J oban van W i s c b , werd in 1619 door zijnen kleinzoon J oachim , Heer
v a n W isc h opgevolgd , wiens kinderloos overlijden , den burg deed vcr-
vallen op zyne moeder W a l b u r g , Gravinne van d en Briton , weduwe
v a n W i s c h , na welke het huis kwam aan hare dochter I rmgard van
W isc b , loen gebuwd aan G eo bg e , Graaf van L im bu rg , Hcer van Sty-
rum. In dit geslacbt verbleef het tot VrouweMAHiA E l iza b e t h , Vorstiane
douairifere van Nassau-Siegen, als erfgCname haars vaders G eo bg E r s s t ,
Graaf tot Limburg en Bronkhorst, er in 1662 mede beleend ward.
Terwijl zij hetbezat werd het huis in 1666 door den Bissehop van Munster
bezet. In het begin der acbttiende eeuw in het geslacht der van
H ey d en gekoinen, ging h et, 26 jaren later, door aanhuwelijking in
dat v o n Q oadt t o t W h k r a e b t over, om in 1769 weder aan de Graven
van L im bu rg S t y r um terug te keeren ; de laatste bezitter uit dat ge-
slacht droeg het leen in 1781 op aan D amiaan H i :go S t a r in g en S o ph ia
W ynanda Y e b h o e l , ouders van den voornialigen bezitter, den Gelder-
sclien Dichter, Mr. A n t o n i C h r is t ia a n W in a n d S t a r in g , op den huize
W il d en b o r c h den 18 Augustus 1840 overleden, wiens kleinzoon Mr.
3 an I sa ak B r a n t s thans eigenaar en bewoner van dit landgoed is,
S l ic h t en h o r s t laat in 1650 d en W il d en b o r c h door Hertog K a r e l vernieten.
Bewijslijk is het , dat bij reeds den 16 April 1625 last gegeven
had tot het siechten der wallen van het kasteel en het afbreken van
de poorten, met verschooning van de voorste. » poerte mitter kappe
doch tot het afbreken der poorten kwam bet ten minste niet, want
die stonden er nog meer dan honderd jaren later, en aan de verster-
king van den W il d e n b o r c h werd telkens gearbeid.
Het is ondertusschen onloochenbaar, dat bij herhaling eene menigte
afbraak van d en W il d e n b o r c h weggevoerd is geworden, maar de weer-
baarheid van de vesting , bij een geheel veranderd stelsel van aan vat
en verdediging van sterkten, kon met afbreken blijven bestaan , wan-
neer men aanneemt, dat het woonhuis in zijne oudste gesteldheid om-
ringd en gedekt werd met vier of meer hooge torens, door even zoo
veel hooge muren verbonden ; brak men dit metselwerk slecbts tot eene
zekere laagte a f , zoo bebield men zware revetementsmuren voor bol-
werken en gordijnen. De zware grondslagen , die weinig jaren geleden ,
no»' telkens, bij zomerdroogte, in de buisgracht zieh boven water vertoon-
den, ter plaatse waar een bastion was geweest, moesten als van zelve het
vermoeden opwekken , dat zij voormaals een toren hadden gedragen.
Men vindt geene berigten wanneer het woonhuis, met de wachthui-
zen , het muurwerk van wallen en rondeelen , en de vier poorten, op
een na (oudtijds de toren met de kap) zijn afgebroken; genoeg, dat
omtrent de helft der vorige eeuw , van al het oude niets meer overig
was, dan die poort, waarvan de kap reeds vroeger in een gewoon huis-
dak was veranderd.
Thans maakt die poort, nog den naam van toren behoudende,
schoon zij daarvan het voorkomen verloren hebbe, het middelstuk uit
van de verruimde en door den tegenwoordigen eigenaar, in 1847 en
1 8 4 8 , volgens de plans van den bouwkundige E. S. H eynincx Mz. ver-
anderde en nog verfraaide woning.
