B 308 E 5 C H R V V I » O
I. Afdeel. over> door een Opening het Ovaale Gat * ge-
II. H o o f d naamd, die de ongebooren Vrugt eigen is, en
STÜK' naderhand allengs geflooten wordt; ten zy men
0y^°er4mendezelve door gewoonte open houde: gelyk men
wil dat in de Duikelaars en andere Ménfchen,
die een gemimen tyd zonder Ademhaaling lee-
ven kunnen, plaats heeft.
Duiiring De duuring der Zwangerheid in ’t Menfche-
derZwan- jyj^ Geflagt, is gewoonlyk van negen Maanr
den; wanneer men ze gt, dat de Vrugt op haar
tyd ter wereld komt. Zelden egter loopt de
negende Maand vol uit, ten zy men op Maa-
nefchynen wilderekenen, van agt-en-twintig Dagen.
En hier mede komt overeen, dat, volgens
de Waameeming der Vroedvrouwen , de
tyd der Kraam omtrent tuffchen den tweehonderd
- twee - en - vyftigften en tweehonderd-
vier - en - zeventigften Dag na de Bevrugting,
invalt. Egter zyn ’er Voorbeelden van veel
vroeger Kraam, en zelfs van levendige Kinderen,
op de vierde, vyfde en zesde Maand ge-
booren; doch de zodanigen fchynen niet in ’t
Leven te kunnen blyven, die voor ’t begin
van de zevende Maand, dat is voor den hon-
derd-twee-en-tagtigften D ag, ter wereld komen.
Sommigen hebben zig verbeeld, dat Kinderen
van de agtfte Maand meer gevaar loopen om
jong te flerven, dan die van de zevende, en
dit Gevoelen is zelfs vry algeméén aangenomen
ge-
• (*) Men zie, by »oorbeeld, het Verhaal van Bartho-
uhüs , daar hy de Hiftorie van een Kind, dat op dezes-
' - . . . tien
V A N D E N M E N S C H. f3<>0
geweeft: maar de Ondervinding heeft het te - 1. Afdeel.
crendeel doen blyken. Men ftelt hedendaags, h.Hoofd*
hoe nader de tyd van negen Maanden uitgeloo- stuk.
pen is, hoe meer waarfchynlykheid, dat het
Kind in ’t Leyen blyven zal. Men erkent, dat
die van zeven Maanden doorgaans zwak zyn en
zelden tot VolwalTenheid komen.
Zo ftrekt zig dan de tyd der Kraam v an ’ t g r o v e r
begin der zevende tot de volle negen Maanden Maanden,
uit, en dat vroeger komt wordt voor een Mis-
dragt gehouden. Maar de Vraag is, hoe ver die
tyd* fomtyds wel over de negen Maanden loó-
pe? De Romeinen, hielden de Kinderen, die
na de tiende Maand, zo men voorgaf, geboo-
ren waren, voor Onwettig. Het Parlement van
Parys heeft een Meisje, van den driehondeid-
en-vierden Dag, voor Wettig erkend, en een
ander, van den driehonderd-en-twaalfden, veroordeeld.
In Regten moet zekerlyk een be-
paaling daar omtrent zyn, en ’t komt vreemd
voor, dat die van Montpellier een Kind van
twintig Maanden nog voor Wettig houden.
| Is waar, men vindt verfcheide Berigten van
Kinderen, die o v e r ’t Jaar, ja anderhalf Jaar
en langer na de Bevrugting, zouden tér wereld
gekomen zyn; doch by kundige Luiden zyn
die Gevallen doorgaans van Bedrog verdagt (*).
Qp de elfde Maand weet men dat Kinderen ter
wereld gébragt zyn , die dan ook fomtyds llerker
tien Maanden ter wereld gekomen was, befchryft. Cent.
H l- H‘fi- Sfc v
i.PEÏV. I. Stuk. V 3