ecno koogc duin , bij zcetiedcn' en loodsen bekciul onckr den naain van
Lucifersduin. De overigo zwnrte tonnen liggen op nagenoeg gelijke
diepten bij do verschillcnde droogten op bet Ribzand en de Puut-van-
de-Ellehoog.
De vloed valt in db W ie l in g b , over bet Ribzand hcon, in eene zui-
delijkc rigting op den wal , neemt na eenigen tijd eene meer oostelijke
rigting aan, en loopt tegen hoog water regt door het vaarwater. De
e b , welke in het begin om de N. N. W. uit den wal loopt , buigt
zieh daarua gaando weg naar het W., en loopt tegen laag water zelf
tot W. Z. W. en Z. W. (1) Met volle en nieuwo maan is het aan
den ingang van db W ie l in g b te 1 2 u u r hoog'water.
Tot aan de Paardenniarkt is d b W ie l in g b doorgaans £ mijl breed ,
wordt daar klein £ mijl, voorbij da Paardenmarkl, weder £ mijl tot
het Bankje-van-Kadzand, alwaar de doorgang tusschen de witte ton
van het Bankje-van-Kadzand en de zwarte van de Hcinpel slechts
| mijl breed is. De grootste diepten vindt men een weinig bezuiden
de Hempel, waar zij 130 palmen i6; de gewone diepte is 90 ä 120palm.,
terwijl zij op sommige plaatsen tot 80 palm. afneemt. De grond in
de geheele W ie l in g b is zacht, hetwelk altijd eene goede verkenning
is, daar alle de banken hard zijn. Wanneer men nu ’s nachts het
vnurschip in lict 0 . en zachte grond heeft, is men verzekerd in het
vaarwater te zijn. De afstand van de witte ton tot voor Vlissingen
is oinstreeks 4-| mijl.
Op kaarten van het begin der zeventiende eeuw vindt men ook eene
I n n e r e -Wi e l i n g e aangeduid, die tagenden Kadzandsche wal aan-
tag en door eenige banken van de meer zeewaarts gelegene eigenlijke
W ie l in g b gescheiden w a s . In vroegere eeuwen begreep men onder
dezen naam een gedeelte van do Hont of Weslerschelde , zoo als blijkt
uit een octrooi tot het bedijken van Breskensant, van 1480, waarin
die polder gezegd' wordt te zijn » gheleghe en hem streckende op ’t
» gadt ende poort van def zee geheelen die Wielinghe tnssche den lande
• van Vlaenderen ende dat Eylandt van Walcheren en Zecland (2).”
Sommigen leiden den naam af van het W ijde -llelium; anderen
meenen, dat W ie l in g e schwinge zoude beteekenen , omdat de zee
daar schuring'maakte en land wcgspoelde; nog anderen leiden het af
van een dorp of plaats , V ia lin gern prope Bod en bür g, dat in
zeer oude giflbrieven voorkomt. Alle welke meeningen meerder schijn
hebben dan die van hen , welke dezen naam van een wiel aileiden ,
daar men de sluizen van de Ottogracht mede opwond. Zie het art.
O t to n ia a n sc iie - g r a c h t .
WIELNES , ook wel W ie l d e n is s e , W e v l d e ln e s s e , W ey n d eln e s sb ,
W il d e s e s , WELDENNEsen W il l em s - A m b a c b t - v a n -W ey n d b ln es se ge naam d ,
voorm. amb. in de Langestrant, prov. Noord-Braband, arr. ’s ilertogen-
bosch, kant. Waalwijk, gem. ffaspik, thans bij niemand meer bekcnd.
Het zijn waarschijnlijk de ten Z. van de kade gelegene moerassen ,
welke aan verschillcnde partikulieren behooren, met cn benevens eenig
hakhout, beboorende aan den Heer van Waspik en anderen , cn in welk
hakhout, volgens sommigen, vroeger een kasteel zou gestaan hebben.
Dit ainb. voerde tot wapen een veld van zilver , inet een fasce van
keel , vergezeld van 13 blokjes van sinopel; geplaatst 3 en 4 boven
cn 3 , 2 en 1 beneden. *
(i) De koersen en peilingen in dit art. zijn alle volgens miswljzend kempas.
Í2) J. Ab U t k c b i D s e s s e l b u i s , Aloude gesteldheid van Zeeland, ¡Matiz; 93.
