«eit« afzonderlijke dijkaadje uitmaakte, en zelfs nog op het einde der
zestiende eeuw de Dijkgraven van het ßreede genoemd werden. D ij k-
g r a v e n - v a n - l i e t -B r e e d e - b ewe s t e n -Ye r s e k e cn van We rn
el i n ge n.
Thans beslaat deze watering, volgens het kadasler , eene oppervlakte
van 8904 bund. 47 v. r. 79 v. eil. Het bestuur beslaat uit eenen
Dykgraaf, tien Gezworenen en eenen Penningmeester.
YERSEKE (DE MOE REN-V AN-), läge landstrcek in het eil. Zuid•
Beveland, p ro \ . Zeeland, gem. Terseke. 'Zie Moeken- van-Yebsekb.
YERSEKE (DE MOLEN-POLDER-VAN-), pbld. in bet eil. Zuid-
Beveland, prov. Zeeland. Zie P oppendijke- poldbb .
YERSEKENDAM, Yersekedaji , in de wandeling Jersendaik, geh. op
het eil. Zuid-Beveland, prov. Zeeland, arr., kant. cn 2£ u. W. van
Goes, gem. cn 10 min. N. van Terseke ; met 33 h; en ongeveer 170 inw.
Ook zijn hier eene meestoof, een overzetveer op Gorishoek en een
dislributiekantoor voor de brievenposterij De huizen slaan nicest allen
tegen den dijk der Ooster-Schelde gebouwd. Door den slraalweg tus-
schen Middelburg en Tliolen , welke hier overgaat, is er eenige bc-
drijvigheid.
Het heeft zijnen naam verkregen van den dam, door welken de
Yerseke werd afgesloten, en de belangrijkste gedeelten van Zuid-Be-
veland aan elkander gehecht zijn. De iigging maakte het sedert eeu-
wen bekend. Reeds sedert 1193 werd aldaar de belangrijkste Grafe-
lijke toi, de toi van Yersekeroort geheven van alle buitenlandsche,
naar Braband varende of van daar terugkeerende, schepen. Sommi-
gen willen, dal Yersekeroort op het naauw van - de Ooster-Schelde,
tegenover het hoofd van Bergen-op-Zoom gelegen heeft. Ons korat het
echter waarschijnlijker voor, dat de toi van Yersekeroort, te eeniger
lijd , om de eene of andere reden, op dat punt is verplaatst geweest.
Toen , ten gevolge van het veränderen der stroomen , deze toi ontdo-
ken en deswege het kantoor naar elders verplaatst werd, bleef het, bij
voortduring, een der ' oornaamste overzetveren , gelijk het nog is , en
waarotn zelfs in de laatste jaren de nieuwe straatweg is aangelcgd ,
welke hier eindigt. Deze zelfde Iigging was echter oorzaak, dat het in
September 1640 door eene bende Spaansche zeeschuimers overrompeld ,
geplunderd en in de asch gelegd werd, waar door het aanmerkelijk
minder is geworden dan het voorheen was, toen er een grafelijk huis
gevonden werd, hetgeen den Tolpacbter, doorgaans een der Edelen
van R eiherswaal , aan welk geslacht reeds de heerlijkheden en lceneti
van Yerseke Yersekedaji enz. waren over gedragen, ten gebruike werd
afgestaam
Het was aan deze Iigging , dat ook het dorp Yerseke zijnen vroe-
geren bloci en onderscbcidene voorregten verschuldigd was.
YERSEKEROORT, voorheen een p la a ts op h e t eil. Zuid-Beveland,
p rov. Zeeland, waar eene toi werd geheven , w a ars ch ijn lijk h e t zelfde
a ls h e t tegenwoordige Yersbkendah. Zie h e t v oorgaande a r t.
YERSIKE, d. op het eil. Zuid-Beveland, prov. Zeeland. Zie
Y ebseke.
YESSE , voorm. klooster in het Gooregt, prov. Groningen. Zie Ebsb.
YGAWOLDEN, oudc naam van Noordwolde het oostelijke ger
dcelle der griet. Hemelumer-Oldephaert-en-lVooidwolde, prov. Friesland,
kw. IFeslergoo. Zie Noobdwoide.
YGERLOOSTER , voorm. kloost., prov. Friesland, kw. IF eslergoo,
griet. IFonseradeel. Zie Oegekloosteu.
YLEKfitN , naam , welken uteu wel eens geeft aan bet d. Indij* , prov.
