Ader, die tot haar alleen behoort, het
Bloed * ’ t welk terug komt uit de rokken van
de Maag en die der Darmen, uit het Darm-
fcheil en N e t , als ook uit de Milt en ’t Alvleefch.
• Dit Bloed wordt door verfcheide Kanaalen te
famen gebragt in een dikke fterke Buis , die
dan weder, met verfcheide takken, zig in de
Lever uitfpreidt. Na dat de Gal hier afge-
fcheiden is , vloeit het overige Bloed, te famen
met het gene door de Slagaderen was aange-
bragt, in de Lever-Aderen terug-, die het in
de Hol - Ader ontlatten. De Gal, die in de ge-
heele zelfftandigheid van dit Ingewand dus af-
gefcheiden is, loopt door naauwe Buisjes, die
zig famenvoegen en allengs grooter worden , in
de Leverbuis uit, waar de Buis van ’t Galblaasje
ingeplant wordt, maakende dus een ge-
meene Buis, die de Gal, een weinig onder den
Uitgang van de Maag, in ’t Gedarmte ontlaft.
Digt daar nevens, of daar mede vereenigd, vindt
men den Uitgang van de Buis, die het Alvleefch-
Sap ook ,by de verteerde Spyzen mengt.
Be Milt. .. De Milt is een Ingewand van donkerder ronde
koleur, dan de Lever, o f liever blaauwag-
t ig ,, week en broofch van zelfttandigheid, in
de flinker Zyde des Lighaams onder het Middel-
• rift gelegen, tuffehen de onderfte Ribben en de
Maag , digt boven de flinker Nier. Haare figuur
is langwerpig ovaal; de grootte omtrent zeven
■ ven of agt Vingerbreedten en half zo veel over-1 Afdeel.
dwars, de dikte een Duimbreed. Men heeft o- II. Hoofd-
ver haar gebruik van oudsher getwift, en heden-STÜK’
daags is men het daar omtrent nog niet volkomen
eens. Dat z y een geheel nutteloos Ingewand
zou z y n , ftrydt tegen de Reden en de
Wysheid van den Schepper. Men heeft ook
dikwils opgemerkt dat in Dieren, daar zy uit-
gefneeden was>, Ongemakken m de Lever zyn
ontftaan. Waarfchynlykft mag men derhalve be-
fluiten, dat zy iets toe brengt tot de Galmaaking;
te meer, dewyl.de Maag, opgevuld zynde, dit
Ingewand meeft drukt , en dus de uitvloeijing
van Bloed uit hetzelve in de Poort-Ader bevordert.
Dit Bloed , nu, terwyl de Maag ledig
was aldaar opgegaard, zal milfchien eenigen trap
van dunheid en fcherpheid verkreegen hebben ,
die tot eene goede bereiding van de Gal ver-
eifcht kan worden.
Na dat de Gal en ’t Alvleefch-Sap by de Bry De Darmen,
van het ingenomen Voedze'1, zo dra die uit de
JMaag gekomen is, gemengd zyn , wordt daar
van, met de overige by komende Vogten van het
Gedarmte , een foort van Emulfie gemaakt.
Dit gefchiedt door de werking der dunne Darmen
, die met de dikke in den Buik begreepen
z y n , en te famen een Kanaal uitmaaken ,
’t welk, zo men gemeenlyk rekent, zesmaal,
doch dikwils zeven of agtmaal zo lang is
als het Lighaam van den Menfch: de dunne
Darmen alleen omtrent zes o f zeven maal. Z y
I, deii«, i Sm*, R 2 leg