Soldaten , hcroofden cindeiijk het konvent van alle roerende eigendom-
inen. Eindelijk besloot men, nadat men over dit punt lang had
gcraadpleegd , tot de vernieliging van het konvent zelf, en alles, wat
geen vaste goederen waren, naar Groningen over te brengen. In
h e tja a r l» 6 8 werd dan de vereeniging van beide konventen ten uit-
voer gebragt, onder het algcmecn commissariaat van V in c e n t iu s Her-
c u l a n u s , na vooraf van het kapittel te Rome daartoe autorisatie te
hebben bekomen, luidende als v o lg t: » Wij keuren goed en beves-
» tigen de vernietiging van het konvent to-WinsuM, mitsgaders des-
» zelfs inlijving in het konvent van Groningen , zoo als die door den
» eerwaardigen vader V in c e n t iu s H e r c u l a n u s vastgesteld is.” Er ver-
liepen intusschcn onderscheidene jaren eer het konvent geheel ledig was.
Velen der broeders voedden nog inwendig hoop , dat de zaken in hun
belang zouden overslaan, en dat de Spanjaarden in hun voordeel zou-
den werkzaam zijn ; dan hierin al meer en meer te lenr gesteld wor-
dende, besloot men, het gebouw , met hetgene daarbij behoorde , te
verlaten en zieh naar Groningen te begeven ; terwijl zij, te dien aanzien ,
zoodanige schikkingen maakten , als, naar bevind van zaken , het beste
geoordeeld werd. Terwijl men bezig was , om datgene op de beste wijze
te gelde te maken , wat in de magt der kloosterlingen stond , deden
de belegeraars van Groningen , in 1880, eenen strooptogt naar het konvent
te W in s u m , roofden daar alles uit, wat eenige waarde bezat, plun-
derden en verwoestten het geheel, en braken het met geweld bijna tot
den grond toe af. Vader A d r ia a n v a n Z ie r ix z e e , de laatste Prior van
het konvent, vlugtte naar Groningen, waar hij kort daarna overleed.
Deze Prior had , in overeenstemming met eenige konvent-broederen, eene1
akte van overdragt doen passeren , waar in de Jonkheeren v a n E w s o m ,
te Raskwerd , O n no T a m m in g a , te Hornhuizen , en Etico On s t a , te Sauwert,
in het volle bezit werden gesteld van het konvent te W in s u m ,
in zooverre het nog bestond. Hoe en op welke wijze de vaste goederen
van dat konvent, vervolgens zgn verkocht, wordt niet gemeld. Zeer
waarsehijnlijk zijn die aan het konvent te Groningen overgegaan. Wat
nog van het verwoestte klooster was overgebleven en geborgen, werd
naar dat te Groningen gebragt, onder besturing van den Groninger
Prior A r n o ld u s N ij e e n , die in 188» door het Provinciaal kapittel hierin
werd bevesligd. Vervolgens heeft het gestiebt te Groningen al het bruik-
bare van het verwoeste gebouw te W in s o m , van daar laten weghalen
en met schepen naar die stad gevoerd , ter verdere opbouwing en her-
slelling van dat klooster.1 Er wordt bijgevoegd , dat de kloosterklok
verkocht is aan den Abt van Rloemkamp te Wittewierum; blijkens ge-
dane rekening voor het Provinciaal kapittel, den 30 September 1888,
en was geteekend A r n o ld u s N ij l e n , Prior van het Winsumer en Gro-1
ninger konvent. — Ter plaatse, waar het klooster gestaan heeft, ziet
men thans eene appelboomgaard, rondsom met eene gracht omgeven,
Eggende onmiddellijk ten Z. en behoorende tot de boerderij, bezelcn.
en.'bewoond door J a r g J ans P e t t in g a , aan de westzijde der Winsu-j
merstraat.
De dorpschool wordt gemiddeld door 110 of 120 Ieerlingen bezocht»
Ook is den 1 Juli). 1829, te W in s u m , een De p a r tem e n t der
Ma a t s c h a p p y : Tot Nut van 't Algemeen, opgerigt, helwelk ruim.
30-Lcden telt.