Friesland, kw. Zevenwouden, Zie I u d i jk .
YLOSTEIN , of Yslot voorm. stins, prov. Friesland, kw. fFes-
tergoo, arr., kaht. en 1 u. Z. W, van Sneek, gen», en in het zuid-
oostelijke gedeelte der stad Tlst. Uit den naam van dit slot zoude,
bij verkorting de naam der stad Ylst ontstaan zijn. De laatste over-
blijfsels van dit gebouw zijn eerst in 1778 weggebroken.
YLST, kerk. ring, prov. Friesland, klass. van Sneek.
Deze ring bestaat uit de volgende tien gemeenlen : Gaas tmee r- en-
N i j e h ui z u m , He e g , J u t r y p - e n -H omme r t s , Ni euwl and-
O o s t h em-A b b e g a - e n - F o l l e g a , Op p e n h u i z e n - e n -Ui twe l -
l i n g e r g a , Ou d e g a - I d s e g a - e n - S a n d f i r d e ,' Wo l s um- e n -
We s t h em, ■ Wo n d s e n d -Yp e k o l s g a - Sma l l e b r u g g e - e n - I n -
di jk en Yl s t . .Men heeft er 17 kerken , waarin de dienst gedaan
wordt door tien Predikanten en telt er 3100 zielen, ottder welke
1830 Ledemalen.
YLST, gem., prov. Friesland, kw. Westergoo, arr. en kant. Sneek,
(16 m. k., 8 s. d.) , palende 0 . aan de gem. Sneek en zijnde overi-
gens door de griet. Wymbritseradeel omgeven.
Zij bevat de st. Y ls t , benevens den zoogenaamden K l o k s l a g van
Y l s t ; beslaat eene oppervlakte , volgens het kadaster, van 716 bund.
10 v. r. 77 v. eil., waaronder 671 bund. 23 v. r. 38 v. eil. belasthaar
land , en telt 224 k., bewoond door 303 huisgez , uitmakende
eene bevolking van ongeveer 1400 inw., die meest in handel, scheeps-
bouw en boerderij hun bestaan vinden. De handel wordt voornamelijk
gedreven in hout , schors , grutterswaren , boter , kaas , vee enz. Ook
heeft men er 7 scheepstimmerwerven, 2 looijerijen , 3 smederijen ,
1 pekkookerij, 1 grutterij, 1 run- of schors- en 3 boutzaagmolens.
De Herv., die er ongeveer 1100 in getal zijn, onder welke 230 Le*
dematen, maken eene gem. ui t, welke tot de klass. van Sneek,
ring van Ylst, behoort. De eerste, die in deze gem. het leeraaràmbt
haeft waargenomen , is geweest T jalle J obees , die in 1380 herwaarts
kwam, en in 1382 of 1383 naar Oosterlittens vertrok. Het beroep
geschiedt door den kerkeraad.
De Doopsgez., die men er ongeveer 300 te lt, onder welke 130 Lede-
maten, maken eene gem. uit. Yroeger bestonden hier twee gem. der
Doopsgezinden , eene Waterlandsche en eene Oudvlaamsche , welke zieh in
1818 tot ééne gem. vereenigd gebben. De eerste, die , na die vereeniging,
hier het leeraarambt heeft waargenomen , is geweest J an Bbdin W z ., die
in 1818 herwaarts kwam, en in 1827 naar Koog-aan-de-Zaan vertrok.
De 6 R. K., die er wonen, parochiëren le Sneek.
Men heeft in deze gem. ééne' school, welke gemiddeld door 200
leerlingen bezocht wordt.
De stad T e st ligt bijna 1 u. Z. W. van Sneek, aan het vaarwater
de Geeuw, hetwelk hier voor een klein gedeelte in het noordwesteinde
doorloopt, en voorts zuidoostwaarts drie aanzienlijke takken geeft,
wier middelste in de lengte genoegzaam door de geheele stad schiet,
terwijl de noordelijke en znidelijke, onder den naam van Dijgracht,
er rondom heen loopen , en zieh in het zuidoostelijk einde der stad,
wederom in drie vaarwaters, waarvan een naar Jutryp en elders loopt,
verdeelen. De stad slrekt zieh dus, in de lengte, van het Noord-
westen naar het Zuidoosten ni t , staande alle de huizen, behalve die
aan de Geeuw gevonden en P o p m a bur én genaamd worden, 1er
wedcrzijden van het voornoemde vaarwater.