WÁY-ABBO (DE), riv. in Oost-Indiii, resid. Ambon. Zie Abbü (1),
WAYAMBO , naarri , welken de Negers geven aan de suikerplant.
W a y a h p ib o , in Nederlands-Guiana . kol. Suriname. Zie W a y a h p ib o .
WAYAMOE, koffijplant. in Nederlands-Guiana, kol. Suriname,
aan de Wayamoe-kreek, ter reglerzijde in het afvaren ; palende bo-
vcnwnarts aan de koffijplant. Klein-Jalousie, benedenwaarts aan de
Perica; 1146 akk. groot; met 156 slaven. De Negers noemen haar
R e d l o o . •
WAYAMOE (LAND-VAN-), veri, kostgr. in Nederlands-Guiana,
kol. Suriname, aan de Perica-kreek, ter regterzijde in het afvaren ;
palende bovenwaarts aan den mond der Wayamoa-kreek, benedenwaarts
aan de veri, plant. Amsterdam.
WAYAMOE-KREEK (DÉ), kreek in Nederlands-Guiana, kol. Suriname
, die , met eene westelijke strekking, in de Perika-kreek uit-
loopt.
WAYAMPIBO, suikerplant. in Nederlands-Guiana, kol .Suriname,
aan de Boven-Commewijne, ter linkerzijde in het afvaren ; palende
bovenwaarts aan de verl. suikerplant. Nimmerdoor , benedenwaarts
aan de verl. suikerplant. Appecappe ; 2000 akk. groot ; met 130 slaven.
Zij wordt bewerkt met eenen beestenmejen. De Negers noemen
haar W a y a h b o .
WAYANG (DE), berg in Oosl-hidii, op het Sundasche eil. Java ,
resid. Preanger-Regentschappen, lusschen het Bandongsche lands. Tji-
peudjae en bet Tjanjorscbe lands. Kandang-Wessir, 18 palen Z. van
de hoofd-kampong Tjiparay. — Het is een der hoogste toppen van
het ¡westelijke Kendang-gebergle.
WAYCORIBO , houlgr. in Nederlands-Guiana, kol. Suriname , aan
de Casiwinica-kreek, ter linkerzijde in het afvaren ; palende bovenwaarts
aan den verl. houtgrond Mapabo , benedenwaarts aan h e t Land-
van Quapibo ; 4000 akk. groot; met een niet groot aantal slaven.
WAYCORIBO (LAND-VAN-), verl. kostgr. in Nederlands-Guiana ,
kol. Suriname, aan de Casiniwica-kreek , ter regterzijde in het afvaren
; palende bovenwaarts aan den verl. houtgrond Vier-Azen , benedenwaarts
aan den houtgrond Quapibo.
WAYER, batterij in Oost-Indie , op het Moluksche eil. Banda.
WAYGAMME , eil. in Oost-Indie, in den Moluksche-Archipel. Zie
M i s s o v a i .
WAYGEEUW, W a y g e o k , W aygeo o f W a y g io e , e i l . i n Oost-Indie,
i n d e n Moluksche-Archipel. Z i e W ag eo.
WAYHOEKL, d . in Oost-Indie, resid. Ambon, op het Moluksche
eil. Amboina, op de kust van Leytimor. .
WÄY-KOKA (DE)-, riv. in Oost-Indie, in het Ambonsche eil. Boe-
urang-Besi, met eéne oostelijke rigting in den Archipel-van-St.-Lazarus .
nitloopende.
WAY-ROKA (HOEK-VAN-), kaap in Oost-Indie, in den Archipel- I
vari-St.-Lazarus, aan de Oostkust van het Ambonsche eil. Boewang- I
Best.W
AYMALOE, d. in Oost-Indiii, op het Sundasche eil. Panyesane, I
in het binnenland.
WAYMATTA , oud d. in Oost-Indie, op het Ambonscheieil. Ccram.
Zie A u m a t t a .
(1^ Eveneens zoeke men de overige met Way zamerigestelde 11 am e n , die liier niet
govonden worden, op de woorden van önderscheiding.
WAY-OEME (DE), riv. in Oost-Indie, resid. Ambon, op het Moluksche
eil. Ambon, kust van Uiloe, welke, met eene noordwestelijke
rigting, in den Archipel-van-St.-Lazarus uitloopt.
