4 4 ° B e s c i j r y v i r g -
LA fdeel. gebruikt denzelven ook om zwaare Laften van
VII. den Grond te ligten en die te draagen of op
*tük°FD zYn ruS te laaden. Door deeze Buis haalt het
Adem en ruikt het: in één woord, het is een
verlangde Neus, wyder aan ’t begin dan in .’t
midden , en die aan’t end een foort van beweeg-
lykeh Vinger heeft, welke de Opening fchynt
in twee deelen te fcheiden of ze byna geheel
te kunnen fluiten. Om kort te gaan, deeze
Tromp is den Olyphant volftrekt noodig tot het
leeven. Want, behalve de Ademhaaling, moét
deeze Snoet hém dienen om alles aan den Mond
te brengen, ’t zy droog of nat: dewyl hy met
den Kop onmooglyk zo laag kan bukken, om
iets van den Grond op te raapen, of het Kruid
met den Bek af te fcheeren; en dit ’s de reden
dat hy, als zyne Tromp is afgehakt of afge-
fcheurd, van Honger moet fterven.
Bek ea j) e Bek, aan ’t onderfte van den Kop ge-
Tanden. pjaat^. ? heeft aan de Bovenkaak twee ver uit-
fteekende Tanden, die aan dit Dier voornaame-
lyk fchynen gegeven te zyn, om zig tegen zy ne
Vyanden te verdedigen. Alle Qlyphanten
égter hebben deezeTanden niet, eniommigen
verzekeren, dat de Wyfjes ze in ’t geheel ont-
beeren, als daar in gelykende naar de Hinden,
die geen Hoorens op den Kop draagen. Ande-
- ren, wederom, zeggen, dat de Tanden der
Mannetjes naar boven, die der Wyfjes naar
onderen gekromd of geheel regt zyn. „ Doeb
„ dit is een misflag, (zegt Pater L ab at,) de
» Olyv
an d e n Ol y p h a n t . 441
„ Olyphanten van beide Sexen hebbenze onver-1. Afdeel.
„ fchillig krom of regt, en wat de grootte be- VjL_
„ langt , dezelve hangt af van den Ouderdom STUK#
„ van het Dier: want men moet zig niet ver-
beelden, dat zy ter Wereld komen metzul-
„ kefchrikkelyke Wapenen/’ Dezelvenzyn van
den Kop af tot omtrent de helft hunner langte, en
zelfs »verder, hol; het overige is djgt en zwaar
Been, uitloopendein een Ipits, waar mede de
Olyphant te fchrikkelyker ftooten toebrengt, als
de zwaarte van zyn L ighaamin zyn verwoeden
drift, de fnelheid meer kragt byzetr zy
zyn gewoonlyk dé oorzaak van zyri dood, om
dat zy het zo zeer: geagte Yvoor. o f' Elpebeen
uitmaaken.
■ Uit de Geftalte van den Olyphant, zyne zwaar- Zyn be-
lyvigheid en de dikte van zyn Beenen, die zig t JtYóopen.
als Pylaareh vertoonen waar op een grof en
zwaar Lighaam ruft, zou men zig verbeelden,
dat dit Dier niet in ftaat was om fnel te loopen,
veel minder om te draaven. Hy doet nogthans
het een zo wel als ’t andere. Met zyn gewoo-
nen tred legt hy wel zo veel wegs af als een
Menfch in den zelfden tyd bèkwaamlyk afloo-
pen kan, €n, wanneer hy het, vergramd zynde;
op een draf ze t, lóópt hy fneller dan eeri Paard,
om dat hy veèl 'wyder ftappeh doet. Vergeefs
is ’t , in zulk een geval, voor hem te vlugten,
ten zy men liftig zig weet te verfchuilen , o f
in engten te kruipen,-die hy'niet pafleerënkan,
of in het vlugteh verfcheide bogten maake, ’t
- J. Deei... 1 Stuk. E c J Welk