Do vesting Is eigenlijk een vijfhoek , doch heeft ze» bastions , waar-
van aan beide rivierzijden drie fronten bestaun uit eenen hoogen muur
met walgang van 3 tot 15 eilen hoogte ; aan de landzijde zijn twec
ravelijnen en nog een vervallea ravelijn in het verlengde van den
Sleeuwijksche dijk. Het builendijksche front aan de Maaszijde is van
eenen hedekten weg met glacis voorzien , welke, even als die van het
buitendijksche front aan de Merwezijde in vervallen staat is. In den
Maasdijk, even buiten de vesting, is eene militaire inundatiesluis.
W oodrichem heeft drie poorten , als : eene ten 0 . , zijnde genaamd de
Loev es t einscl ie-p oo r t , waardoor men naar Heusden gaat; eene ten
W., de Koe -poo rt o fL a n d p o o r t , door welke men naar Sleeuwijk
en Almkerk gaat. De derde poort, de Wat e r - p o o r t , beeft hären uit-
gang door een tusschenplein en eene tweede of nieuwe buitenpoort op
het Hoofd, dat weleer ver in de Merwede plagt uit te steken , maar
nu door die tweede of buitenpoort en binnenplein niet meer dan twintig
passen buiten de poort reikt, zelfs zou het gevaar loopen binnen kort
geheel weg te spoelen, indien het n iet, met zware onkosten , door
menigvuldig rijswerk behouden werd. De rivier voor het Hoofd is bij-
zonder diep. Toen dit Hoofd zieh verder uitstrekte, was er ten W.
daarvan eene bekwame haven.
Het S t a d h u i s , in de Hoogslraat, is niet zeer groot en volgcns
eene afteekening der stad, heeft e r , in het begin der vorige eeuw,
een vierkant torentje op gestaan , maar dat nu , lang en buiten geheu-
gen van menschen, verdwenen is. De voorgevel van dit gebouw is
voor weinige jaren zeer smakeloos gemoderniseerd.
Thans Staat er in de Moleristraat, bij de Waterpoort, nog een oud
gebouw, met een niet zeer hoog, vierkant torentje, waarin klok- en
uurwerk, hetwelk vroeger tot een daarbij staand, doch thans ver-
dwenen klooster heeft behoord, en alleen gebruikt wordt bij huwe-
iijks- en andere aankondigingen.
In deze plaats vindt men in de Hoogstraal eene Ka z e r n e , zijnde
een vrij goed ingerigt gebouw, waarin gewoonlijk een detachement
Kanonniers lig t ; terwijl bij de Loevesteinsche-poort een lange houten
Loot s is gebouwd , dienende voor het detachement Infanterie. Nog
vindt men op de Hoogstraat, bij de Kanonnierskazerne eene hard-
s t e e n e n pomp , met eene sierlijke kap , ten dienste der Soldaten en
burgers , zijnde dit de eenige in de plaats. Ook treft men bij het
stadhuis een poortje aan, met het jaartal 1611 , wordende het de
W i t l ’s - p o o r t j e geheeten , wijl het prijkt met het in steen uitgehou-
wen wapen der gebroeders de W it t , die waarschijnlijk daar wel eens
hun verblijf of eenig eigendom moelen gehad hebben. Aan de zuid-
zijde der stad, aan den wal , is ook een Ar t i l l e r i e - p a r k en een
Kr u i d k e l d e r , welke beide goed voorzien zijn.
De Herv o r m d e n , die er 940 in getal zijn, maken met de overigen ,
uit de gem. Woudrichem-en-Oudendijk eene gem. ui t , welke tot de
klass. van Heusden, ring van Woudrichcm behoort, en 1300 zielen ,
onder welke men 400 Ledematen telt. De eerste , die hier het leeraar-
ambt heeft waargenomen , is geweest G oaltehus de R o t , die in 1386
beroepen werd en in 1388 naar Leyden verjtrok. De eerste kerk,
welke alhier gestaan heeft, is , volgens eene oude overlevering, op het
laatst der zevende eeuw door den H. S ditbehtus , eenen reisgenoot van
den H. W illibrordus , gesticht. Het kapittel van S t. Salvatorskerk
te Utrecht had voorheen het begevingsregt dier kqrk, welke den H.
