Da naamsoorsprong wil men atleiden, van gemelde biunengra'eht,
die Go of Y genoemd wordl, en aan welke oudtijds eene aaqzienlijke
stins of state gestaan heeft, toen bekend als het Ys lot of Y lo s t e i n ,
waaruil daarna bij verkorting de naam van Y lts of Y lst zoude zijn
voortgekomen. Wanneer Y lst gebouwd of een begin gehad beeft, is
niet te bepalen, dewijl de gescbiedenis daarvan zwijgt; doch vpor-
zeker mag men haar ecne hooge oudheid toekennen ; ook wil men,
dat zij eertijds bloeijender en magtiger was dan de stad Sneek; doch
dat het toenemen van laatstgemelde stad , in bloei en welvaart voor
Y lst, zeer' nadeelig-geweest is. De droevige verdceldheden tusschcn
de Schieringers en de Yetkoopers , heeft tot baren minderen bloei on-
getwijfeld veel toegebragt.
In het oud Eriesch zoude deze stad eigenlijk J u s t rnoeten gespeld
worden, doch door verbastering en verwarring lioort men haar nog
zeer veel D r il st noemen, dat afkomt van D eb of T e r I l s t .
Wanneer Y l s t , bij sommigen in bet Latijn E lo s tu m gcnaamd , aller-
eerst gesticht zij, is onzeker. Zeker gaat bet dat het eerst maar eene
buurt was, welke door gednrige aanbouwing vervolgens een vlek werd ,
ep omstreeks het jaar 1290 door den Potestaat van Friesland , S ik k e
Sjaardema en ’s lands Staten reeds stedelijke voorregten ontving. In
1579 verkreeg deze stad, uit naam van K a r e l IY, het regt om eene
weekmarkt te houden, alsmede eene jaarmarkt op twee na elkander
volgendc dagen , die den dag van St. M a d r i t i d s opvolgden. In 1785 werd
de vervallen weekmarkt wederom op nieuw aangelegd, en gesteld op
Maandag, doch deze bestaat thans niet meer. In plaats der oude
verwaarloosde jaarmarkten werden er destijds ook twee nieuwe aangelegd;
als eene in bet voorjaar in Mei en eene in het laatst van October, van
welke de eerste is afgeschaft en’ de laalste thans mede weinig be-
teekent.
In 1477 werden de voorregten van Y lst op nieuw door Regt en
Raden der Steden, landen en deelen van Westergoo , plegtig binnen
Sneek bcvestigd en vastgesleld, waarbij uitdrukkelijk bepaald werd ,
dat de zoogenoemde Papene pointen van Wjmbritseradeel, aan deze
Privilegien niet bet minste mogtcn hinderen. — Toen daarna het
Saksiscb bewind over deze provincie eenen aanvang nam, kläagden
die van Y lst aan den Hertog, dat hunne voorregten door de Snee-
kers en den Grietman S chelte vaei L iaukeha verkort en geschonden waren
, waarvan het gevolg was, dat Hertog G eo r g e , des Roomschen
Rijks Erfgubernator en Potestaat, zijnen Stadhouder H ugo, Burggraaf van
L e t z em g , aanbeval, de Sneekers en het bestuur van Wvmbritseradeel te
gebieden t, de inwoners van Y lst hunne oude voorregten rüstig te
laten genieten , tot dat zijne vorstelijke genade zieh- daaeover nader
zoude verklären. Deze brief of dit bevel , werd gegeven te Harlingen
den 26 Augustus 1802. In 1804 werd de stad door den zelfden Gubernator
begunstigd met het voorregt, om , zoo als in andere sieden
plaats vond , door hunne eigene Raden , Burgemeesteren en Schepe-
nen te worden bestuurd , en het bestuur, tevens. opgelegd , om den
stroom ,’ die door de stad loopt, door wijze maatregelen diep en zuiver
te honden. Onder de stukken der Bourgondische, regering , vindt
men nog eene bijzondere aanschrijving van den Stadhouder G e8 rg
S ch e n k , van het jaar 1827 , waarbij die van Y lst verpligt werden,
de dijken , wegen , bruggen , dämmen , zijlroeden, slooten en uitwa-
tcringen , onder hun ressort behoorende in nrde en schouvybaar te
houden.
