Weaiekdas t zieh eenigc weken des nachts onthouden heeft over de
rivier , doende evenwel altijd dienst aldaar, of in de kerk of bij de
redoute, tot gerief zoo van zijne gemeente als van de andere naast
gelegene dorpen, welke aldaar onder het gehoor kwamen en hunne
hinderen ten doop bragten.
ln deze gem. beeft de stormvloed van 24 Februarij 1857 onbere-
kenbare schade veroorzaakt, zoo aan dekade en beplantingen der buiten-
polders, als aan den grooten voorraad rijs en andere voorwerpen ; ter-
wijl door het overloopen der kapitale dijken van den vasten wal vele
dijken beschadigd werden, eenige instortten en daarbij onderscheidene
rnenschen het leven verloren.
Ook bij den ijsgang van Januarij 1849 heeft deze gemeenten veel
schade geleden, daar eerst de Vervoorne- en vervolgens ook andere
polders onderliepen acht huizen instortten en ruim twintig onbewoon-
baar zijn geworden. Gelukkig zijn daarbij echter noch menschen , noch
vee omgekomen.
WERKENDAM (SAS VAN) , sluis' in het Land van Altena, prov.
Noord-Braband. Zie Sas van W ebkendam.
WERKENDAM (HET SLOT-TE-), voorm. slot in het Land van A ltena,
prov. Noord-Braband, Tweede distr., arr. en 7^ u. W. N. W.
van 's Herlogenbosch , kant. en 4-£ u. W. N. W. van Heusden, gem. en
aan de kom van Werkendam.
Het was een deftig slot , hetwelk, io het jaar 1401 door den Heer
Jan van A rk e l , die tegen Hertog A ib re c h t van Beijeren , of liever
tegen zijnen zoon W illem Graaf, van Oostervant oorloogde , werd af-
gebrand. Wij hehben niet kunnen ontdekken of het , sedert dien
tijd tot in 1 6 2 8 , weder hersteld is , doch omtrent dat jaar werd
het deor Jonkheer Hendrik van E c k , aan wien het door huwelijk
met eene dochter uit den huize van BRdNCKHORST gekomen was, weder
opgebouwd, met eenen hoogen trapgevel en dikken tören , boven met
borstweringen en kanteelen voorzien. Het is in 1841 , bij gelegenheid
van den buitengewoon hoogen watervloed, door het water gedeeltelijk
gesloopt en het laatste ovcrblijfsel, zijnde de oude Bnrgpoort , te n dier
zelfde tijde door den feilen aandrang van het water ondermijnd zijnde
en op het punt van in te störten, in hetzelfde jaar afgebroken.
De daartoe behoord hebbende gronden , beslaande eene oppervlakte
van 5 v. r. 27 v. eil., worden in eigendom bezeten, door den Heer
J ohan Greve , woonachtig te Werkendam.
WERKENDAM-EN-DE-WERKEN , kerk. gem., prov. Noord-Bra-
band, klass.. van Heusden, ring van Woudrichem.
Men heeft er eene kerk te We r k e n d am, en telt er 2150 zielen,
onder welke 510 Ledematen. De eerste, die in deze gem. het
leeraarambt heeft waargenomen , is geweest Gilles Couwenberg , die
er in 1590 kwam, en in 1594 van zijne dienst werd ontzet. Het be-
roep geschiedt door den kerkeraad , onder agreatie van den Ambachts-
heer. Onder de hier gestaan hebbende Predikanten , waren de door
zijne Schriften bekende J ohannes Groeneweecen van 1739—1764 en'J ohannes
J acobds le S age T en Broek A. L. M. et Phil. Doct., die in het
jaar 1769 als Hoogleeraar in de Wijsbegeerte naar Groningen vertrok.
WERKENDAMSCHE-K1LLEN (DE) , killen in den Biesbosch, prov.
Noord-Braband, en Zuid-Holland, welke uit de Merwcdc zuidwest-
waarts vloeijende zieh in den Amer onllasten. Men b e g rijp t daar-
onder gewoonlijk het S t e u r g a t , de Ba k k e r s k i l , de Brui n t
ki l en de We s t k i l .