M artinüs als beschermheilige erkende. Vöör de Reformatie bestanden
er in die kerk , met inbegrip van hot hooge altaar, tien altaren ,
welke tercero van den 11. M artinos , J o b , C atha rin a, A n n a , J acobcs ,
J o d o c o s , E l ig io s , R arbara , van het H. Kruis en van de H. Maagd
M aria waren gesticht. Deze Maagd werd aan drie onderscheidene altaren
geeerd ; een daarvan stond in een afzonderlijk kapelletje in het
geoote koor: het tweede was onder den titel der Zeven weeen opgerigt,
en het derde werd door het gild der visschers gebruikt. Deze kerk is
in het jaar 1 8 4 1 , ten koste van 8000 gülden, waaraan het Rijk subsi-
dieerde met 3000 gülden, hersteld, van binnen verfräaid en is thans
inwendig een zeer net kerkgebouw , zonder orgel. De toren was voorheen
van eene hoogopgaande spits voorzien, die, zoo men denkt, bij
de belegeripsr van 1 3 7 3 , door de Spanjaarden, werd weggeschoten.
Sedert was die spits door eene kleine vervangen geworden. Dan bij
den vreeselijken storm in September 1717. is ook deze weggefaakt.
De toren is daarna van eene spits ontbloot gebleven, en thans met
een plat dak, goed uurwerk, eene helderklinkende klok en vier goede
wijzerborden voorzien. Hij is van eene bijzonder schoone bouworde;
jammer is het , dal hij zoo in verval is.
De Ro oms c h -K a t h o l i j k e n , die men er ongeveer 60 t e lt , maken
sedert het jaar 1836, met de overigen uit de gem. Woudrichem-
en-Oudendijk , alsraede die van de We r k e n - en - S l e e uwi j k ,
We r k e n d am, Ri j swi jk, Gi e s s e n , O p - e n -N e d e r -A n d e l ,
Lo e v e s t e i n , P o u d e r o i j e n en Mu n n i k e n l a n d , eene par. u it,
welke tot het apost. vic. van 's Hertogenbosch, dek. van Heusden, behoort
, en door eenen Pastoor bediend wordt. Daar bij de herstellmg
der parochie W o o d r ic h em , de oude beschermheilige dezer plaats niet
bekend was, is de H. J o h a n n e s N ep om ü c en o s als patroon aan de nieuw
opgerigte parochie door het kerkelijk gezag toegevoegd geworden. Deze
kerk is een net gebouw, met eenen kleinen toren en van een orgel
voorzien. .
Oude Schriften getuigen, dat in den omvang dezer stad eene kapel
heeft gestaan, zonder dat zij daarvan eenige bijzonderheden melden.
Vermo§delijk is deze de kapel, welke aan eene liefdadige stichting voor
eenige behoeftige personen verbonden was, waarvan de oorkonde, van
in 1371 plaats gehad hebbend kerkelijk onderzoek, gewaagt. Buiten
de stad, doch onder de parochie van W o o dr ichem, op den weg naar
Rijswijk, stond de kapel en de proostdij Van Honswijk , welke van de
Abdij van Berne afhankelijk was.
In de vroegste tijden , stonden te W ocdrichem twee kloosters, het
eerste voor manspersonen, van de orde der Kruisheeren, waarvan de
jaarboeken in het jaar 1481 gewag /naken ; en het tweede voor vrou-
wen, zijnde Nonnen van de orde van S t . D ominicos. Men vindt aan-
geteekend , dat J a co b , eerste Graaf van Hoorne en Heer van A lien a ,
naderhand Monnik is geworden in het klooster der Minderbroeders.
Toen zijn zoon J an van H o o r n e , in het jaar 1 4 8 4 , tot Bisschop van
Luik verkozen was , en in die waardigheid in het jaar 1486 zijne cersle
misse d e e d z o n g de vader als Minderbroeder en Diaken het Evan-
ge lie , en stierf als geestclijke in het jaar 1303.
De gemeentesebool wordt gemiddeld door 130 leerlingen bezocht.
Men heeft er ook eene afdeeling van het Ne d e r l and s c h Bi jbel -
g e n o o t s e b a p en een P o s t k a n t o o r , in de Hoogstraal.
Er worden hier den 24 Julij eene paardenmarkt en Yrijdags vóór
St. Maarten in November eene beeslenmarkt gehouden , welke laatstc
bijna niet bezocht wordt.