I. Afdeel, vleefch rood gezwollen , vervolgens wordt het
II. Hoofd.wit, wanneer de knelling zo ver komt, van
den loop des Bloeds in de Vaten te ftremmen.
Z y brengen ’er alle oögenblikken den Vinger
aan, om de Jeuking te Verminderen die zy daar gevoelen:
men helptze daarin, door hun den fteel
Van een Kinderbel, o f iets anders dat hard is ert
glad, van Yvoor o f Koraal, in de hand te gée-
Ven, t welk zy dan uit eigen beweeging in den
Mond fteeken, en tuifchen hetTandvleefch knel-
len op de plaats die hun zeer doet. Deeze poo-
ging, tegen die van den Tand aan werkende,'
vermindert de ipanning van het Tand vleefch en
ftilt de Pyn o f Jeukt voor een oogenblik: zy
ftrekt ook tot verdunning van het Vlies der Kaaien
, ’t welk daar door gemakkelyker breekt:
maar dikwils gefchiedt dit breeken niet zonder
moeite en gevaar.
Hnlpraid- [Verfcheide Hulpmiddelen worden rfer fomtyds
tegen. Geval vereifcht. Zo dra naamelyk als dé
Kinderen, op den tyd ydrt het Üitkomen der
Tanden, door fierk fchreeüWen en flaapeloos-
heid, als ook door Stuipen en de Vallende Ziekte,
met een Koortsje daar nevens, en fterké
hitte in den Mond , geplaagd worden, moet
men toezieft, o f ’er ook eenige Zwelling in het
Tandvleefch z y , die het uitgroeijen van eert
Tand o f Tanden te kennen geeft. ïndien iets
Zodanigs zig openbaart, moet men eert Geneesheer
haaien, die alles zal aanwenden, om dé
Ontfteeking te doen bedaareü > waar toe ibmtyds
tyds een Aderlaating vereifcht wordt, dewelke I. Afdeel.
volgens Sydenham, het vaardigfte Middel is in II. Hoof».
dit- géval. Men wryft het Tandvleefch met eenSTÜK*
Vinger, die met Honig en Boter, ondereenge-
mengd, beftreeken is , o f fineert hét met eenige
andere verzagtende dingen, om ’tzelve week
temaaken. DeHerfenertvaneen Haas zyn, ten
dien einde, by fommige Vrouwtjes in veel ag-
ting. Indien het Tandvleefch byuitftek rood
en ontftoken is , wordt het Sap van Nagtfchade
en Maluw-Bladeren tot Rilling van de Pyn aam
gepreezen (*> In fommige Gevallen is ’t noo-
dig, dat een Hèelmeefter geroepen worde, om
het Tandvleefch door te .fnyden, ’t welk niet
gefchiedt voor dat men den Tand kan Voelen,
en dan onmiddelyk verligting geeft. De Operatie
is zonder het allerminfte gevaar, en neemt
doorgaans de gemelde Toevallen weg, vooral,
indien men het gefneeden Tandvleefch vervolgens
naarftig met Syroop van Violen o f Roozen-
Honig beftrykt. In tegendeel heeft het verzuim
van deeze doorfnyding, alleen, naar oogenfchyn,
Kinderen, zelfs van verfcheide Maanden oud,
om hals geholpen (f).J
De Hoektanden, die aan ieder zyde van de, Het rat- _ . . . _ komen der
Voortanden één, en dus vier m getal in den Kiezen.
Mond z yn , krygt het Kind doorgaans op de
negende o f tiende Maand. Tegen ’t einde van
het
[* Trdfldt.dtMorlis Puercrmn, Atnft.1760.
(|) Heister. InJhtut. Chirurg- P. II. S. II. Cap. 84,
ï, DZEl, i Sius, ,