I» Afdeel, inwaards van dezelven af. De Nagelen der
IV,Hoofd. Voorpooten zyn gerond, die der Agterpooten
Elswyze fcherp. Het draagt zyne Jongen op
de Rug. Men verhaalt dat deeze Aapen by ’t
op- en ondergaan van de Zon te famenkomen,
en een foort van Vergadering houden, De.
Woonplaats is in Zuid-Amerika, in ’t byzonder
in Brafil, alwaar het Guariba genoemd wordt.
(8) Gefiaavte Baard-Aap , met een gekuifden
Baard en een Toupet op V Voorhoofd.
Bia»a. 5 waar van de Afbeelding door den
Pi. v i . Heer L in nt eu s , gelyk zy hier nevens gaat, in
* de Verhandelingen der Koninglyke Akademic.
van Stokholm is gegeven, wordt door hem aldaar
in ’t breede befchreeven. Het is wat groo-
ter dan een gemeene Kat. De Koleur is over,
’ t geheele L y f zwart, doch met kleine witte
Stippeltjes, alzo de Hairtjes aan de punten wit
zyn. Van ’t midden der Rugge tot aan de
Staart, egter, heeft het eene bruine Koleur,
en van de Staart a f, langs de D y , tot aan de
Knie toe, is het Hair, aan den binnenkant, rood-
a§tig vaal, even o f ’t ’er Bloedig ware. Aan
de buitenzyde loopt een witte ftreep, van de
Staart tot aan de Knie. Zo heeft het ook wit
Hair, van de Ooren a f, tot aan het buigen
der Voorpooten, als mede over de geheele
Keel
f8 ) Simia Caudata Barbafa, fronfe barbaque faftigrara.
Stokh. 175-4. P' 210. Tab. VI. Cercopitheeus Bar-
batus Guineè'nfis. M aRcgr. Ut af. 227, Tab. 228. R at,
Quadr. 159. Cercopitheeus Baihatus: 2. C lus Exot. j i t .
Keel en Borft. Zelfs een gedeelte van den I. Afdeel.
Baard is wit, waar by h a zwarte Aangezigt en
het overige van den Baard, dat kort is en rond
befneeden, aardig affteekt. Het Voorhoofd is
verfierd met een Toupet van wit Hair, eeni-
germaate naar een Wadende Maan gelykende.
De Pooten zyn altemaal met Vingers en Nagelen
, gelyk Menfchen Handen. Deeze Aap is
van Guinée afkomllig. Hy nuttigt allerleySpy-
zen, gelyk de Menfchen, behalven Vleefch;
van Boomvrugten, Nooten, Amandelen en Ro-
fynen, houdt hy veel. In het gebruiken van
natte Spyzen, Bry of Sop, trage hy zorgvuldig
zyn Baard fchoon te houden, en houdt z ig ,
voor ’t overige, zeer zindelyk, tegep de gewoonte
der andere Aapen. Hy bemint de beweging
zeer, en fchynt zyn vermaak te hebben
, in Tafels, Stoelen, en alles wat overend
ftaat, t’onderfte boven te fmyten, zo hy ’er
maar by kan komen. Met Kinderen fpeelt .hy
gaarn en zal uit zig zelf niemand kwaad doen
o f het moeiten Vrouwsperfoonen zyn, gelyk
de gemeene eigenlchap der Aapen is; die h y ,
inzonderheid als ’er Mansperfoonen tegenwoordig
zvn, op' ’t L y f fpringt, en in de Armen of
Beenëft byt, doch zyn Beeten hebben weinig
te beduiden; alzo ’er naauwlyks een blaauwe
Plek van komt. Men kan hem egter ligt toornig
maaken, gelyk wanneer hy op de Schoot of
Armen zit van een hem bekend Perfoon en een
ander Helt zig aan om dien Perfoon kwaad te
J . D e e l . i S i u k . Z 5 doen.
•*T; jn
m