H2.6 B E S C H R Y V I N G
I. Afdeel, gerekend heeft (*). Hoe veel waarfchynlykeris
II. Hoofd- dit dan de byflere begrooting , die men thans
•tijk.. weder als iets nieuws ziet te berdebrengen, en,
Ricciolus als ’t ware tragtende te overtreffen,
dit getal op 953 millioenen fielt. Honderd
millioenen Menfchen is inderdaad wat veel, om
daar mede zo ruimfchootig te zyn.]
Befchry. Dus de Natuurlyke Hiflorie van den Menfch,
Menfche- door den Heer d e B u f f o n , beknoptelyk, met vee-
haam'8" R Byvoegingen voorgedragen hebbende, gaaik
over tot de Befchryving van ’t Menfchélyk Lig-
haam,uitdeNafpooringen enOntdekkingen van de
oude en hedendaagfche Anatomiflen opgemaakt.
In de Ontleedkundige Befchryving van den
Menfch, en van alle andere grooteDieren, kan
men gevoeglykfl eerfl fpreeken van de Beenderen
: want die zyn het, welken de Geflalte van
het geheele Lighaam beter uitdrukken, dan eeni-
ge andere vafle o f vloeibaare Deelen: zy gee-
ven fleunzel aan de Spieren, die het Lighaam
bewéegen: zy blyven in weezen, wanneer al
het overige door Verrotting is vergaan.
De Groei- In de Beenderen komt eerfl hunne oorfprong
beenderen. of aangroeijing in aanmerking: want in de on-
gebooren Vrugt vindt men, in de eerfleMaanden
, in ’t geheel geen Beenderen. Die Lig-
haamsdeelen, welke naderhand Been worden,
zyn alsdan Vliesagtig, uit verfcheide Vezelen
en zeer kleine Vaatjes famcngefleld, waar van
zy
(*) GiJJingen c-ver den Staat van 't Menfchelyk Grjlagt.
Amfteid. 1740. Bladz. 328.
zy gevoed worden. Deeze Vezelen en Vliezen I. AFDr.itt.
worden vafler door het verdikken van het Wa- II. Hoofd-
terige Vogt, in dezelven vervat, en als Kraak-STÜK*
beenig. Tegen de eerfle Plaatjes, vervolgens,
nieuwe laagcn van Vezelen en Plaatjes aan gevoegd
zynde , worden die allengs vafler gemaakt
, en door middel van fchuinze, dwars-
loopende Vezeltjes, als met Spykers o f Nagelen,
famengehegt zynde , groeit ’er eindelyk
Been van; dat zo veel vafler van zelfftandlgheid
is, hoedigter de Plaatjes tegen elkander aan gevoegd
z y n , en altoos is derzelver tuffehenruim-
te met een Mergagtig Sap gevuld.
De Beenderen zyn van veelerley figuur. Men Derzeker
vindt ’er die Plaat- of Schottelswyze zyn , en Geleding,
gefchikt, om, met anderen famengevoegd, een
Holligheid te maaken, die eenig voornaam Lig-
haamsdeel bevat; gelykde Beenderen van ’t Bekkeneel
; of geheel plat, om breeder aanhegting en
meer vafligheid te hebben, gelyk de Schouderbladen
enlleupebeenderen. De meeflen zyn langwerpig
, en of Boogswyze gekromd, gelyk deRibben,
o f byna regt uit geflrekt, gelyk die der Lede-
maaten. In ’t algemeen hebben zy veelerley
Uitwaffenen Plolligheden, dienende tot de Geleding
met elkander en om meer kragt te gee-
ven aan de werking der Spieren. - Veelen deezer
Uitwaffen zyn in de Jongheid Kraakbcenig,
doch worden in de Volwaffepheid volkomen
Been: waar uit blykt , om wat reden het Sa-
menflel der Bejaarden zo veel flerker is , dan
I, Dm, i Siük, P 2 (Jat