door den Predikant van Zwammerdam bediend , walke schikking de.
Groote Vergadering eerst voor 66n jaar toestond } maar in 1796 voor
200 lang als de eomraissie der Broederschap geenc andere schikking
in het belang der societeit 20a noodig keuren , en in 1811 in vaste
coinbinatie deed overgaan. Onder de in deze gem. gestaan hebbende
Predikanten verdient melding de taalkundige P ie t e r W eilard van
1781—1783,
De 7 Do o p s g e z i n d e n , die er wonen , behooren tot de gem. van
Utrecht. — De Ro oms c h -Ka t h o l i j k e n , van welke men er 1330
tel t , onder welke ongeveer 1290 Communikanten, inaken eene stal.
uit, welke tot het aartspr. van Utrecht behoort, en door eenen Pas-
toor cn eenen Kapellaan bediend wordt. — De 6 Ro oms c h -K a t h o -
l i jken van de Ou d e -Cl e r o z y , die er wonen, parochieren te
Utrecht. — De I s r a e l i t e n , die men er ruim SOaantreft, behooren
tot de ringsvnagoge van Gouda, welke hier eene bijkerk heeft, waarin
de dienst verrigt wordt door eenen Yoorlezer. — Men heeft te W oerdeh
vijf schalen, als: eene K o s t - en d a g s c h o o l voor Me i s j e s , 6ene
S t a d s - b u r g e r sC h o o l , eene S t a d s - a rme n s c h o o l , eene Be-
waa r s c h o o l en eene Ko s t s c h o o l v o o r Me i s j e s in h e t R. K.
we e s h u i s , welke gezamenlijk gemiddeld door 440 leerlingen bczocht
worden.
De st. W oerde« , in oude brieven W o k th b r , W u r d e , W orden en
W ordene gespeld, ligt u. 0 . van Leyden , 3£ u. W. van Utrecht,
aan den Rijn, die haar in twee bijna gelijke deelen verdeelt, op
32° 5' 11" N. B., 22° 32’ 32" 0 . L.
De naam der stad wordt door sommigen afgeleid van het oude
woord Weord, hetwclk in het Angel-Saksisch geluk beteekent, en
met eene kleine omzetting en bijvoeging W o erder wordt. Dus zou
de stad dan Gelukstad of Geluksland hdeten , aan welken naam bare
lotgevallen zeker niet beantwoorden en vooral niet in die dagen , welken
wij beleefden. Men omschreef daarom ook dezen naam door: een
door een natuur- of staatkundig geluk gewonnen land, doch dit maakt
ons deze naamsreden niets aanüemelijker. Anderen stellen, dat de
naam van W oerder afgeleid is van den waard , waarin de stad ge-
bouwd werd ; zoodat das waard langzamerhand in woerd en woerden
verbaslerd zonde zijn. Wij vinden echter veel natuurlijker de naam
afteleiden van de oude woerden of begraafplaatsen onzer voorvaderen,
van welke men er zoo velen in ons land aantreft, die tot den tijd
der cerste ßatavieren opklimmen, waarvoor dan ook de oorsprong der
plaats tot den oudsten tijd onzer geschiedenis wordt terug gebragt.
Z>j is ook hoogst waarschijnlijk zeer oud en was welligt als gehucht
of dorp ten tijde der eerste landzaten aanwezig.
Onderscheidene malen , zoo als in de jaren 1603 , 16o7 en 1787 heeft
de Regering van W oebder aanzoek gedaan , om, ter staatsvergadering
van Holland beschreven te worden , nit welke vergadering het küssen
dier stad , zoo als zij vermeendc, door de heerschzucht van weinigeu ,
na het uitgestane beleg van 1373, was uitgesehoven , doch nimmer mögt
zij deze poging met het gewenschle gevolg bekroond zien.
Onder de voorregten der plaats mag Wel genoemd worden : dat zij vroe-
ger het regt had, om , beurlelings met Oudewater, eenen student in het
dusgenoemde statencollegie van de hoogeschool te Leyden te mögen
¿enden.
Deze stad , op de grenzen van de provincie Holland gelegen zijnde,
was in 1160 reeds verslerkt door haar slot, en kwam eerst in 1216
linder Holland, van welk gewest zij als een slcutul beschouwd werd.
