I . AFDEEi..ook hun.zorgvuldig doet bedekt houden. De
II. Hoofd Hitte te Senegal heeft men, wel is waar, veel
stuk. grooter bevonden dan ergens op den geheelen
Aardkloot, zo veel my bekend is; naamelyk
38 Gr. op den Thermometer van Reaumur,
dat 117§ Gr. is op dien van Fahrenheit:
doch waarfchynlyk zyn ’er buitendien nog inwendige
Oorzaaken van deeze Zwartheid, mis-
fchien plaats hebbende in de Gal of in het Bloed,
gelyk fommigen willen.
Ziekien" De Negers zyn, zo wel als de Europeaanen, aan.
der Negers, de Kinderpokjes onderhevig , en deeze regtten
dikwils groote verwoeftingen onder hun aan,
doch men vindt niet dat zy eenig Middel daar
tegen gebruiken gelyk de Tarters, die ze hunne
Kinderen,- inzonderheid de Meisjes, al zeer
vroeg In-enten, op dat zy de Schoonheid van
haar Aangezigt niet verliezen zouden. Daarenboven
hebben de Negers nog een Landkwaal,
hun meer dan de Europeaanen, die daar te Lande
zyn , aantaftende, de Draakworm genaamd,
welke onder de Arabieren ook plaats heeft en
zeer gemeen is te Medina in Arabie, weshalve
zy dikwils Vena Medinenjis genoemd wordt.
F ockenbrogh zegt daar van , fchert'zende,
„ Guinéa is een Land, daar de Wormen niet
„ wagten tot dat de Menfchen dood zyn , maar
„ hun nog leevende doorknaagen”. Sommigen
egter verbeelden zig, dat het geen levendige
Worm, maar alleen een verdikt Vogt z y , onder
de gedaante van een lange, ronde, witagtïge
ge Koord, in een Ader vervat (* ); doch hoe komt j # afdeel.
het dan, dat men by het uithaaien van denzel- n. Hoofd*
ven geen Bloedftorting verneemt, enz. Boven-STÜK'
dien zyn de Negers, zo wel als de Europeaanen,
daar te Lande veelerley Ziekten, die uit On-
tugt en Overdaad fpruiten, onderhevig. Dit
maakt hun zo zwak van Natuur, dat zy zelden,
zegt men, veel hooger Ouderdom dan vyftig
Jaaren bereiken.
Het Zuiderdeel van Afrika wordt bewoond door De Kaffers,
een nog wilder en woefterVolk dan de Negers*
die men in ’t algemeen begrypt onder den naam
van Kaffers-, hoewel ’er tuflchen deze Volkeren,
die in byzondere Ryken zyn verdeeld, een
groot verfchil en een geduurige Oorlog is. Van
Gehalte zweemen zy naar de Negers, hebbende
platte Neuzen, dikke Lippen en wollig Hair
op ’t Hoofd, doch de Koleur is in veelen Kafta-
niebruin. Onder deeze Volkeren vindt men de
grootfte Beeflagtighcid, miflchien, die ’er by
Menfchen op den geheelen Aardbodem plaats
heeft. Zy eeten byna alles wat hun voorkomt;
doode Vifch, rottende Krengen en Zeehonden
zyn by hun een Lekkerny, en men verzekert,
dat ’er ook onder zyn, die Menfchen Aagten,
en gebraden zynde opeeten. ’t Aanmcrkelyk-
fte is, dat dit Volk tot een hoogen Ouderdom
komt, dikwils van over de honderd Jaaren; doch
Waarin)
Zie de .. 4Ivemeene Ocffenfchoole , uitgegeven in ’t
Jaar 1760, XII. Stukje, bladz. 490.