De gevangenis, onder het oude gebouw, dient nu tot eenen kel-
dcr. De gracht, waarin het huis stond , is gedempt, en men gaat
niel riieer over eene brug naar binnen. De toegang, voormaals met
drie poorten afgesloten , is een open zijweg, allecn voor voetgangers
hestemd, terwijl men tbans met rijtuig, regt van voren op het huis
komt. Kortom , behalve de zware baksleenen der oude poort, van
huiten , ,en hare dikke muren en gewelven , van binnen zigtbaar , is het
aloude gebeel verdwenen. Slechts verbergt nog de aarde , ter plaatse
waar het kasteel, met zijne onderhoorige gebouwen , heeft gestaau,
de breede grondslagen van hetgeen daar vroeger, in zijne dreigende
houding, zoo langen tijd een aaustoot is geweest; en velerlei oor-
logstuig, van den tijd a f , dat men pijlen uit armborsten schoot ,
tot de dagen toen de haakbussen in gebruik kwanien, rondom het huis
opgedolven, getuigt, hoe dikwijls hier het oorlog gewoed heeft; terwijl
de menigte scherven van Keulsche drinkkannetjes , tot in de dagen
van Hertog K a r e l toe , voor wijnglazen gebruikt, zoo wel als van zoo-
genaamde Jacoba’s kannetjes , uit de oude slotgracht voor en na aan
het licht gebragt, het bewijs leveren, dat men den gujden levensregel
daar bij niet vergab, om de zorg met vreugd te verpoozen.
Vroeger bestonden de omstreken van den W il d en b o r c h grootendeels
uit moerassen of läge gronden, zoo als blijkt uit eene figurative, ruwe
kaart, in 1664 door J o o st van C r a n ev e l d t opgemaakt. Nu echter
ziet men, in plaats daarvan,11 weiden, bosschen, beteelden grond,
beplantte wegen ; eene verandering, welke grootendeels is bevorderd
door het daarstellen , in 1809, van een afwateringskanaal, ter lengte
van bijna een liur gaans, voor dit landgoed naar de Berkel, door den
toenmaligen eigenaar Mr. A n to n i C h r is t ia a n W in a n d S t a r in g .
Het landg. beslaat, met daartoe behoorende 131 bund. 76 v. r.
56 v. eil., gelegen in de gem. Lochern en Laren, eene oppervlakte van
444 bund. 72 v. r. 76 v. eil.- (1).
WILDENBURCH, voorm. kast. te Utrecht, aan de westzijde van
de Oude gracht, waarvan de poortweg op het S t. Jakobsveld uitkwam ,
thans is het een woonhuis.
WILDENBURG (GROOT-), voorm. buit. in Eemland, prov. Utrecht,
arr., kant. en \ u. Z. 0 . van Amersfoort, gem. en f u. 0 . N. 0 . van
Leusden, in de buurs. Hamersveld.
Dit voorm. buit., waarvan het heerenhuis is gesloopt, is thans eene
gewone boerenhofstede, beslaande eene oppervlakte van 30 bund. 38 v. r.
10 v. eil., en wordl in eigendom bezet en door den Heer Mr. S ih o m
van W a l c h e r en , woonachtig te Amersfoort.
WILDER of W il d e r e n , d. in het graafs. Vroenhoven, prov. Limburg.
Zie W i l r e .
WILDERD (DE), heide in de bar. van Breda, prov. Noord-Bra-
band, uitmakende den zuidoostelijken hoek van de gem. Bongen , met
slechts 6en huisje, aan den weg naar Tilburg, d en U it te rs t en
S t u i v e r genaamd.
WILDERHOF, geh. in Fivelgo, prov. Groningen. Zie W ild e h o » .
WILDERT, geh. in de bar. van Breda, prov. Noord-Braband,
Vierde distr., arr. en 3 u. Z. W. van Breda , kant. en 3 u. Z. W. van
Ginneken, gem. Znndert-en-Wernhout, i u. Z. van Groot-Zundert,
J u. van de Belgische grenzen ; met 64 h. en 330 inw.
WILDERT (DE), water in Delßand, prov. Zuid-Holland, gem.
Berkel-en-Rodenrijs, Z. van en tegen het dorp Berkel.
(1) Bij deze beschrijving hebben ons voomameljjk to t gids gedlend h e t meermaUn
door ons aangehaalde w e rk : Oud Nederland, in de uit vroegere dagen oeergebletm
burgen en kasteelen gcschetst en afgebeeld door Mr. C. P . E. BobidR v a n d b r A a , waar
ons eene fraafle p la a t h e t huis Wildenborch v e rto o n t, zoo als h e t vddr 1847 w a s , b e -
nevens het huis Wildenborch, in den Gelderschen Volks-Almanah voor 1838, waar men
h e t afgebeeld v in d t, zoo als h e t aieli in de zeventiende eeuw voordeed.