WIGLAMA, voorm. stale, prov. Friesland. kw. Oostergoo, jrrfet;
Jdaarderadecl$ arr; en u. Z. ten0 . van Leeuwarden, kant. en ¿ u .
W. N. W. van Rauwerd, I u. Z. 0 . van Idaard.
Ter plaatse , waar zij gestaan hceft, ziet men tlians een boeren-
woning. De daartoe bchoord hebbendc gronden , beslaande eene oppervlakte
van 39 bund. 68 v. r., worden in eigendom bezeten door den
tJcer P ie t e r v a n d e r V e ld e , woonachtig te Grouw.
WIGMANA , voorm. state, prov. Friesland, kw. W estergoo, priet
Wymbritseradeel, arr., kant. en 1 | u. W. van Sneek, | u. N. van
Abbega, waartoe zij behoorde.
WIJAJANG, d. in Oost-lndie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Soerakarta, 2 palen N. 0 . van Dilangoe.
WIJBOSCH, geb. in de Meijerij van ’s Hertogenbosch, kw. Peel-
land, p r o v . N oord-Braband. Zie W e ib o s c h .
WIJCHGELSHEIM , bij verbastering veelal W ijchelsum gclieeten ,
buit. te Schildwolde, in Fivelgo, prov. Groningen, arr. en 4 0 . ten
• van Groningen, kant. en 2 u. N. N. 0 . van het Ilooqezand, tf&tti.
cn j u. N. ten 0 . van Slochteren.
Dit buit., hetwelk is aangelegd ongeveer ter plaatse, waar vroeger
de burg S c b a t t e r sum stond (zie dat woord), beslaat , met de daartoe
behoorende gronden , eene oppervlakte van 26 bund. 41 v. r. 20 v. ell.,
e n wordt in eigendom bezeten door den Heer Mr. H e n d r ik L o d ew m k
vVijchgel, Katonregter te Appingedam.
i ^ant-) prov. Gelderland, arr. Nijmegen; palende N. aan
de Waal , die het van het kant. Elst scheidt, 0 . aan het kant. Nijmegen
, Z. aan de Maas , waardoor het van het Noord-Brabandsche kant.
Grave gescheiden wordt, W. aan het kant. Druten.
Het bevat de volgende zes gem.; Ov e r -A s s e l t , Ba l g o y - e n -
Ke e n t , B e u n i n g e n , Bu r g h a r e n , Heu m e n en Wi j c h e n , be-
i Kß6!. °PPer^lakte , volgens het kadaster, van 14,130 bund.;
Qunn • ’ be"“ond door 1608 huisgez., uitmakende eene bevolking
van 8300 ,nw., die meest in landbouw en boepenarbeid bun bestaan
V1 tottI’ men.*a d‘l ^ant- °°k eene soort van steenkolen vindt.
WIJCHEN, gem. in het Rijk-van-Nijmegen, prov. Gelderland, distr.
en arr. Nijmegen kant. Wijchen (7 k. d., 18 m. k., 6 s. d . ) ; palende
H. aan de gem. Ewijk en Beuningen , N. 0 . aan Nijmegen , 0 . aan Heumen
, Z. aan Over-Asselt en Balgoy-en-Keent, W. aan Batenburg.
Deze gem. bevat de dorpen W ij ch e n en Ni f t ri k. Zij beslaat, volgens
het kadaster, eene oppervlakte van 3834 bund. 10 v. r. 92 v ell
waaronder 3407 bund. 19 v. r. 38 v. ell. belastbaar land ; telt 838 b.’
^°°r- huisgez., uitmakende eene bevolking van ongeveer
3140 inw., die meest in den landbouw hun bestaan vinden.
Je Herv.. die er ruim 90 in getal zijn , behooren gedeeltelijk tot de
gem. Wijchen-en-deLeur , gedeeltelijk tot de gem. Balenburg-en-Nif-
t n k, waarvan de eerste in deze burgerlijke gem. eene kerk heeft.
K > die.men er 3®30 telt, maken de par. van Ni f t r i k en
van Wi jchen ui t , welke ieder in deze burg. gem. eene kerk heeft.
Men heeft in deze gem. 3 scholen , als: twee te Wij c h e n en eene
te Ni f tr ik , welke gezamenlijk gemiddeld door een gelal van 300 leer-
Iingen bezocht worden. Ook bestaat er sedcrt eenige jaren te YVijcden
eene rransche kostschool, met 20 kostleerlingen.
