U. eil Z. ingesiotcn en beveiligd tegen de stcrke slroomen. Aldus slrekt
W iebingen tot een bolwcrk en voorwal voor. West-Friesland, tegen den
aansloot van den slroom , die door het Tcxelsche Zeegat instroomt cn
anders legen den YVest-Frieschen-zeedijk zou aanloopen.
Hel eil. onlleent zijnen naam van het zeegras, ivier genoemd , dat
er rondom, op de waardgronden en verdronken landen , wast, en van
hclwclk inen vast opeengepakte riernen voor en rp de kleidijken zet,
die van ongemeene dienst zijn , om den slag van het water te wederstaan
en de dijken te beschermen.
Hel eil. W iebingen is niet van rondom bedijkt, en het grootste ge~
deelte der westzijde en de geheele noordzijdc van Westerland , waar
het land veel hooger ligft, heeft geen dijken. Men rckent, dat vyf
zesden gedeellcn van het ciland bedijkt zijn. Overal waar dijken zijn ,
worden zij door de eigenaars der landen, volgens de hoefslagen of
hunne bijzondere verdeelingen, onderhouden , ten zij er zoo veel dijks
door de zee wordt weggenömen , dat de kosten voor de Ingelanden
tp zwaar zouden worden , in welk geval dit op kosten van het gemeene
land gesehiedt. De dijken zijn , tegen den aanslag der zee, inet een riein
van wiqr voorzien , met klei en aarde er achter. Op sommjge plaat-
sen heeft men ook eenige wierhoofden in zee nitsteken , om de kracht
van den slroom af te wenden. Deze dijken en hoofden moeten gedurig
verzwaaid worden j doch men vervangl langzamerhand den wierdyi
door eenen stcendijk.
W iebingen bevat de dorpen II y p o l i t u sh o e f , hetwelk de hoofdplaals
i s , den Oever , Oo s t e r l a n d , S t r o c en We s t e r l a n d , benevens.
de geh. en b. de B e l t , Bu ur t w e i , d eN o o r d -E l f t , de Z u i d-
El f t . , Oo s t e r -K1 i e f , We s t e r -Kl i e f , N o o rdc rb u r en, Normer,
Sme r p e n No o r d e r - S t r o e . De dorpen zien er goed ui t; de
huizen zijn doorgaans beneden van steen en boven van hout, overal
hecrscht zindelijkheid en orde.
Het eilahd wordt in zynen omtrek op vier en een half uur of omtrent vijf
uren gaans gerekend. In zijne grootste lengte acht men het twee uren
gaans en in de breedte weinig minder dan een half uur. Het bcsioeg
voor de bedijking van het Nieuwland (zie het volgende art.), volgens
het kadaster, eene oppervlakte van 1981 bund. ö l v. r. 19 v. eil.,
waaronder 19ö9 bund. 44 v. r. 13 v. eil. belastbaar land; doch is na
deze bedijking ongeveer 2400 bund. groot. Men telt er 297 h., bewoond
door 321 buisgez., nitmakende eene bevolking van ongeveer 1670 inw.,
die meest in landbouw en veeteelt, vooral van schapen, hun beslaan
vinden, zijnde de Wicringer jammeren zecr gezöcht (1). Ook generen
zieh eenigen met het visschen op de Zuiderzee. Men .verbouwt hier allerlei
graan en het land is algemeen hoog en vruchtbaar, hoewel zeer
verscliillend van aard, doch meest bestaande uit leemachtigen grond
met hei doormengd. Er zijn vele weiden voor het vee. Men wi l , dat
er op dit eiland geene mollen of ralten gevonden worden ; maar men
heeft er vele padden , die echter niet vergiftig zijn. De landerijen kun-
nen door geene slooten afgescheiden worden , en men maakt er ook ge-
meenlijk geene schuttingen of aarden wallen ; doch tot scheiding dienen
twee zware keisteenen , die gedeeltelijk boven en gedeeltelijk in den
grond liggen op vijf, zes of zeven, andere mindere keisteenen , waarvan
(1) In 1846 werden uitgevoerd 8441 pönd schapenkaas. In 1847 werden uitgevoerd
1000 otide s c h a p e n , 5000 lammeren en 28,2-4 pond vuile wol. In h e t ja a r 1848 zijn
h ie r 26,422 p enden wo] .gewonnen.
de eene groote steen aan het eene en de andere aan het ander
cinde der kampen lands ligt. Die steenen noemt men hier dolven.
