1771 reeds ni<it meer, zoo als blykt uit eeno acte ten overslaan van
den Makelaar Jon. Labrehs , den 26 Julij 1771 te Amsterdam opge-
maakt , waarbij door gemeldcn Graaf vah Grohsveldt a.an de firma Pib-
te r CoBDERC eh Zoou, » alle de gebouwen , lootsen en pakhnizen, staande
» tot Websop, in de Cromme Elleboogsteeg, voorhecn gebruikt tot de
» porcelein fabriecq, voor den lijd van twintig achtereenvolgende jaren
« Averden verhuurd.” Twee katoendrukkerijen die met hare droogerijen
niede vooral des zotners vele inwoncrs een ruim bestaan bezorgden , zyn
mede nict meer aanwezig, even zeer is mede eenige jaren geledcn, te
niet gcgaan , de alhier bestaan hebbende Maatschappij van Nijvcrheid
ter uitoefcning van de zeepziedery , olieslagerij, koren* en moutma-
lerij door stoomkracht , alsmede de tapijtfabriek. De inwoners vin-
den thans hun bestaan in den doorvoer, zijnde de vaart op Amsterdam
er zeer levendig; alsmede in de veehouderij ; ook heeft men er nog,
behalve de vroeger gemelden branderijen, 1 leerlooijerij, 1 scheeps-
timmerwerf, 1 katoendrukkerij tevens stoffenverwerij , 1 verwerij, 1
smeersmelterij , 5 tabaksfabrijken , 1 cbocolade- en blaauwselfabrijk ,
1 kalkbranderij , 2 stoomwasscherijen en bleekerijen , 1 kalkbranderij,
2 liontzaag- en 2 koornmolens.
De Vechtslroom, waaraan W e e s p is gehouwd, voorziet de hooEdstad
van drinkwater, hetwelk met opzetlelijk daartoe ingerigte water-
schepen , van Amsterdam körnende, wordt afgehaald , en naarmate van
de zniverheid of brakheid van het water, soms voor de stad W e e s p ,
soms eerst op gernimen afstand van daar , mag worden ingeladen ,
om welke reden dan ook door de Regering der stad Amsterdam, sleeds
te W e e s p een.Iiispecteur is geplaatst, die aldaar woont en gehotiden i s ,
na naauwkenrig onderzoek, de plaats aan te wijzen , waar het water
mag worden ingenomen.
De H e r v o rmd e n , die er, volgens de telling in bet jaar 1848,
ongeveer 1690 in «getal z ijn , maken , met die van de bürg. gem.
W e e s p e r c a r s p e l , eene gem. ui t , welke tot de klass. van A m sterdam,
ring van Weesp, behoort, ongeveer 2280 zielen en onder
dezc 1000 Lcdematen lelt. Zij wordt door twee Predikanten bediend.
De eerste, die in deze gem. het leeraarambt heeft waargenomen , is ge-
weest Coruelis Jause , d ie, in bet ja a r 1582, van Naarden, waar hij
R. K. Pastoor was geweest, berwaarts kwam , e n , in bet jaar 1586 ,
door Herjeahuds Nicolai werd opgevolgd. De eerste tweede Predikant,
die hier gestaan heeft, is geweest Herhaunds JoAUuis , die in het jaar
1624 van Loenen beroepen werd en in bet jaar 1626 overleed.
De E v a n g e l i s c h - Lu t h e r s c h en , die er ruim 220 in getal
zijn , onder welke 120 Ledematen , maken, met die van onderscheidene
omliggende plaatsen, eene gem. ui t , welke tot den ring van Utrecht
behoort. De oorsprong dezer gem. wordt, volgens de waarschijnlijkste
berigten, gesteh! op den 28 September 1642. De eerste, die hier het
leeraarambt heeft waargenomen , is geweest T o b ia s R r v s t e u b a c u , die er
tevens de stichtcr van was en ook waarschijnlijk alhier is overleden.
In de kerkeraadsboeken van 1667 vindt men nog aanteekeningen van
hem , e n , naar alle waarschijnlijkhcid, zijn die van 1668 mede nog van
hem , doch deze zijn niet onderteekend. In dit of het yolgendc jaar
moet Ds. B r b s te u b a c b overleden zijn , daar hij in 1670 is opgevolgd
door J o h a n n e s P l o t . De grenzen van het kerkelijk gebied dezer gem.
zyn: t e n N. M u i de n en M u i d e r b e r g , ten ö. Naa rden (als filiaal),
Hu i z e n , L a r e n , Hi l v e r s um en ’sG r a v e l a n d , ten Z. Ne-
d e r b o r s t - den - B e r g , Ank e v e e n en Ni c l i t e v e e h t en ten
\V. Oude r ke r k, D i e m e rb ru g en Abcoude. Hel beroep geschiedt
door den kerkeraad.
