» voorzegde kerk , en aldaer intovooren de pretenso Gereformeerde re-
» ligio : sedert wanneer aldaer alle Zondagen heeit koinen prcdiken eeneiv
» Minister van Ysendycke, medebrengende van aldaer ettelijke persoo-
» nen , 0111 te wesenzijne aanhoordcrs, want op liet Wateriand woonde
» ten dien tljde maar eénen van de Gereformeerde.
* Het zelve jjeweld is ook alsoo geschied, niettegenstaende den-
» Heere en Weth van deselve plaetse daertegen zoo mondelinge
» ais scbriftelijk, hebben geprotesteerd. Niettemin de inwoonders van
» dezelve plaetse, zijnde al Catholijk, zyn gebleven in de bezittinge
» der oefeninge van de Gatholijke religie aldaer, en overzulks hebben
» zij van den eersten , dat den Predikant van Ysendijcke hunne kerke
» heeft ingenomen , de oefeninge van hunne religie- gedaen in eene
» schuere (1 ) met een torenken en kloksken daerboven.”
Dat het bovengestelde onjnist is, biijkt uit bet reeds ge melde.- De
gcmeente kwam niet van IJzendijke ; niaar van het gedeelte derheerl.,.
dat over de Linie lag en volgens de toen heerschende beginsids regt
op de kerk had. Het kan ook overdreven zijn, dat er maar eén Gereformeerde
op het eiland woonde ; evenwel schijnt bet getal Hervorm-
d e n , dat in het eiland met der woon gevestigd was, zieh altoos slechts
to t enkele personen bepaald te hebben. Overigens was de gemeente
zoo ta lrijk, dat volgens Hosmos in 168!) daarbij tot Leeraar aangesteld
werd Johannes Stoirbobt (2). Deze was alzoo de eerste vaste Predikant
in de beerl. Waterland ; maar ook de laatste , die in de oude kerk
van bel kerspcl O a d e m a n predikte ; want op den 28 November 1668;
kwamen acht gewapende personen vermomd in de k e rk , misbandelden
en kwetsten zoö' veel zij konden de ter godsdienstoefening vergaderden,
cenigen zelfs met gevaarlijke wonden , vooral den P redikant, dien zij eeist
verscheidene houwen in het hoofd toebrägten ; terwijl zij hem van den
predikstoel rukten, voorts tot op hethemd uitkleedden., waarvan zij ook
den slip afscheurden. Daarna gingen zij voort, met hem te slaan cn deer-
lijk te verwonden , en eindigden met hem een oor af te snijden , terwijl
zij hem in zijn bloed voor dood lieten liggen (3): waarna zij de bijbels ver-
scheurden, het kerkgebouw plunderden en de kerkgangers van a l , wat
voor hen waarde had., beroofden. De daders zijn nooit ontdekt geword
en , ofschoon daarvoor eene groote premie was uitgeloofd, Het onder-
zoek naar d itfeit moet zeer belenamerd geworden zijn , omdat Watereand
eene heerlijkheid zijnde, h et collegievan den Vrijeslechts ter tweeder in-
stantie als Regter konde worden beschouwd: bierom weigerde de Kommandant
van IJzendijke misschiert , eenige op presumptie gevatte personen
aan dat collegie uit te leveren, Hetgeen hierover bij het collegic
van den'Vrije te Slnis verhandeld is , kan men vinden in de Notulen
berustende op de griffie dier stad (4)- * 1
Dat de algemeene Staten , ten gevolge van dit voorval, den Heer al
zijn regtsgebied op Staten bodem zouden ontnomen hebben, zoo als in
de Tegenwoordige Staat van alle volken gezcgd wordt, is met ju is t;
raisschien is het meer beperkt geworden, inaar van zijne regten op de
gedeelten van den P a s s e g e u l e - p o l d e r en den V r i j e - p o l d e r ,
(1) MlsseWen b e ite n rde grenzen der Staten- gelegen.
(2) In de lijat acliter h e t werkje van h ü s n iü s , Zeeuwsche Buize, vindt men Augustus 1658
(3) Uit alles schijnt te b lü h e n , dat de P red ik an t te r plaatso dood Is g e b le v e n , cu
dus lc tte rly k vermoord werd. Zie ook Zeeuwsche Almanali 1846, bladz. 60.