WERKENEMÜNDE of W erckenemonde , voorm, d. in Zuid-Holland,
hetwelk voorkomt in eenen giftbrief van Keizer Hendrik IV , als gelegen
oostwaarls van Dordrecht op den linker oever der Mcrwede,
doch hetwelk vermoedelijk de zelfde plaats zal geweest zijn die later
W erkendam is geheeten.
WERK-EN-RDST, landg. in Fivelgo, prov. Groningen, arr. en
2 u. 0 . van Groningen, kant. en 1J u. N. W. van liet üoogezand ,
gem. en 1J u. N. W. van Slochteren, aan den rijweg te Scharmer,
waartoe het beboort.
Dit landg. beslaat eene oppervlakte van lbund. 31 v. r., en is
in 1828 aängekocht door de Hervormde gemeente van Harkstede en
Scharmer tot eene pastorij ; terwijl de daartoe behoorebde gronden,
17 bund. 4 v. r. 20 v. eil., dobr den Predikant Tn. A. R omein zjjn
aangekocht.
WERKENSCHE-DIJK (DE), dijk in het Land-van-Altena, prov.
Noord-Braband. Het is dat gedeelte van den Oud-Altenasche-bin-
nen-Zeedijk, dat zieh van W erkendam, ’ in eene oost-zuidoostelijke
rigting, tot aan den Noord-Scbenkeldijk van Nieuw-Altena uitstrekt.
WERKENSCHE-POLDER (DE) of de BINNENBANNE-VAN-DE-
WERKEN , pold. in het Land-van- Altena, prov. Noord-Braband,
arr. 's Hertogenbosch, kant.. Heusden , gem. de Werken-en Sleeuwijk ;
palende N. W, aan den Sleeuwijksche-dijk, N. 0 .’ aan de Vysie, palende
tegen den Sleeuwijksche-polder, 0 . aan de Vijsie en Jannisse-
land of het Landeke , Z. aan den Werkensche of ouden Zeedijk van
Oud-Altena, W. aan den Werkensche dijk en het dorp Werkendam.
Deze pold. beslaat, volgens het kadaster, eend oppervlakte van
262 bund. 70 v. r. 42 v. eil., en heeft eene steenen sluis in den
ouden Zeedijk, aan den zuidoosthoek van dezen polder wijd 1.85 eil.,'
voorzien van eene drijfdeur, en wordt, gemeen met het water van den
Vervoornepolder en den Uppelsche-polder’, door de zoogenaamde Wer-
kensche-sluis, aan den Nieuwendijk , op de Bleekkil, van het over-
tollige water ontlast. Het zomerpeil is 0,88 eil. beneden A. P. en de
hoogle der dijken’ 4.80 tot 5.30 eil. boven A. P. Hij wordt bestnurd
door eenen Waardsman en vier Heemraden. Dit bestuur voert alleen
de directie op het inwendige van den polder, terwijl de waterkee-
rende dijk onder het bestuur van Dijkgraaf en Hoogheemraden van
het Oude land van Altena behoort De watermolen van dezen polder
heeft 25,20 eil. vlugt-, het waterrad groot 6,15 eil. middellijn , zijnde
de schoepen 0.39 breed.
In dezen pold. vindt men aan de oostzijde een streek gronds groot
20 bund. 87 v. r. 99 v. eil., op ‘welke het servituut rust, dat zij
eerst dan van overtollig water door den molen ontlast mag worden ,
wanneer bet overige van den polder tot op zomerpeil is uitgemalen.
Deze geheudenheid is veroorzaakt, doordien deze landen weleer tot
hoezem van de in vroeger tijd in dezen polder bestaan hebbende be-
nedenmolen verstrekten j doch daar deze beneden-watermolen, op de
kaart van N. Crücqüics , van het jaar 1729, aangeduid, kort daarna
weggenomen i s , hebben die landen sedert opgehouden het opgemalen
water te bergen, terwijl het water door den tegenwoordigen molen,
onmiddellijk uit den polder in de algemeene vliet van dezen en de
Almkerksche- en Vervoorne polders wordt opgemalen. Deze polder
pleeg dus in het jaar 1729 door twee hoog opmalingen van ihet
water te moeten ontlast worden , terwjjl zulks thans door d6nen molen
geschiedt,
XII. Deel. ' •}§