De Room s c h - K a t h o l i j k e n , van welke men er ongeveer 75U tel t ,
maken, met een* gedeelte van die uit de bürg. gem. We c s p e r c a r -
s n e l , ten bedrage van ongeveer 3 0 0 , eene stat. uit , welke tot het
aartspr van Utrecht behoort, 1050 zielen en onder dezen 750 Lom-
munikanlen l e l t , en door eenen Pastoor bediend wordt.
De 1 0 5 Isr., die men er aantreft , maken met die uit de nalmrige
bürg. gem. eene ringsynagoge ui t , waarin de dienst door eenen Voorlezer
gedaan wordt.
Bij de gem. telling in 1848 zyn nog bevonden 7 Doopsgezinden ,
1 Hernhutter en 2 Christelijk Afgescheidenen.
Men heeft in deze gem. vier scholen , als: eene Kos t s c h o o l voor
ionge H e e r e n , eene Kos t s c h o o l voor j o nge J n f v r on wen ,
e e n e Stads Bur ge r sc ho o l en eene S ta d s Arme n s c h o o l , alsmede
eene He r ha l i n g sc ho ol en eene b i jz onde r e s c h o o l voor
I r a e l i e t e n , welke scholen gezainenlijk gemiddeld door 350 leerlingen
bezocht worden. * _
De st. W e e s p , ook W e s e p , W e s e p e en W e z o p of W e s o p gespeld, ligt
2-J u. Z. 0 . van Amsterdam , ^ u. Z. W. teil Z. van Muiden , aan de
Vecht, die sedert den aanleg van het oostelijke gedeelte der stad er
doorvloeit. Het genoemde oostelijk gedeelte bestaat uit twee groote vel-
den, vroeger tot Os s e nma r k t gediend hebbende en waarvan dit gedeelte
der stad , nog den naam bebouden heeft. Thans worden zij
gebruikt tot algemeeDe goederen bleek , voorts vindt men nog aan
dit. gedeelte de scheepstiminerwerf, henevens eenige woonhuizen , ge-
bouwen en tuinen. Aan de westzijde der Vecht heeft men eene fraaije
kade , met eene dubbele rij hooge boomen beplant, waaraan eenige zeer
welgebouwde huizen staan ; deze kade, welke zieh van bet zuidelijkc
einde der stad tot aan de scbulsluis in de Heerengracht nitstrekt en
derlialve bijna geheel de lengle der stad b eslaat, i s , om hare hooge
ligging, de I l o o g s t r a a t geheeten.
Over de Vecht ligt eene dubbele valbrug, zijnde eene tolbrug , waarbij
een net gebouwd brughuisje met 2 dorische kolommen versierd. De
genoemde scbulsluis, ‘waarbij eeue bevallige sluiswachterswoning is ge-
steld, ligt aan het oosteinde der Heerengracht, eh dient om het Vecbt-
wafer te keeren.
Reeds bij handvest van Keizer K a r e l V, den 2 September 1552 ver-
leend , is aan die van W e e s p toegestaan , om , in plaats van den duiker
of zijl aan de zuidzijde van de stad , eene sluis te le g e n ter wijdte van
8 voeten (2,50 e ll.) , waartoe zij reeds verlof verkregen hadden van
Hertog J ah v a n B e i j e r e u , bij zijnen brief van 18 November 1422; maar
mogelijk hadden zij toen geen regt om den toi op deze sluis te vorderen
, dien Keizer K a r e l bepaalde op eenen balven stuiver Brabands voor
iedere doorvarende schuit, doch deze sluis bestaat sedert onbeugelijke
jaren niet meer.
Omtrent welken tijd voor het eerst verlof to t het leggen van eene
sluis aan de Noordzijde der stad is gegeven, blijkt uit geene der hand-
schriften ; alleen is uit een privilegie van H e n d d ik A c k e r h a n , die in
1 5 1 2 ( 1 ) Baljuw van Mu i d e n , W e e s p , N a a r d e n en G o o i l a n d
was, en waarbij vergund wordt , » om watermolens bij de Noorde'r
» Sluyse te moghen zetten” , af te leiden dat deze sluis al vroeger da«
© K o x is s , Geschledenis v»n het etot r a n Kuiden. t>lz. 115.