Winsum is de geboorteplaals van den geleerden en godvreezenden R eg-
nerus Pajedinius , die in 1811 alhier. is geboren en den 8 April 1880
als Rector te Groningen overleed. . i
Hinder luisterrijk is da vermelding van eenen J a c o b K r e m e r te W in -
* „ m , die men als geesldrijver en oproerstoker vermeld vmdt, daar hij
behoorde tot de toenraalige secte der Wederdoopcrs , en , in lo 3 8 , te
W a r f f u m ter galg verwezen w e r d . . ' *
Ook het gedrag van eenen J an H e e p r e s , te W in s u m .s af te keuren.
Deze werd bescbnldigd , dat hij in 1870 de timmerl.eden in de Win-
sumer-kerk hadgeleid, om de allaren af te breken, en de voorwerpen
van kunst, daar voorhanden , te vernielen. Hij onlkwam door eene tij-
dige vlugl de galg, welke de Bloedraad bereids voor hem had opgengt.
ÖD e geschiedenis maakt reeds in hetjaar 1018 rdeldmg , van zeteren
K o e r t S ic k in g h e , hoofdinan te W in s u m , denkelijk op het oude slot Bel-
lingeweer. Tot 1646 maakte ßellingeweer , en tot 16o3 Obergum met
W in s u m een geheel uit, vanwaar de hoofdnaam W in s u m bewaard is ge-
^ In 1284 worden ons uit W in s u m genoemd , zckere S t e p h a n u s , met
zünen broeder en nog twee ongenoemde personen , welke een geweldig
oproer wisten te stillen. . . . .
Omtrent de inlandsche beroerlen, vechlpartyen en strooplogten ,
waarmede de Ommelanden zoo dikwerf bestookt werden, waren A p -
p in q e d am en W in s u m doorgaans de eerste plaatsen, waarop men mecst
dadelijk het oog vestigde en afging , hetzij om te rooven , te plünderen
of andere baldadigbeden uit te voeren, of om z.ch er vast te nestelen ;
althans bet waren twee brandpunten in de Ommelanden , waardoor en
waaruit vele zaken haar beslag bekwamen , waarvan de verschillende
uitkomsten aan het nageslacht, als met bloedige pennen zijn overgebragt.
Inzonderheid had het aanzienlijke WiNSUM veel uit te staan , gedurende
den oorlog legen de Hertogeu van Saksen en den Graal van Oost-
Friesland , welke beurtelings over het bezit van deze provincie streden.
De Zwarte hoop, zijude eene zaamgeraapte bende, meest door den
Hertog G e o r g iu s v a n S a k s e n gehuurd, en die op roof of buit uitging ,
was hier zeer gevreesd. In het jaar 1 8 0 6 , wanneer Prelaten , Hove-
lingen en Eigengeerfden, benevens Burgemeestercn van Groningen,
inet Graaf E d z a r d eene overeenkomst hadden gesloten , omtrent eene
opbrengst van 8000 flor. (8000 guld.) tot gewone uitgayen bepaalde
hij verder : » vorordende iho tween tijden in een jaar in de uniine -
» landen alle appellations saken in d e n D am und iho W in s u m durch
v sinen Reden tho verklären.” Op aannadermg van den Zwarten
hoop uit Eriesland, sprong Graaf E d z a h d tijdig to e , om de Groningers
voor dien gevreesden hoop te dekken , en hield tot dat einde met den
Graaf v a n S c h w a b t z b n b u r g , te W in s u m , eene belangrijke onderhande-
ling. Zij lieten volk en geschut uit Groningen komen , hetwelk ten
gevolge had, dat men deze reis van die woeste bende verschoond
bleef.
In het begin der zestiende eeuw , hebben de benden van G eo bg e , Hertog
van Saksen en E d z a h d , Graaf van Oost-Friesland, hier bij afwis-
seling met de Groningers geroofd en geplunderd , strekkende het on-
gelukkige landvolk en de Ommelanden ten geesel. Nadat G e o b g e , met
- E r ic , de Jonge Hertog van Brunswijk, op den 4 en 8 Augustus 181 4 ,
Appingedam bemagtigd en ten deele uitgemoord en geplunderd hadden,
lieten zij eene bezetting van 1800 man in Appingedam , en zonden
2000 man naar W in s u m .
Den 18 April 1814 trokken de sebutters met een aantal burgers uit
Groningen naar W insum , ten einde de vlugtende Saksische benden tc