J. A fdeel In Egypte heeft ook de Veelwyvery plaats, zo
1 1 . Hoo fd - wel a's onder de Mooren van Fez en Marokko.
41UK* * E)e Egyptifche Vrouwen houden zig niet op
met de verfiering van hun Aangezigt en Hair,
gelyk die van Europa, maar leggen zig voorna-
melyk toe op de zuiverheid van haar Lighaam,
en baaden zig dagelyks, om vet en poezelig te
worden; zo A l p in u s verhaalt.
Aart en De Negers van Guinée zyn zeer wild en
nier van.de wreedaartig: Moord, Overlpel en Dievery, wordt
Neger*. by hun niets gereend. zy zyn Afgodendienaars
en onthouden zig tweemaal in de Week, met
veel ftfengheid, van Wyn, als ookfomtyds van
zekere Spyze, waarin de Zoon den Vader, en
de Dogterhaare Moeder, zeer Hipt navolgt. Zy
zyn zeer vrolyk als ’t hun wel gaat, doch mistroostig
, tot wanhoop toe; wanneer men hun hard behandelt
o f hunne Kinderen met geweld ontneemt.
Niets kan men hun betrouwen en geen wonder,
want zy verkoopen elkander, gelyk men weet,
tot deallerhardlleSlaaverny. Zowel de Mannen
als de Vrouwen loopen naakt, doch tooi jen
hun Lighaam zo veel op , als mooglyk is ,
en draagen Ringen van Goud o f Elpenbeen om
de Armen, Beenen en den Hals: hun Hair binden
en ftrikken zy netjes op, en vertieren het
met Koraalen, Pluimen en andere Snuifteringen;
het Lighaam met Banden en Zoomen; terwyl zy
om den Middel een Kleedje hebben van Stoffen,
meer o f min koftbaar, naar dat het hun Vermogen
toelaat.
Men
Men zoude hier billyk mogen vraagen, we l-1. Afdeel.
ke de oorzaak zy van de Zwartheid der Negers II. Hoofd-
in Afrika , die zekerlyk de zwartffce Men-STUK*
fchen op den Aardbodem zyn. Tegenwoor- v^°t,„anane
dig is men verzekerd, dat die Zwartheid haareZwartheid.,
Zitplaats niet heeft in de Huid, noch in de Opperhuid
, maar in zeker Slymagtig of Snotterig •
bekleedzel , ’t welk over het geheele Lighaam
legt, tuffehen de Huid en de Opperhuid. De
eigentlyke Huid is in alle Menfchen van de zelfde
• koleur; de Opperhuid is in de Zwarten zo wel
wit als in de Blanken, hoewel zy fomtyds eeni-
ge zwartheid heeft aan de binnenzyde, door de
af kleuring van die zwarte Slymagtige Stoffe,
welke in. Water fmelt en in ’t behandelen afgeeft.
Van deeze tuffehenkomende Stoffe hangt
al de verfchiliendheid van de koleur der Huid
in de Menfchen af. Zy is in de Europëers wit
o f geeiagtig, in de Afiatifchen bruin, in de Ame-
rikaanen ros, in de Afrikaanen zwart Maar,
welke de oorzaak zy van dit Verfchil, kan men
even zo weinig, vafhiellen, als waarom de Varkens
in fommige Landen byna altemaal wit, in
anderen gemeenlyk zwart van Hair zyn (*). Van
de verbranding door de Zon, immers, kan zy alleen
niet afhangen; want de Negers zyn zwartfl
in die Lighaamsdeelen , welken de Schaamte
ook
1*) De Heer d eBüffon leidt deeze Zwartheid der Varken*
o o k van de Hitte af, doeh hy fchynt niet bedagt Te
hebben, dat de Varkens by Frankfort j zu wei ais In £au-
fhm e , altemaal zwart zyn.
i. Deel. i S t u k , O V