Zij was in de zestiende eeuw nog geen plaats van tegenweer, uaar de
veranderde vestingbouwkuude , om welke oorzaak zij in den jaren 1672
en 1673 , tben de Franschen de vooraan liggende provincien overwel-
digd hadden , door de Utrechtsche vijandelijkc bezetting veelmaal en
zoo dikwerf het hun gelustte, zonder slag of stoot werd ingenomen ,
waardoor de inwoners, van den moedwil dezer vijanden , eenen ver-
regaanden overlast hebben moeten uitstaan. De stad is , naar den
loenmaligen vestingbouw, eerst versterbt in het jaar 1702 en van tijd
tot tijd aanmerkelijk verbeterd. Zelfs zijn, in den oorlog wegens de
Pragmatique Sanclie, in de jaren 1747 en 1 7 4 8 , een eindwegs bui-
ten de stad , naar den kant van Utrecht, eenige uieuwe werken aau-
pelegd , beslaande in het fort Kr ui p i n , ter plaatse, waar vroeger
de S c h e n k e n s c h a n s la g , op den regier Rijnoever, en het lort
Oranje (zie dat woord), op den linkeroever der rivier , benevens meer
andere werken, die door eene linie aan elkander verbonden waren.
W oerder verkreegin het jaar 1793 nog eenen Sterken voormuur , door
het aanleggen van eene zoogenaamde linie van verdediging tusschen het
dorp Linscholen en de niet ver van daar gelegen kleine stad Montfoort,
len einde de nadering van de loen malige Fransche republikeineu, met
welke de republiek der Yereenigde Nederlanden destijds in oorlog was ,
tekeeren ; alsmede tot meerdere bescherming van de naburige stad en
vesting Oudewater.
De voornaamste sterkte van de vesting W oerden was vooral gelegen in
het vermögen , om de omliggende landen, door middel der sluizen en
het doorsteken van onderscheidene kaden , in het grootwaterschap van
den lande van W oerder gelegen , te kunnen onder water zetten j waardoor
, als in een oogenblik, alle de läge landen overstroomd zijnde ,
de aannadering van den vijand , zoo al niet ondoenlijk, ten uiinste
hoogst moeijelijk werd gemaakt ; te meer, daar als dan de gewone
wegen , die meest uit zeer ligten grond bestaan, tot den aanmarsch
van troepen , vervoer van geschut en andere krijgsbehoeften geheel on-
bruikbaar waren, terwijl daarenboven die wegen inede op sommige plaat-
sen werden doorgegraven , tot inlating van het water uit den Rijn. De
vesting had aarden wallen en natte grachten; de hoofdwal van on-
regelmatigen aanleg had vier boiwerken en in den zuidooslelijken
hoek daarvan lag het kasteel of s lo t; drie kleine ravelijntjes benevens
eene enveloppe met uitspringende wapenplaatseu zijn de eenigsle
buitenwerken die allen door vrij breede en natte grachten omringd zijn.
Doch alle deze verdedigipgswerken te voren, met zoo veel zorg on-
derhouden , zijn , gedureude het bewind van N apoleon , aanmerkelijk in
verval geraakt en later verkocht en geheel gesiecht.
Vöor het aanleggen der versterking , in 1702 , telde men te W oerder
drie poorten, als: de Ri e t v e l d c r - of L e y d s c h e - p o o r t ten
N. W. , de Hof - o fU t r e c h t s c h e - p o o r t ten 0. en de K ro m w ij-
ker- o fGo u d s c h e - p o o r t ten Z. Bij het aanleggen dier vesting is
echter de laatstgenoemde afgebroken , zoodat nu alleen nog' de beide
eerste over zijn. De Ri c t v e l d s c h c - of Le y d s c h e - p o o r t is
van eene Gothische bouworde. Boven deze poort, welke vroeger met
een torentje was voorzien, heeft men, behalve de zoldering, een
ruim vertrek , waarin in vorige tijden de militaire en burger krijgs-
raden hunne vergaderingeri hielden , doch hetwelk thans dient tot woning
van den portier. Op de binnen- cn buitenzijde van deze poort zijn nog
cenige wapeos le zien , alsdat van H errar va« W oerde» , wiens wapc»