(4) Zie onder anderen ook'Hüimros 'Zeeuimke Bvize, blad'Z. 507 enz.
bcnoorden hot water da Linie, is door hem bij verdrag met het Golle"
gie van den Vrljc, het zij toen, het zij te voreil, afstand gedaan : zoo-
dat zij niet meer gerekend werden, tot de heerlijkheid te behooren.
De Hervormde gemeente bleef echter bestaan en in het genot van de
tienden en der gewone kerkelijke schattingen , die in het Eiland van
al de inwoners, even als in andere deelen van Staats-Vlaanderen ge-
heven werden. Zelfs nog, ofschoon dat gedeelte aan IJzendijke bur-
frerliik gebragt is , worden de Hervormden aldaar, als er zieh soms amb-
tenaren van die godsdienst bevinden , gerekend kerkelijk to t WaterUnd-
kerkjc te behooren. Het geplunderde kerkgebouw en het kerkhof hieven
ook een eigeridom dier gemeente; het laatstgenoemde i s , bij de
vereeniging met Erankrijk , na 179 4 , aan het domein van dat land
oeraakt en alzoo in 1814 aan dat der Nederlanden gekomen, voorts
omstreeks 1818 met eenige andere domeingoederen verkocht. De gemeente
van Waterlandkerkje schijnt verzuimd te hebben , dit goed bij
het Nederlandsche bestuur terug te eischen.
Het kerkgebouw, waarvan in het laatste der vorige eeuw nog een
stuk muur gezien werd, was door den tijd vervallen en verdwenen .
het werd zelfs gedeeltelijk, toen men het niet meer gebruiken kon ,
met opzet gesloopt. De predikstoel, aan welke het bloed des Predt-
kants van het gebeurde getuigde, en waaraan men dat zorgvuldig ja -
ren lang bewaarde, werd met de banken en eenige steenen overge-
bragl naar het nieuwe kerkgebouw, dat kort daarop gesticht werd in
het gedeelte van den P a s s e g e u l e - p o l d e r , benoorden de Linie gelegen
, dat in den Prins-Willems-polder bedijkt was. Hierbij vormde
zieh een dorp onder den naam Van h e t K e r k j e , dat sinds 1796 (1)
als gemeente den naam van Wa t e r l a n d s k e r k j e (ziedat art.) heeft
aangenomen.
Van het jaar 1687 tot 1672 hebben de R. K. te S t. Margariet de
godsdienst geoefend, zijnde de schuur, waarvan hierboven melding ge-
«naakt wordt, denkelijk op den duur daartoe niet genoegzaam geschikt
geweest. Toen werd, een groot kwartier uur van het oude dorp , in
den J e r omi n u s - p o l d e r * , bezuiden de Brandkreek , op gebied van
den Koning van Spanje , eene kerk gebouwd, die even als de parochie
den naam van Qu d ema n bleef dragen , ofschoon nu niet meer in eenen
polder van dien naam staande ; bij deze kerk vormde zieh een dorp van
dien naam, dat in 1796 den naam van W a t e r 1 a n d - O ud ein a n
verkregen heeft; de R. K. inwoners van de oostelijke helft van het
eiland en van S l a t e n - O u d em a n bleven zieh steeds parochiancn van
den Ou d cma n achten, en zijn eerst bij een Pausselijke bulle van 9
Maart 1841 , goedgekeurd bij besluit van Z. M. den Koning der Nederlanden
van 19 April daaraanvolgende , tot de par. van IJzendijke gebragt,
welke verandering echter tot nog toe haar vollen beslag niet heeft
bekomen.
Bij den inval der Fransehen werden de heerlijke regten vernietigd ;
maar de burgerlijke gemeente van -Wa t e r l a n d -O u d em a n kwam in
de plaats en had de zelfde grenzen , als de heerlijkheid, sinds den afstand
der gronden benoorden de Linie; zij bleef alzoo tot 1814, toen
Staats-Vlaanderen weder met Nederland verienigd en aan de provincie
Zeeland toegevoegd werd. Toen is bet oostelijk gedeelte van het E i l a n d
(1) Uc teìnagtiging cloor de Fransehen gescMedde wèl-in 1794 , luaàr do burgerlijke
gemeent.cn, in h e tp la tte land van h e t V rije . vormden zicli e erst na den afstìmd dezer
landen aan F ran k rijk , bij don vrede van Campo-Formio,