266 B e s c h r y v i n g
I . A fdeel. Lighaam genomen is, ftand ( * ) . De Klapvlie-
II. Hoofd- zen, nu, dienen om de terug vloei jing van het
stuk. Bloed te beletten en fluiten de opening .der Vaten
, als ook die der Holligheden, volmaakt.
Kragtvan 't Men rekent dat het Hart, by gezondheid,
Bloedt 6t °nrtrent honderdduizendmaal in de vierentwintig
Huren klopt, ’t welk nagenoeg overeenkomt
met de Polsflagen, die ’er byna zeventig
in een Minuut gefchieden. Dewyl, egter, de
holte van het Hart, en in ’t byzonder die van
de flinker Holligheid, maar klein is, als niet
veel meer dan een Once Vogts kunnende bevatten;
zo kan men rekenen dat al het Bloed, omtrent
in een kwartier Uurs, eens door ’t Hart
loopt. Immers men heeft weleer het Bloed
van een Menfch, dooreen genomen, maar op
vyfentwintig Pond gerekend , doch by nader
onderzoek van de holligheid der Vaten is ge-
bleeken, dat men ’t zelve, met de overige om-
loopende Vogten, voor ’t allerminfte, op eens
- zo veel moet fchatten. Welk eene Wryving,
nu, moet niet die klomp Bloeds ondergaan,
welke met zo veel kragt van. het Hart uitgeworpen
wordt, dat z y , in eene Minuut tyds,
149 Voeten wegs zou afloopen? Hoe vreeslyk
moet die Wryving en daar door de Hitte vermeerderd
worden, in heete Koortfen en andere
Kwaaien, als het Hart, of de Pols, ten minfte
twee- o f driemaal flaat in eene Sekonde? Immers
(*) Zie bladzyde 62»
v a n d e n M è n s c h . 267
#
mers de roode Bloedbolletjes, welker middellyn I. A fdeel.
of dikte, van vermaarde Mannen en bekwaam I I.H oofd-
tot dergelyk onderzoek, gerekend is op min-STUK*
der dan een ~ driedufeendfte deel van een Duim,
zullen daar door noodwendig moeten verkleind
óf in Wciagtige ontbonden worden.
Doch eene maatige Wryving van het Bloed Werking
was tot verfcheide inzigten fioodig, en dceze cl^ Lon‘
Wryving heeft zekerlyk plaats in de Longen,
daar de voedende Sappen in de allerkleinfte Vaatjes,
dóór de Perfing der Lugt, zo men met reden
onderftelt, tot roode Bolletjes en dus
tot Bloed gemaakt worden. Waarom'anders,
ontbreekt in de Meirtchclykc Vrugt. de hoog-
roode koleur aan het Bloed, en in de Viflchen
de Warmte ze lfs; dan dat in geen van beiden
dtc werking der Longen plaatsheeft. Hetzyn
twee SponsägtigeLighaamen, o f liever één, in
twee groote Kwabben verdeeld; waar van de
een de regterzydfche holligheid van -de Borft,
de andere de flinkerzydfcBe op vult , zyn-
de' door het Middelfthot van elkander afge-
fcheiden. In ’t geheel befchouwd zynde, heeft
de Long byna de figuur van een Ofie-Hoef; de
koleur is rood in ‘Kinderen, maar vervólgens
Wordt zy bleeker, en in Oude Lieden vindt
men ze blaauwagtig o f bont; ja fomtyds lood-
verwig. IedcT groote Kwab is in een menigte
kleine Kwabbetjes verdeeld, en deeze wederom
beftaan uit ontelbaare Blaasjes, troswyze te
famen gevoegd: want de geheele Long is een
1. Deei. i Stuk. Uit