Inleiding.re Eigenfchappen, tot ons vermaak. Wat al
Voedzel vtrfchaft ons niet dc menigte van Eije-
ren, welken de Hennen en Eenden leggen, meer
dan tot Voortplanting van haar Geflagt noodig
fchynt.
De De Viflchen ziet men, door eene Wet der
Natuure , genoodzaakt de Afgronden van den
Oceaan, daar zy in veiligheid zouden z y n , te
verhaten, om het Strand en de Ondiepten te
naderen, alwaar men hun Strikken fpant. Am
deren, gejyk de Haring en Makreel, gaan van
de eene Kaap naar de andere, en dat regelmaatig
op zekere tyden van ’t Jaar, om vervolgens te
vallen in de Netten van de Viflchers. De Koe-
ten doorloopen by troepen de geheele uitge-
ftrcktheid der Zee, om ze naar den Oever te
jaagen en de Meeuwen geeven de plaats te kennen
, waar deeze Viflchen zyn, door hun vliegen
langs de Oppervlakte van ’t Water. Ook
brengt de Zee dagelyks Oellers en Mofle-
len voort , ten diende van den Menfch.
Wat nut geeven ons niet de -Walviflchen, door
hun Spek en Baarden, de Robben door hunne
Huid, de Walruflen door hunne Tanden.
De Zy- Wie weet niet, hoe de Zyworm ruim zo
worm, Ho'veci ten yoordeele van den Menfch aan zvn
rugby, enz. j u
'Tonnetje, dat hem tot deVoortteeling van zyn
Geflagt noodig i s , arbeidt, als ten nutte van
zig zelven. De By geeft zig veel moeite om
dien lekkeren Honig in te zamelen, zo aangenaam
van Smaak cn zo nuttig voor de Gezondheid
»
heid. Dus beftaat het ook met de Diertjes, Inleiding,
die, door hun boorcn in de Bladen van een foort *
van Eikeboomen, de Kermes - beziën doen
groeijen, zo dienftig tot Geneesmiddelen en tot
eene Verfftoffe. Om van de Vliegen die de
Vygen lieeken en ryp doen worden, benevens
veele andere nuttige Infekten, niet te gewagen.
Behalve de nuttigheid, welke veele Dieren dus Nuttigheid •
den Menfch toebrengen in de Huishouding enfncrd^ a
Burgerlyke Samenleeving, in den Landbouw, tieeskunde,
den Koophandel en Fabrieken; om kort te gaan,
in byna alle OmftandigHeden des Levens; hebben
zy in de Geneeskunde ook een byzondéren
dienft. Geen Plantgewaflen leveren zulke
kragtige Middelen uit, in veclerhande Opzigten.
Laat ons eerft het Voedzel befchouwen , ’t Tot herftelwelk
, hoewel in Gezondheid onvermydelyk, jj"08J eanVer.
niettemin van dp grootfte noodzaaklykheid is zwakkincen*
in de verzwakking van het Lighaamsgeftel en
verval van Kragten. Wanneer die Kwaaien, de
gevaarlykften zeker in de Geneeskunde , tot
den Hoogden trap gefteegen z y n , welken men
de Teering noemt, kan men ijnmers geen be-
kwaamer Hulpmiddel vinden dan de Geiten- o f
Ezelinne Melk. Daarenboven vindt men Voorbeelden
, dat de uitwaafeming en warmte van
friflche jonge Dieren, aan ’t Lighaam gelegd,
Menfchen, die op den Oever des Doods, lchee-
nen te zyn, als hebben doen herleeven. Dun
Vleefchnat is een Spys, die van de zwakfte Ingewanden
en van zodanigen, voor welken zelfs
I.Dkki. SSno»' D 4 dtó