» den Aht die doun was en namaals komen zouden , waer ’tsaken dat
» eenig Heer , sieden of anders wie sy waeren , dit voors. huys ten
» onbruyk maekte, of destrueerde , dat zoude hy an haer lyf en goet
» verliaelen , en zoude die nimmer meer nemen in zyne vriendschap ,
» nog zieh met hnn laetcn zoenen , voor die tyd , dat zy den Abt en
» zyn Godshuys dit voorsz. huys alsoo goet weder opgettiaekt en gele-
» vert hadden, als het was eer zy eenige schade daer aen gcdaeu
» hadden , ende zij hem en den Abt voorsz. gebetert zouden hebben ,
* sulcke brcucken ende misdaet als zij daer aen gebreuckt en misdaen
» mogten hebben.” Welke brieven gegeven zijn te Zierikzee en te
vindcn in een register van tienden, ambachten en andere goederen
der abdij te Middelburg, te r Rekenkamer van Zeeland in het secreet
comptoir, Loq. 116 en 117. Uit welke de oorsprong der leenroerig-
heid van dit hnis klaar te ontdekkenis, en te gelijk dat dit in vroe-
gere tijden een vrij riddermatig goed was, wiens bezitter deswege geen
lmlde aan wie het ook zij , deed of bewees.
Na gezegde Abt Willem van der Does , is het door alle zijne opvol-
gers als een leen bezeten, gelijk daarvan een verleibrief, door Graaf
Willem vas Beijeres aan den Abt Wiggert Geredijnszoon , den 5 Julij 11015
gegeven, nog voorhanden is , wordende voörts van eenen diergelijken lecn-
brief gewaagd , welke Keizer Kabel den Y, op 12 Mei 1320 verleende
aan zijnen neef Maximiliaan van Bobrgondie (vijf en twintigsten Abt van
Middelburg, zoon van Bobdewijn , Bastaard van Hertog F ilips) , om
het te bezitten als den vorigen Abt Pieter van de Kapelle en diens voor-
zaten het bezeten hadden : te weten met de jaarlijksche belasting van
een rooden valk en vijf Hollandsehe ponden.
l'erwijl zoo vele Abten als te Middelburg elkander opvolgden, den
cigendom van W e s th o v e n bezaten , verstrebte het voor eene lustplaats,
waar die rijke Prelalen een aanmerkelijk deel van den zomer doorbrag-
ten , terwijl zij er niet zelden Vorsten en andere personaadjen , die Wal-
cheren bezochten, vergast hebben, zooals men in 1300 van Hertog
F i l i p s v a n O o s t e n b i j k , Prinscsse Vrouwe J o h a n n a en in 1313 van hären
zoon Hertog K a r e l v a n O o s t e n r i i k , duidelijk aangeteekend vindt. Welke
laatste vorst, later toen hij Keizer was, in 1340 dit kasteel nog een-
maal niet zijn hoog bezoek vereerde , terwijl de Abt van dien tijd ,
Heer F l o r i s v a n S c h o o n h o v e n , het zeer heeft verbeterd , zoo als ook zijn
opvolger M a th i a s v a n H e e s w i j r het niet minder, door aanbouwing , ver-
sierde en vergrootte , gelijk mede deed Heer N ic o la a s d e C a s t r o , die
scdert 1362 de waardigheid van Bisschop bekleedde.
Bij de omwenteling in kerk- en staatsbcstuur, welke, in 137 2 , op
het eiland Walehefen plaats had , werd W e s t h o v e n , door den beken-
den woestcn ijveraar voor ’sPrinsen zaak, B a r t h o l d E n t e s v a n M e n te d a ,
ingenomen en in brand gestoken. Waarschijnlijk hadden de Span-
jaardcn , ten believe van den Bisschop, er bezetting in gclegd, waar-
van de verdediging den toorn van gemelden Bevelhebber te feiler zal
ontstoken hebben. Dit- slot zal toen in zijne m uren, zonder veel
binnenhuizing, hebben blijven sta an ; men twijfelt althans niet of het
beeft sedert veel van zijn luister en grootheid verloren, als men zieh
voorstelt, dat , hoe aanzienlijk zelfs in onze dagen, nogtans niet meer
dan het achterste gedeelte daarvan overig is.
Zoodra was Walcheren niet van de Spaansche heerschappij onthe-
v e n , of straks werden de goederen der verbannen en gevlügte Gees-
telijken, waar die gevonden werden , ten behoeve der gemeene zaak ,
door ’s Lands Staten aangeslagen , en op bun bevei van tijd tot tijd
»verkocht, zoo als ook , in 1379, met dit kasteel gcschiodde, betwelk
» met zijne vervallo huysinge, grachten , boomgarden e bosschen daer
» aen völgen groot volgcnde den ouerlooper Ixxiij m. xliij verkocht
werd aan Jonkheer H e in r i c h B a l f o o r , Kolonel , voor 1669 t -7 s. vis.
