In 120o viel Filips , Graaf van Namen, die voor Boddewijk IX het
bewind over het graafs. Viaanderen in banden had , weder in Walchb-
hek , dat de Vlamingen echter in 1208 weder verlieten.
In het begin der dertiendc eeuw was er weder een oorlog met Viaanderen
ontstaan en J a k I I , Graaf Holland, en Zeeland, hesloot in 1603
tot eenen stooptogt in het gebied van zijnen vijand. Zijne leenman-
nen, voor dien logt bestemd, vereenigden zieh op W a l c h e r e k . De
Vlamingen verzamelde mede aanmerkelijke strijdkrachten. Jonkheer
W i l l e m , ’s Graven zoon , nam zijnen intrek binnen Middelburg , riep op
meuw de Zeeuwen en Holländers te wapen en vereenigde te Vlissingen
eene geduehte magt. De Vlamingen, scheep gegaan, wendden den
steveb naar Arnemuiden , doch de wind liep hun spoedig tegen. Jonkheer
W i l l e m brak terstond op qn deed zijne benden naar Arnemuiden
trekken , en ziende hoe zijne vijanden met den wind te kampen hadden
, wilde hij van de gelegenheid gebruik maken , en den vijand met
den noordewind te gemoet stevenen , maar zijne leenmannen, de kog-
gen , die te Arnemuiden voorhanden waren, niet geschikt achtende,
om daarmede den strijd aan te vangen, weigerden daarop aan boord
te gaan en het gevolg was, dat zij in de haven aldaar werden opge-
sloten. Men wist nu niet werwaarts het de Vlamingen wenden zouden.
Zuid-Beveland lag voor hen open. Men besloot dus vooreerst,
dat de Zuidbevelandsche Edelen, tot beveiliging van huis en have’
derwaarts zouden oversteken. De Vlamingen lieten hen varen , want
het was niet op Zuid-Beveland gemunt, en Jonkheer W il l em s magt
werd daardoor tevens verzwakt. Zij hielden zieh rüstig tot den daarop
folgenden dag. Toen wende een gedeelte zijner vloot den steVeu naar
Vere. De beveiliging van dit punt was eigenlijk opgedragen aan de inge-
zetenenvan de Noorderwatering of der Vijf-Ambachten, op welke men
met veel veftrouwen bad, en zoo als de uitkomst leerde niet zonder
redenen. Daarom werd dan ook de Maarschalk of eerste Bevelhebber
na den Vorst, met de leenmannen uit Schouwen en Duiveland, ver-
eenigd met de Zierikzeesche poorters, almede derwaarts gezonden
längs eene schipbrug, die in der haast met koggen over de Arne werd
ge.lagen. Jonkheer W i l l e m bleef met de Holländers te Arnemniden
terwijl de achterhoede Middelburg bezette. In het Zeeuwsche leger
schuilde noglhans verraad. Het gevecht dat bij Vere, waar de Vla-
mingen landden , spoedig aan den gang was e n , onder de voorzorg
van den Maarsehalk , eenen goeden uitslag beloofde, nam weldra eenen
ongunstigen keer ; dewijl zekere P a u l u s B l a a b w v o e t met zijnen troep
naar den vijand overliep en daardoor verwarring veroorzaakte. Velen
vielen er; de overigen vlugtten. Een gerucht vloog hen vooruit, maar
was de valsche mare, dat de Vlamingen geslagen waren! De daar-
geblevenen wilden nu dee] hehben aan den buit, en liepen daardoor
onbedachtzaam den aanrukkenden overwinnaar in den mond. De ne-
derlaag werd dientengevolge verschrikkelijk. Jonkheer W i l l e m , nog
altijd gedekt door de Arne, week met het overschot naar Middelburg
doch kon ook aldaar niet langer tegenstand bieden. Hij sloot den
6 Mei 1303 eene overeenkomst, waarbij de stad overgegeven maar
hem en zijn gevolg een veilige aftogt vergund werd.
