Inleiding, neer het Mannetje ritzig is, zweeft het her- erf
derwaards, lleekende zyn Staart uit, die gevorkt
is en open als een Schaar. Zo dra hy het' W yf-
je vindt, vat hy hetzelve met deezen Staart, en,
dus gevangen zynde, is zy genoodzaakt haaren
Minnaar te volgen, om vvieii weg teBootenzy
den haaren óptrekt tegen de Borft van dit driftig
en vinnig Dier 5 maar dit is juiffc de plaats j
daar de deelenzyn, tot de Voortteèling gefohikt.
Dus geeft zy gelegenheid om overwonnen te
worden, als of zy zig verontwaardigde zelf de
Overwinning te behaalen in dit Gevegt. •
HetHafrof; Het Haft o f Oever-Aas onthoudt zig wel
Oever-Aas. °
een Jaar, en langer, in de K ley, als een Wormpje;
naderhand zwemt het in ,’t Water, zynde
met Vinnen voorzien , als de Viffchen; maar andermaal
verveld zynde krygt het. een nieuwe ge.,
daante, vliegende in dé Lugtals de Vogelen, en
op deeze wyze leeft het flegts eenige Uuren:
een tyd, egter, die genoeg moet zyn tot des-
zelfs Paaring en Vooitteeling. ;
De Mug- r De Muggen bevinden zig, in haaren eerften
ftaat, ook als Wormpjes, onderWater: haar
Lighaam is .dikwils bedekt met Strootjes, Zand
o f ftukjés van Bladeren, waar door zy de gre-
. tigheid haarer Vyandem ontduiken. Als men ze
dus in de Modder leggen ziet, kan men naauw-
lyks geloovén, dat fommigen van deeze Wormp^
jes eerlang, zo fierlyk gepluimd; en met zo veel
vlugheid,' als danzendë en zingende, in de Logt
- verfchynen zullen.-
De
De Lelie-Torretjes bedekken zig, onder de Inleiding.
gedaante van Wormpjes gemaskerd zynde, g£- De Lelie,
heel met hunne Vuiligheid, miflchien om niet
ontdekt te worden door de Vogeltjes.
Het ■ Schuimbeellje, dat meelt in droog warm Her
_W „ , , ' , Schuim-
Weer gevonden wordt, verbergt zig tegen t beertje,
branden van de Zon onder zyn eigen Schuim- of
Speekzel.
De Weegluis met een puntige Snoet, heeft wZekere
het geheele Lighaam bedekt met Vezeltjes van
allerley foort, en, om zig te beter te vermommen,
loopt zy nu. op de.eene dan op de andere
wyze; wordende door dit maskeren, dat z y zig
zelve doet, van een zeer fraay Infekt, gelyk zy
was, affchuwelyker dan een Spinnekop.
De Mot-Worm, die de Behangzels zo zeer De Mot.
bemint, of liever vernielt, leeft en geneert zig
in haare Verblyfplaats, welke gemaakt is van ’t al-
lerfynlte Geweefzel der Stolfe: maar, onder het
bouwen van haar Logiment groeit de Mot, én
wordt te groot om ’er gemakkelyk in te woo'
nen. Zy moet derhalve nog meer affcheeren,
om grooter ruimte te hebben, en kort daarna,
dewyl zy geduurig groeijende blyft, ziet zy z ig
genoodzaakt haaren Arbeid te hervatten , om
haare Woonplaats laqgs hoe meer te vergrooten.
Dus neemt haar Werk van dag tot dag toe, zo
dat men zeggen zoude mogen, dat dit kleine
Diertje veroordeeld z y , even gelyk Sizypbus,
om zonder ophouden een Steen tegen een Berg
op te rollen. Indien men het toelaat zig te nes-
I. Dïsi. 1 Stuk. B te