Men bindt het vee twee aan twee vast, in het najaar Iaat men
het echter vrij over alle weiden loopen. Men maakt hier veel
groene sebapenkaas. De sekapenmest wordt hier dikwijls gebrnikt voor
brandstof.
In vroeger lijd waren hier , even als op Marken, vele ligters, om
de goederen uit de groote schepen naar Amsterdam te brengen ; dit is
gedurende den oorlogtijd , vervallen en kan zieh niet meer hersteilen ;
er zijn nu niet meer dan 4 of ß zulke ligters. Men heeft er twee
korenmolcns.
De Wieringers zijn ten uilerste gastvrij; elk een noodigt degenen ,
die hem bezocken , om het middagmaal met hem te deelen. Wanneer
iemand in verlegenheid is , wordt hij met de grootste hartelijkheid bij-
gestaan : zoo is het, b. v. een ingesteld gebruik, dat de naburen re-
gelmatig de zieken oppassen, zonder ooit eenige belooning te genieten.
Wanneer iemand sterlt, nemen eveneens de buren alle zorg op zieh,
en de naastbestaanden laten hun dit ook geheel over. De kosten der
begrafenis beloopen op die wijze nooil meer dan 2 gülden. De veilig-
heid en het göed vertrouwen der menschen zijn zoo groot, dat de meesle
huizen nooit gesloten worden, en dikwijls geheel geen slot faebben. Men
heeft de gewoonte niet om kwitantien te geven. Dertig of veertig ja-
ren geleden had men op Wieringen bijna geen geld in omloop; alle
koupen en verkoopen werden op kredict gesloten , en 4 malen in het
jaar werd afgerekend, namelijk bij het verkoopen der lammeren , der
wol , der oude schapen en der koeijen. Dit is nu eenigzins veranderd.
De ingezetenen zijn zeer aan hun eiland gehecht; bij eene kleine af-
wezigheid krijgen zij het heimwee, en het is byna zonder voorbeeld ,
dat een Wieringer naar elders verhuist.
YVanneer rnen gezelschappen heeft, is de gewoonte, om zeer laat
bijeen te komen en tot ’s morgens te blijven ; men drinkt bij die ge-
jegenheid koffij voor en na het avond eten. Het is de gewoonte dat
jonge lieden voor het huwelijk zeer gemeenzaam omgang houden , daartoe
is deWoensdag bestemd. Zulke zittingen van de vrijende jeugd dtircn
gewoonlijk tot den anderen morgen. De goede zeden lijden daarbij niet.
Er zijn onderscheidene herbergen, welke des Zondags veel bezocht
worden , want men kent op W ieringen weinig andere uitspanning ; er
zijn geheel geene volksvermaken, zelfs geene kinderspclcn in gebruik.
Het voedsel is zeer eenvoudig j men eet weinig vleesch , veel zoo ge-
naamd zakmeel, eene soort van koek, die van meel, in water ge-
kookt, wordt toebereid en zeer zwaar is. Men heeft op dit eiland zecr
goed welwater.
Er is hier geen bijzondere kleeding ; men volgt de Noord-Hollandsche
dragt: zelfs doet de mode somtijds veranderingen aannemen.
De Herv., die er 1240 in getal zyn, onder welke ß00 Ledematen,
maken de gem. van Hy po I i t u s h o ef-e n-We s t er 1 a n d en van Oos t
e r l a n d - S t r o e - e n - d e n -Oe v e r uit, welke 8 kerken hebben, als
eene te Hy p o l i t u s h o e f , eene aan den Oeve r , eene te Oos t c r -
l a n d , eine te S l r o e , en eene te We s t e r l a n d , waarin de dienst
door twee Predikanten verrigt wordt.
De Doopsgez., die men er 2ö0 tel t , onder welke ruim 120 Ledema-
ten, maken de gem. van Hy p ol i t ivshoe f -e n - S t roe u it, welke
twee kerken heeft, als : eine te H y p o 1 i t u sh o e f en eene te S t r o e ,
in welke de dienst door eenen Predikant verrigt wordl.