WAYPAL1TI, d. in Oost-Indie, resid. Ambon, op het Moluksche
eil. Amboina, schiereil. Hitoe, gesp. Oeli-Holawan.
WAY-POETEII, oud d. in Oost-Indie, resid. Ambon, op het Am-
bonsebe eil. Ceram, op Hoewamohel, aan de Oostkust.
WAY-SAMMA , oud d. in Oost-Indie, resid. Ambon, op het Moluksche
eil. Boero, aan de Noordwestkust.
WAYSAMOE, d. in Oost-Indie, op het Moluksche eil. Ceram, op
de Oostkust van Iloewamohel.
WAYTE, eil. in Oost-Indie, in de Straat-van-Makassar, aan de
Westkust van het Sundasche eil. Celebes; 0° 40' Z. R., 157° 4; O.E.
He't is rotsachtig. -
WAYTI, eil. in Oost-Indie, in de Indische-zoe, aan de Zuidoost«
kust van het eil. Timor, een der Kleine-Sunda-eilanden; 8° o9/ Z.B. ,
144° 84' O. L.
WAYTIMA , voorm. d. in Oost-Indie, op het eil. Xoela-Mangoli,
een der Xoela-eilanden, dat door den oorlog ontvolkt en eindelijk ge-
heel verlaten is.
WEAZE (DE) of d e W a b sb , gracht, prov. Friesland, kw. Oostergoo,
griet. Leeuwarderadcel, welke bij de uitleggiug van omstreeks het
jaar 1480 aan de- stad Leenwarden getrokken is, en thans het zuid-
oostelijk gedeelte dier stad uitmaakt.
De benaming schijnt afkomstig te zijn van het woord weaze of waese,
dat in het Friesch,, en ook in het Gothisch, slijk, modder, dras en
moeras beteekent, gelijk waezig, beslijkt, modderig. Vandaar, dat de
Hoogleeraar W a s s e n b e b g h (1) meende, dat dit oord vroeger de modder-
en vuilnishoek der stad was, dewijl deze stoffen van daar door de Wa-
terpoort gemakkelijk konden vervoerdtworden. Het is vrel niet onwaar-
scbijnlijk , dat er, voordathet aschland buiten de stad aangelegd werd ,
hier eene bergplaats van haardasch en straatvnil was. Liever denken wij
evenwel, dat de lagere, aan de helling van den ouden zeedijk sterk af-
dragende en daardoor slijkerige grond, voor dat deze bewald en be-
straat werd, aanleiding tot dezen naam heeft gegeven (2).
WEBOSCH (DE) of d e W e e b o s c h , geh. in de Meijerij van 's Her-
togenboscli, kw. Kempenland, prov. Noord-Braband, arr., kant.-en
4 j n. Z. W. van Eindhoven, gem. en 1 u. W . Z. W. van Bergeyk,
in den uithoek de Wcbosch-en-de- W ilre y t; met 62 h. en 280 inw.
Eertijds stond hier eene kapel ten gebruike van de R. K. van dit
en andere afgelegene gchuchten.
WEBOSCH-EN-DE-WILREYT (DE), uithoek van de gem. Bergeyk,
in de Meijerij van ’s Hertogenbosch, kw. Kempenland, prov. Noord-
Braband, arr. en kant. Eindhoven , gem. Bergeyk.
Deze uithoek bestaat uit de geh.: de We b o s c h , S p a a n r y t ,
de Wi l r ey t en Gr o o t-Wi l r ey t. Men telt er 90 h. en 580 inw.,
en heeft er eene school, diegemiddeld door een getal van 80 leerlingcn
bezocht wördt.
WEGHEL, W e c h e i e of W e g g e i e , buurs. in de ambtmannij Colmschale ,
prov. Overijssel, arr., kant. en | u. N. O. van Deventer, gem. en
1 u. Z. 0 . van Diepenveen , met 8 h. en 90 inw.
[1; Taálk. Bijdragen. 1). X, bl. '3 .
S|) Zic EEKHorr , Geschiedfcundige Beschrijving van Leeutvarden, D. I , bl. 305.