I. Afdeel. De Kleederen-hangen hun los om ’t Lyf. Zy
II. Hoofd- worden door Gevoelens geregeerd.
stuk. J3e Afrikaanen zyn zwart van Huid, en
kaan. van een flap waterig Temperament. Zy hebben
zwart, ondereengedraaid , Wollig Hair op ’t
Hoofd; de Huid zagt als fluweel; de Neus plat
opgewipt en dikke Lippen. De Vrouwen
hebben lang neerhangende Borften. Deeze
Menfchen zyn boosaartig, luy, agteloos; zybe-
fmeeren hun Lighaam met Vettigheid, en worden
door Willekeur geregeerd.
De mon- De Heer L inn^eus telt als een zesde Ver-
wanfcha- fcheidenheid onder de Menfchen, de monstreu-
r , SE o f wanfchapen Menfch. Deeze Wanftaltig-1
Menfch. ■ r T
heid, zegt hy, hangt fomtydsaf van de Woonplaats
of ’t Gewefl:: dus vindt men Menfchen
op fommige Bergen, die klein van Lighaam
doch werkzaam en vlug, maar tevens vreesag-
tig zyndaarentegen zyn de Inwooners van ’t
Zuidend van Amerika, aan de Straat van Ma-
gellaan, zo men berigt, byfter groot van Statuur
en traag. Somtyds wordt, zegt h y , de
Menfch door Konft, o f met Voordagt, wanfchapen
gemaakt: de Hottentotten, by voorbeeld
, onder welken alle Mansperfoonen maar
één Bal hebben. De Hiftorie der Amazoonen,
Vrouwsperfoonen zomen wil, die zig, om beter
de Wapenen te kunnen voeren , van een
Borfl: beroofden, neemt hy niet in aanmerking:
maar wel dat de Vrouwelyke Sexe, in fommige
Landen van ons Wereldsdeel, door den
Midw
Middel ftyf te knellen haar Lighaam een mis-1. Afdeel
maakte Geftalte geeft. Andere Natiën op den II. Hoofd-
Aardbodem, zegt h y , doen zulks, door d ê sTUtt'
jonge Kinderen het Hoofd famen te drukken,
waar door het puntig naar boven uitpuilt by de
Chineezen en plat van vooren wordt by de Inboorlingen
van Kanada.
Hier by kan ik met regt voegen de menigvul- Toevallige
, . ^ ^ i -»yr W anltaing»
dige Wanftaltigheden, m t Geflagt der Men- heden.
fchen voorkomende , die door de Natuur toevallig
veroorzaakt zyn. Deeze beftaan, of in
een bovenmaatige Langte en Grootte ; of in een
buitenfpoorige Dikheid en Zwaarte van het
Lighaam; of in een byzondere Kleinheid, gelyk <-
in de Dwergen , die dan ook doorgaans gebog-
held zyn; of dat twee Menfchen aan elkander
zyn gegroeid; of ook in eene overtolligheid o f
gebrek van eenige Ledemaaten, een Scheefheid
o f Kromte van dezelven o f van ’t geheele
Lighaam, en andere mismaaktheden.
Reuzen zyn ’er, weet men, oudtyds geweeft,
ja, naar.’t fchynt, geheele Geflagten of Fami-
liën van Reuzen. Ook komt ’er nu en dan
nog een Menfch voor, die de gewoone Grootte
veel te boven gaat. Zekere Aymon, die den
Aartshertog F erdinand van Ooftenryk voorTra-
want gediend heeft, was elf Voeten hoog. Hertog
Johan F r e d e r ik hadt aan zyn Hof , te Ha-
nover, een Trawant, uit het Ampt vanMuhden
yafkomftig, lang vier Ellen en zes Duim, gelyk
zyn Graffchrift aanwyft. Hy ftierf in ’t Jaar
j , D s e l . i S t u k , K 1 6 7 6 ,