l. Afdeel. Spit draaide, reeds, met veel behendigheid, de
m. HooFD-Billen hadt opgegeten van den Kalkoen , waar
van z y , by geluk , he.t overige nog behielden.
De Meelter wilde egter den Aap toen niet
flaan, dewyl hy denzelyen tot zynen dienlt noo-
dig hadt, en, inderdaad, de Aap fchonk voor
’t geheele Gezelfchap in, na dat hy de Glazen
wel hadt omgefpoeld, en begaf zig eindelyk,
op zyn beurt, zelf aan ’t Beten en Drinken,
geevende de Gallen door de grimmaflen, die
hy maakte, veel pleizier.
Een d:e te - Men kan naaüwlyks twyfelén, o f het is de
zfen zelfde foort van Dieren , waar aan de Engelweeft.
fchen den naam. geeven van Cbampaniz, volgens
den Abt Prevqst, o f Cbimpam.ee volgens
den Heer Klein. ' Zodanig een Bofch-Menfch
o f Sater is, in den Jaare 1740, op de St.Lau-
rens-Markt te Parys te zien geweeft , zynde
toen, zo men verzekerde, veertien Jaaren oud.
Hy werdt, van de genen, die hem lieten zien,
Kimpezé of Quimpenfée genoeind, en zy verhaalden
, dat twee anderen, van den zelfden
Ouderdom, met welken hy over Zee naar Eu-
rppa gevoerd werdt, op de Reize aan’tScheurbuik
geltorven waren, welke Ziekte heïn ook
alle de Tanden hadt doen uitvallen. Gezeten
zynde, fcheen dit Dier de grootte te hebben
van een Kind van zes Jaaren, maar het was
lyviger. Het hadt een plat Aangezigt, byna
geen Neus, zo dat het van Gelaat zeer veel
naar een oud Tandeloos Besje zweemde. Over
i v Y ’t L y f
:,t L v f was het byna geheel kaal, zynde niet I. Afdeel,
tlan met een foort van Wolagtig Hair, Kalta- iii.Hoo,,,-
niebruin van koleur , bedekt. Het- was zeer
zagtzinnig en gehoorzaam, blyvcnde gewillig
overeind ftaan; doch, ’t geen de Aanfchouwers
'allermeelt verwonderde, was, dat het tekenen
van fchaamte gaf, wanneer men het naar.de
Mannelykheid tailte, om zig van de Kunne te
verzekeren, ’t Gebeurde èens, dat het zodanig
een Nieuwsgierigen een goeden flag om de Oo-
fen gaf 5 doch aanftonds, bemerkende dat zyn
■‘Meelter ’er toornig over wierdt, Helde het zig
in .eene biddende geltalte , met gevouwen Handen
fchreiende en huilende, byna even als een
"Kind, dat vergiffenis van zyn kwaad doen fmeekt.
D e Meelter niettemin , wat brutaal zynde, kon
door het verzoek der Aanfchouweren niet weerhouden
worden, van het arme Dier wakker af
te rollen; waar op het de party koos van de
Ragen te ontwyken, loopende op vier Pooten
gelyk een andere Aap. Het hadt den Buik dik
Uitgezet, gelyk Kinderen die de Engelfche Ziekte
•hebben, • en heeft niet lang daarna geleefd.
‘ ik zal hier eindelyk byvoegen deBefchryving Een, die
'van een dergèlyk Schepzel, waar van de Af beel- bewaa^i e°
'ding hier voor geplaatlt is, zynde getekend naar wordr^ ^
het weezentlyke Onderwerp, dat te Londen in
de Verzameling, die men het Brittiifch Mufeum
noemt, voornaamelyk uit het nagelaten Kabinet
van den vermaarden Ridder Sloane beftaan-
de, nog heden bewaard wordt. Het werdt
I . D e e i . i S t u k . Y 5 eerlt