Weleer had Y lst geen gewone stadsregering van Olderman , Burgemeesteren
en Raad, gelijk de andere sieden, maar eenen zooge-
naamden Eeheere met zijne Mederegteren , die echter genoegzaam het
zclfde regt en magt hadden als de Olderman, Burgemeester en Raad
der andere steden. Later bestond de regering der stad uit vijf Burgemeesteren
. en daarenboven twaalf Raden in de Vroedschap. Alles
volgens bet Reglement, door den Raad van State, van wege de Al-
gemeene Staten , op de regering dezer stad gemaakt, in het jaar 1657.
Y l s t heeft geene wallen of muren , doch de straten zijn met lom-
merrijk geboomte beplant, hetwelk de stad geen onvermakelijk aan-
zien geeft.
Ter bevordering van den bloei der stad oordeelde de Regering, dat
eene algemeene koemarkt van wezenlijk nut zou kunnen zijn j daaroni
koebt zy , in 1785 , zekeren ruimen langwerpig Vierkanten tnin , in het
midden der stad , tegenover het stadhuis gelegen , en Het dien tot eene
openbare marktplaats in gereedheid brengen. Deze plaats was geplaveid
en ter wederzijde, gelijk ook van achteren , met huizen bebouwd , heb-
bende in het midden eene poort aan het water , om het vee daar uit
de schepen te lossen , doch van voren aan de straat was de markt open ,
en alleen voorzien met eene dubbele rij palen. Deze markt kon over
de 500 runderen bevatten, zooals in 1785 is gebleken, doch zij is nu
vervallen.
• In 1756 werd het oude S t a d s b u i s , nagenoeg in het midden der
stad, tegenover de voormalige beestenmarkt, geheel afgebroken, en
in plaats daarvan een nieuw gebouw tot dat einde gesticht. De Freules
Dorothea en J hliasa van G alama , hebben daaraan den 'eersten steen ge-
legd, zij waren met hare jongere zuster de eenigste overgeblevenen
van dat adellijk geslacht; zijnde de laatste stamhouder, A ntonios S ix tus
van G alama, overleden den 28 Julij 1757. Ten jare 1770 werd
het oude stamhuis van P opma van stadswege aangekocht, cn het stads-
huis daarmede bijna de helft vergroot j op de bovenverdieping is eene
Burgemeester-, Raad- of oude Vroedschaps-kamer en eene Secretarie;
alle fraaije en zeer geschikte vertrekken. Onder heeft men eene ka-
mer voor de suppoosten en eene gevangenis.
In bet jaar 1785 werd eene nieuwe en ruimere Waag gebouwd , naast
het Stadshuis welke, aan drie zijden, met overdekte gaanderijen
emringd was, en op den grond stond, welken de oude waag voorheen
gedeeltelijk besloeg. Deze waag is echter in 1852 afgebroken en op de
plaats , waar zij gestaan heeft , eene zeer doelmatige stadsburgerschool
gebouwd, die den 18 Junij van dat jaar voltooid was.
In het zuidoostelijke gedeelte der stad , stond voorheen het oud adel-
lijke stins of slot Yl o s t e i n . (Zie dat woord.) In het Zuidwesten ,
had men dat van den Edelen HeerRisPENs. Niet onwaarschijnlijk heeft
men hier voordezen meer onde adelli jkc gestiebten gehad: althans
schijnt men znlks uit de menig'le der wapenen , die in de oude kerk
aanwezig waren te moeten besluiten.
Ter plaatse, waar iäter de koemarkt was , stond vroeger de slins
van den Kolonei H b t t in g a , met geschilderde glazen , vereerd door de
volgende adellijke personell van dien tyd, als : T a c o v a n G a l am a , A n n a
v a n G a l a m a , D o i t z e v a n B o n g a , F r a n s v a n E y s in g a , Auck A d ck em a ,
W oRP VAN TjESSENS , IDA VAN GaLAMA CD TiTCS VAN GaLAMA.
De kerk , welke hier vroeger stond, was vöör de Reformatie aan
den H. M auritius toegewijd. De pastorij , zooals uit eeu handschrift
der Utrechtsche kerk blijkt, plagt van ouds ISO gbltdgf. ^228 guld.
XII: D e el . 45