W i jc h e n was zeker van ouds eene vrije heerlijkhcid , dewijl de Heeren
van Wijchen , Edele Heeren Mobiles viri bctiteld werden. In 1134
■was Borchardus de Wucher gcluigc van Andreass van Cuvk, den vijf en
twintigslcn Bisschop van Utrecht.. T heod oras d e W i j c h e n , tusschen de
diensllieden van O t to , Graaf van Gelre, was in 1196 zijn borg aan Bra-
band ; en hij, nobilis homo genoemd, was in 1203 geluige van het ver-
drag tusschen Braband en Gelre; JonAN van W i j c h e n , Nobilis v ir, was
in 1230 getuige van D ie d e r ik , Heer van Altena, en hij deed, met Fio-
BENTivs van B a t en bd rg , uitspraak tusschen den Graaf van Cleve en het
kapiltel van St. Jan le Utrecht. Men vindt sedert geen gewag ineer
van de Heeren van W ijc h e n gemaakt, zoodat men veronderstellen kan ,
dat zij onder het getal der Edelen, Nobiles, aan den Graaf van Gelre,
bij de verpanding opgedragen , begrepen zijn geweest. Ten minsle in
1342, was de Hertog in het volkomen bezit der regalia aldaar, dewijl
hij het regt van den wind en van het gemaal te W i jc h e n en Niftrik ,
aan O t to van M aeb erg en opdroeg, ook zijne eenige kleine heerlijke regten
, als de vonden en het heigraafschap van W i jc h e n door de Hertogen
, aan bijzondere personen ter leen uitgegeven.
De tienden van WuqnEN behoorden van ouds aan het kapittel van
Ziflick , zonder dat uit oorspronkelijke brieven of uit oude narigten de
wijze hoe het daaraan gekomen i s , kan aangetoond worden. Men kan
dus met eenige waarschijnlijkheid stellen , dat die bezitting tot de eerste
slichting door Graaf B a e d e r ik en A d e ea opklimt. In het begin der der-
tiende eeuw, was ook over die tienden een verschil ontstaan, tusschen
H erman , Proost van Ziflick , en H odolfu , Ridder van E w i jk ; en na
den dood van dezen , met zijn zoon E r n s t ; werd bij een vonnis ver-
staan, dat het geslacht van E w i j k , die tienden onregtvaardig bezat,
waarop de kerkelijke ban volgde. Eindelijk hebben E r n s t en R d d o l f
van E w i jk , broeders, Heer R d d o l f s zoons, zieh mede sterk makende
voorhunnen broeder H u b e r t , benevens L o d e w i jk , hun oom , E l i s a b e t h ,
hunne moeder, B e r t h a , hunne zuster, en L u d g a r d is , vrouw van E r n s t ,
zieh met het kapittel verzoend, en in 1242 voor den Burggraaf en voor
de Schepenen van Nijmegen afstand van alle regten, die zij op die tienden
mogten hebben , gedaan. Hieruit vcrmeent men , dat de tienden
loen niet tot de heerlijke regten behoorden ; want J ohan was in dien
tijd Heer van W i jc h e n . In hetzelfde jaar 1242 werden de kerk en
de tienden van W i jc h e n door C on rad , Aartsbisschop van Keulen, bij
het kapittel van Ziflick ingelijfd , dat tot de omwenteling van 1793 to e ,
daarvan in het bezit is gebleven , en het regt van kerkgifte geoefend hceft.
Het d. W i j c h e n , dat reeds in 1108 als W ic h e n en in 1196 als W ig h en e
voorkomt, ligt 2 u. Z. W. van Nijmegen •, in eenen zandigen grond , doch
is eene groote en fraaije plaats, aangenaam gelegen, door de nabijbeid
van het kasteel, het breede meer en den doortogt längs den grindweg
van Nijmegen naar het Land-van-Ravestein. Het is verdeeld in vier wij-
ken , als: Dorps rot , zijnde de kom van bet dorp, Bos c h kan ts-
r o t , P a s s e r o t en W-oesiksrot . Men telt er, in de kom van het
d., 168 h. en 1000 inw. , en met de drie-audere wijken 477 h. en ruim
2800 inw.
De Ilerv., die er ruim 90 in getal zijn , behooren tot de gem. van
Wijchen-en-Leur, welke bier eene kerk hccit. De kerk, welke hier
voor de Reformatie gestaan heeft, was aan den H, Antonius toegewijd ,
doch in het jaar 1830 is bier eene geheel nieuwe kerk en predikants-
woning gestiebt, waartoe de aanzienlijke söm van 2230 gnld., nit het
fends van noodiijdende kerken verstrekt is ; lerwijl ook de ringpredi-
kanten hierin cdelmoedig werkzaam zijn gewbest door een aanzienlijk
gedeeite der vacatuurgelden daartoe af te staan. Deze kerk is een
steenen gebouvv , met eenen kleinen toren , doch zonder orgcl.