WIEL8€HE-liÜEVEN (BE), geh. in da Meijerij van 3 Iier.togenboschr
kw. Oisterwijk, prov. Noord-Braband, arr. en 1¿ a. Z. Z. 0 . van s Her-
togenbosch, kant. en 1 | u. N. 0 . van Boxtcl, gem. en i n . Z. van
St. Michielsgestel, ¿ u. N. van Gemonde , waartoe het kcrkelijk behoort.
W1ELSGHE-WAARD, bekade uiterwaard aan de Neder-hetuwe r
prov. Gelderland, arr. en kant. Tiel, gem. Maurik; palende N. aan
den Rijn ) 0 . aan den Ingensche-waard, Z. aan den Ncdcrbetuwsche-
bandijk , W. aan den Ecksche-waard.
Deze uiterwaard beslaat eene oppervlakte van 27 bund, b i v. r.
08 v. ell., watert uit door een sluisje op den Rijn, en staat onder
hetbestuur van den eigenaar. — Daarin staat het» véerbuis en den
veerdam naar het Wielsche-veer loopt er door. De eigenarcs van dezen
polder is E. M. d e V i l l i b r s , geboren Gravinne van R e ed e G in ck b l , wollende
te Londen. .
WIELSF01RT of W i l s f o i i i t , ook W ie l s v o o r t , bait, in het Land-
ran-Ravest ein, prov. Ndord-Braband, Eerste distr., arr. en 3 u. 0 .
ten Z. van ’s 11 ertogenbosch, kant. en f u. 0 . van Veghel, gem. en
# u. Z. ten 0 . van Uden.
WIELSRYP, d., prov. Friesland, kw. Westergoo, gnet. Uennaar-
deradeel. Zie W e l s r v p .
WIELSTRAAT (DE), straat of weg te ’s Gravenmoer, in de Lange-
straat, prov. Noord-Braband , loopende van het dorp noordwaarts aan
naar de rivier de Vaart, oudtyds blijkens stukkcn van 1387 , aldaar
de Wi e l geheeten.
Langs deze straat strekte zieh, volgens overlevering, ook het dorp
’s Gravenmoer uit vóór de overstrooming van 1421; doch omdat deze
streekte veel open lag voor den vloed, schijnt meñ haar daarna verla-
ten te hebben. Tbans vindt men er geene huizen meer, zjjnde het
laalste omstreeks het einde der vorige eeuw afgebroken.
WIELWAARD (DE), pold. in bet Land-van-Aliena, prov. Noord-
Braband, Tweede distr., arr. ’s Hertogenbosch, kant. fleusden, gern.
Giessen; palende N. en O. aan de Wielwaardsche-kade , Z. aan den
Hooge-Maasdijk , W. aan den dijk , de pastorij en kerk.
Deze pold. welke met den S t r u i k wa a r d in eenebekading begrcpcn
is , beslaat, volgens het kadaster , eene oppervlakte van 4 bund. 83 v. r.
60 v. ell. , - i i
Dit land is zeer laag ; wordt als eene oude verlande wiel aangemerkt,
en , uit dien hoofde, ingeval van zwaren regen, door nnddel van eene
lage kade beveiligd voor het water van den Struikwaard ; dock m deze
kade is voor dc gcwone uitwatering een koulen duiker, voorzien met
eene klep cn schuif wyd 0.36 ell. De W ie lw a a r d wordt bcstuurd
door de eigenaren. , . -
WIELZ1JL (DE) of d e W ie l s t e r z i jl , voorm. sluis in den blagtc-
dijk, thans eene brug, prov. Friesland, kw. Weslergoo, griet. Baar-
deradeel, tusschen Weidum cn Jellum, ¿ n. 0 van Beers, over de Jor-
werder-vaart, daar terj plaatse ook Wieler-yaart genaamd. Ook het
geh. Wiel wordt naar deze sluis dikwijls Wiclzijl genaamd.
WIEMAHEEBD, hofs. in de Marne, kw. Hunsingo, prov. Groningen,
arr. cn 8 u. W. van Appingedam, kant. en 4-u. W. van Onder-
dendam, gem. en I u. Z. van Ulrum, 3 min. W. van Niekerk, waar-
onder zij kerkelijk behoort, aan den in 1848 nieuw geplaveidcn grmd-
weg van Ulrum naar de Zoltkamp.
Deze hofst., groot 38 bund. 77 v. r. 70 v. ell., wordt in cigendom
bczcleu en bcwoond door den Landbouwcr Renne Lahmer to Dijkruis.