hot jaar 1367 werd door de verbonden Edelen eenen aanslap op
W a l c h e r e k ondernomen. Het beleid van dezen togt was toevertrouwd
aan J ak v ah M a r k i x , Heer van T h o o l o u s e . broeder des Heeren van
St. A l d e g o k d e , eenen boezemvriend van W i l l e m I , Prins ran Oranje
Deze had beimelijkc verstandhouding met P i e t e r H a a k , gewezen
B a l i u w v a n Middelburg, die hem gelegenheid geven zou , om bezetting
te werpen , in Middelburg en Vlissingen. Ook had met I h o u l u u s e za-
mengespannen een der verbonden Edelen, v a k d e r A a genoe.nd die
te Antwerpen volk aan nam, tot uitvoenng van den aanslag, hetwe k
nogtans zoo bedekt niet geschieden kon of de Regering kreeg er do
lucht van. O r a k j e zag'zich toen genoodzaakt bij afkond.g.ng, te laten
bekend maken , dat alle vreemdelingen en krijgsknechten bullen stads-
dien»t op liifstraf Antwerpen zouden hebben te ruimen. Ligt raeent
inen'zou hij , ware het hem ernst geweest de vreemde knechten , „a
het sluiten der poorten, hebben kunnen betrappen en straffen. Nn
dreef hii hen te gelijk ter stad uit en op de vlugt. Zij verzamelden
zieh dan te Dambrugge. De Landvoogdes , nnddelerwijl hiervan .onder-
riirt en beducht voor W a l c h e r e k , zond 200 man , onder Armiomiis vak
B o d r g o k d i e , Heer van fFaokene, Kapelle en Kalten ', tot versterking
der bezetting van Zeeburg of Rammekens , doch de blotvoogd wees
deze manschap af, als hebbende van O r a k j e bevel ontvangen , -om ,
zonder zijnen uitdrukkelijken last, geen volk in te nemen De Prins
verschoonde zieh zoo goed hij kon, toen hem dit ten Hove kwalijk
genomen werd , en liet sedert toe , dat men 50 man van de 200 in
Rammekens ontving. T h o d l o d s e ondertusschen ook van Dambrugge
veriaagd, zakte met drie schepen, over welke H a a k het bevel had,
de Schelde af tot voor Rammekens; doch het marktschip van Antwerpen
, kort te voren aangeko'nien , had het gerucht ^ van den aanslag
binnen Vlissingen gebragt, waarom men daar op zijne hoede was en
de schepen afhield, die toen schijnen voortgezeild te zijn tot voor
Arnemuiden. Eenige Middelburgers, die van den aanslag wisten,
bezorgden hun hier mondbehoeilen en verwekten eenige opschud-
ding in de stad. J a k o b J a k s z o o k , schoonzoon van H a a k , z o u de Wet-
houderschap eenige onredelijke dingen hebben afgevergd en onder anderen
hebben gezegd, dat hij Burgemeeslers noodzaken zou tot het
overleveren van de sleutels der stad, waarna hij H a a k wilde inlaten.
Doch deze bewegingen hadden geen gevolg. H a a k werd eerlang genoodzaakt
den stroom wederom op te zeilen, waarmede deze aanslag
te niet liep (1).
In den strijd tegen Spanje bewees het eiland W a l c h e r e k gewigtige
diensten aan het vaderladd. Vlissingen toch was de eerste stad die,
uit eigen beweging, het Spaansche juk afschudde, hetwelk weldra door
; Vere gevolgd werd , zoodat van toen a f , het geheele eiland, uilgezon-
derd Middelburg en Rammekens, aan de magt van Spanje onltrokken
was , terwijl dit laatste ook spoedig werd ingenomen. En hoe velc uit-
ruslingen, zoo tot afwering en verdelging van den vijand als tot bevor-
dering van den Nederlandschen handel, gingen van daar niet u it, zoodat
men met regt W a l c h e r e k de fundamentsteen van de Republiek der Vereenigde
Nederlanden mag noemen (2).
De binnenlandsche rust liep in het jaar 1775 op liet eiland W a l c
h e r e k groot gevaar van stoornis , dewijl de boeren aldaar, ter gelegenheid
eener nieuw ingevoerde belasting op de landerijeu , argwaan en
misnoegen hadden opgevat tegen J ak D ik gma k s , Inspecteur en Opper-
Commies van het eiland, en zijnen zoon A b r a h am D i k g m a k s , Cominies
der watering van de Vijf-Ambachten. Bij eene volkomene zuive-
| (1) Men zie dit omstandiger vermeid in J . a b U t r e c h t D r e s s b l b d i s , Oeschied- m
Oudheidkundige Wandelingen door het eiland Walcheren, bl. 119-124.
; (2) Dit alles kan jnon bevestigd viuden in E. B. Swaloe , de daden der Zeeuwen^
I gedarende den opstand legen Spanje, Amsterdam, P. N. v a k Kämpen, 1846.■