lNLEiDiNG.de deden van den Boom of het Boompje beflaan.
Sommige kiezen de Bloemen ui t , anderen de
Stam, eenigen de Bladeren, anderen weder de
Wortelen.
d UitBPr f 8 Het geen,in dezen,het allerverbaazendfte voor-
door het komt, 'is te zien, hoe de Bladeren van zekere
derinfek. Boomen, of van zekere Planten , wanneer de
ten. Eijeren der Infekten daar op gelegd zyn, fom-
tyds in de gedaante van Nooten uitpuilen, om
de Jongen, die uitgebroed worden, gemakke-
lyk te huisveften.
* JQermet Zo dra het Ziertje *zyne Eijeren gelegd heeft
op de Takken van den Denneboom, ryzen daar op
langwerpige Bultjes, in de gedaante van Erwté-
peulen. Daar is een ander Soort, diehaareEije-
■j- Cer At'mm ren legtop het StJansBroodfof op de Eerenprys,
welker Loof zig aanftonds famentrekt en tot ronde
bollen als een klein Hoofdjé vergadert. Een
§ Tipula Langpoot § legt zyne Eijeren aan 't end der Takken
van den Geneverboom, alwaar zig een klein
driekantig Huisje verheft, o f op de Bladeren
vandenPopelier, ’twelk ’er een rood Knobbeltje
doet groeijen. Zekere Plantluislegt de zynen op
de Bladeren van den zwarten Popelboom, dewel-
ken opzwellen en iets maaken dat naar een Zak
o f Beurs gelykt. Even zo is het met de Infekten
van verfcheide andere Boomen , Heefters en
Plantgewafien.
Het zyn de Planten alleen niet, die door de
Infekten worden uitgekoozen tot hunne huisve-
fting en tot het leggen van hunne Eijeren. De
Mug-
Muggen leggen ze in ’t Water, voornaamclyk Inleiding.
van Poelen o f Moeraden. De zogenaamde
Een-Oog *, of Water- Vloo met getakte * Monoat.
Hoornen, vermenigvuldigt zig zomtyds zo flerklul
in Graften en Slooten, dat men gemeend heeft
dat het Water in Bloed veranderd was. Andere
Infekten zyn ’e r , die hunne Eijeren leggen op
verfchillende Plaatfen. De Piflebed doet zulks
in rottende vogtige Vuiligheid: de Vetmade f | Dermejies
in de Vagten of Bontvellen: zekere Vliegen in
de openingen van de Kaas. Andere Infekten leg"
.gen hunne Eijeren op zekere plaatfen in het Lig-
lann der Dieren; de Water-Myt legt de haaien
tudchen de Schubben der VilTcheri.
Vier Soorten z yn ’er van Horfels; de eene leg£g^ ^ ei<*e
haare Eijertjes op de Rug der Oflen; de andere vanHorfels.
op de Rug der Rendieren ; de derde in de Neusgaten
der Schaapen; de vierde houdt zig verborgen
in de Darmen of in de Keel der Paarden; waar
uit zy dikwils niet dan in ’t begin van den volgende!
Zomer uitgaat.
De Rendieren in Lapland worden zodanig geplaagd
door de Horfels, die den ,geheelen dag
rondsom hun zwerven, dat zy de ylugt neemen
op Gebergten met Sneeuw en Vs bedekt, allerley
fprongen maakende, hunne Ooren opfteekende
en zig in duizenderley poftuuren beweegende, om
dit kleine Dier, dat hun vervolgt, te ontkomen.
De Vlieg verlaat hun niet, voor dat zy middel
gevonden heeft om haar Eitje te leggen op de
■ RugdeezerBeeften: het Jong , daar uit voortge-
I. D eel, (S tuk. ko