(10013 guld. 18 cents). Deze is evenwel niet lang bezitter van W e s t hoven
geweest, dcwijl, , den 10 Mei 188 1 , voor Keurschepenen der
Lands Vierschaar te Veere , » compareerde Jonkvronw C h r i s t i a n s K a n t ,
» weduwe wijlen Jonkheer H e in r i c h B a l f o o r , geadsisteerd met Mr.
» J o r i s H a c h e t , Conservatcur der Schötsche Natie, hären gecoorcn
» Voogt, cedeerende en transporleerende voor haar zelven , en vervan-
» gende G d i l l b B a l f o o r haaren zoon, in regt en vrijen eigendom, to t
» behouf van S r. W o u t e r K a n t ', haaren broeder , de huijsinge, hofft
stede, boomgaard en . . . I . . van W e s th o v e n milsgaders diverse
» partijen Lands in den block daer W e s th o v e n inne staet.” Of echter
deze overdragt geen gevolg heeft gehad en daartegen geen verzet is ge-
daan , blijkt w e ln ie l, evenwel schijnt er iets diergelijks te hebben plaats
gehad, alzoö op den 13 Junij 1882 voorgemelde vrouw weduwe cn
Dcn can B a l e o u r , als voogd over G d i l l e lm u s B a l f o o r , nagelaten zoon
van den Kolonel, binnen Edemburg in Schotland, procuratie passeerden
op W o o t e r K a n t , broeder vao meergemelde vrouw weduwe en
BARTHOLOfflEOS B a l f o o r , medebroeder van den Kolonel, om W e s t h o v
e n te verkoopen en te transporleren. Wat hiervan het geval geweest
zij, is tot hiertoe niet gebleken, maar wel , dat P i e t e r d e L o t s e l e o r ,
Ridder, Heer van Villiers, meest vermaard als schrijver der verant-
woording van W i l l e m I , Prins van Oranje, tegen den ban van Ko-
ning F i l i p s , reeds in 1387 Heer van W e s th o v e n is geweest; in welk
jaar h ij, den haat der Leycestersche regering op zieh geladen heb-
bende , op bevcl van den Eogelsclie Gouverneur R o s s e l , op den weg
werd opgeligt, terwijl hij van W e s th o v e n naar Middelburg ging, doch
door zijne kloekmocdigheid weder ontkwam en op dit kasteel overle-
den is , hetgeen reeds in 1391 schijnt te hebben plaats gehad, dewijl
in de rekeningen van W a l r a v e n v a n d e n B r a a m s l o o t , Ontvanger-Ge-
ncraal van het Extraordinair in Walcheren, over gemeld j a a r , in een
post van nitgaaf gezegd wordt , » dat den Heer v a n V i l l i e r s in zijn
» leven, de pachters van het Cappcllaens thiendeken streckende bin-
•» nen den beslwyte van W e s t h o v e n , lielct hadde, die niet geheel te
» mögen rouen.” Aan wien dit leen na het overlijden van den Heer v a n
V i l l i e r s vervallen, of döor wien het verkocht is , kan men niet zeker
bepalen , maar wel, dal van 1898 tot 1607 als eigenaar vermeld wordt
Mr. P i e t e r v a n d e r B a e r s e , ongetwijfeld de zelfde, die van 1373 tot
1898 in de Regeringslijsten van Middelburg als Secretaris Staat vermeld.
Scdert wect men alleen van dit kasteel te melden , dat de aanzienlijke
geslackten der B o r e e l s cn R e y g e r s b e r g h e n , n a , den anderen daarvan
de bczitling hebben gehad ; dat in 1611 het bij eenigen werd voorge-
slagen om' de welgelegenheid en soetigheit van de plaetse bet tot een
Illustrcschool bekwaam te inaken, doch dat deze voorslug niet konde
ten uilvoer gebragt worden. Bij het overlijden vau den tleer M. J a c o b
van R e y g e r s b e rg e , Heer van Kouwerve en Krabbendijke, Gecommitteerde
Raad, en Raad ter Adiniraliteit in Zeeland wegens Middelburg, is het
overgegaan aan Vrouwe J a c o b a v a n d e n B r a n d e , in huwelijk met den
Heer Mr. J o b a n A d r i a a n v a n d e P e r r e , Heer van Nienwwerte, Wel-
zmge en Everswaard, voormaals represcnlcrende zijne Hoogheid als eerste
Edele van Zeeland, later Extraordinaris Gedepuleerde wegens Zeeland
in Haar Hoog Mögenden.