•¿uidwcstkant uit oenc kade met hiiizon en aan den noordwcstkant met
aan hct walor uitkomendo gebouwen. Vertier keeft uien eono grootc»
lanp-e breede straat in eene eenigzins r\jzende liggmg. le n IN. en L. vindt
men bnzondere Stegen, gangen en onaanzienlijke buurten, waarvan
Cartkape na en Macao de vuilstez\jn. Op den rüg van eenen berg ,
waarlegen de zuidzyde stu it, staan nog drie goede hmzen , en aan
den voet daarvan eene scheepstimmcrwerf, met eene kraan, ln de
breede straat 0 trab an da vindt men de bouwvallen van de in 1804
afpebrande L u t h e r s c h e k e r k , en digt daarby de Ro oms c h -
Ka t h o l i i k e ke rk en pastorie. Deze laatste is een weinig aanzienlyk ,
langwerpig gebouw, met een hoofdaltaar, twee bijaltaren en eemge eilen -
dige schilderijen versierd. De gemeenle is talrijk, ofschoon meest tut
Negers , Mulatten en andere Kleurlingen bcstaande , en wordt bedient!
door eenen Pastoor en eenen Kapcllaan , welke laatste ecnmaal des
iaars de geloovigen op de eilanden Bonaire en Aruba gaat bezoeken.
Längs denzeekant, aan de overzijde, vindt men op een nF, tussohen
de zee en een ondiep binnenwatcr, eene soort van fort, het F o r - l
genaamd, den ingang der haven bcstrykende; en ^rder op naar het
westen het Lepr oze n- of L a z a r u s hms en digt daarbtf de Bui -
CDe hmzen in de W i l l e m s t a d zijn meestal uitwendig in den zelfden
smaak gebouwd als die in Holland , met scbuinsche daken en gevcls.
Allen ziin van steen, hetzlj van Hollandsche klmkers of van klip-
steen, doorgaans, vooral in het laatste geval, met dikkfe muren,
De huizen , v a n klipsteen , z\jn echter niet zeer sterk, door de on-
peliikheid der steenen en het zamenvoegen met enkel zand en kam.
Voor en veelal ook op de zijde der huizen vindt men opene galeryen ,
om de doorstraling van licht en wind te bevorderen ; deze zyn van
anderen met steenen of liouten pilaren gestut. Men woont meest op
de eerste verdieping , wordende het ondergedeelte tot pakhuizen en Winkels
gebezigd. Van het inwendige der huizen valt weinig te zeggen,
de vensters zijn van jaloesien of sasiaetten, zelden van glasruiten voor-
zien. De kamers zyn doorgaans wcl ruim, maar met weinig ot geen
n-crijf: daarboven worden allecn onder het dak bcschotene slaapka-
merties gevonden. De muren zijn allen met wittc of geelc kalk be-
pleisterd. Van behangseis of vlocrtapijten weet men met, zynde zulks
ook in dit klimaat onnoodig , ja nadeelig. Van buiten “e. mces *
huizen wit bepleisterd , hetwelk voor de oogen zeer sebadelyk is. intnsschen
worden thans, op het voorbceld v a n het Gouvernement , vele
huizen gecl- bestreken , ook wel donker graauw. De straten in be Willemstad
zijn vrij goed gcplaveid. Lästig is het , dat men e r , zelts i
voorname huizen , geene secreten vindt en zieh altijd met stilletjcs mo
bebelpen. De rotsachtige grond en bet gebrek aan loopend water veroorzaken
dit ongemak (1).
WILLEMSTAD, naam , welken men welecns gai aan de voorrn.
vesling Tacomi, in O ost-lndie, op het IHoluksche eil. Ternate. M
1 A\V"liLEMSTAD of Williamstad, vcrl. houtgr. in Nederlands-Giäam,
kol. Suriname, aan de Boven-Saramacca, ter regterzijde in het atva-
ren ; palende bovenwaarts aan den boutgr. La Ressource , benedenwaart
aan den boutgr. Albion.
^1) Hen, die meer omtrent deze stad willan weten, verwijzed wij n a a r : M. D. TE
STEA, Dt Ntdcrlomdschz Wtsi-Indischß Dilttndßu , St. I , bl. 27-80.
WILLEMSTAD (DE), geb. in het Tf'csterkwartier, prov. Groningen,
arr. en 8 u. W, 2 . W. van Groningen, kant. cn 5 u. Z. Z. W.
van Zuidhorn, gem. Marum.
WILLEMSTOREN, lichttorcn op de zuidelykste punt van hct eil.
Bonaire; op 12° 2' 12"ö N. B„ 81° 81' 48"8 W. L. ontstoken den
24 Augustus 1838.
Het licht van dezen toren is zigtbaar als een helder flikkerende stcr
tot op 1 | mijl en nog flaauw zigtbaar op 3 mijlen.
WILLEMSVAART (DE), kanaal in Zalland , prov. Overijssel,
welke in eene zuidwestelijke rigting van Zwolle naar den IJssel
loopt, en alzoo deze rivier met de buitengraebten der stad Zwolle
verbindt.
Eeuwen herwaarts was de stad Zwolle van voornemeh geweest, om,
door een kanaal, in onmiddellijke verbinding met den naburigen IJssel
gebragt te worden ; want reeds in 1480 begoo men de waterleiding van
Zwolle naar den IJssel, ruim eene ecuw vröeger uitgegraven, uit te die-
pen en bevaarbaar te maken , doch immer werd de vervulling van dezen
hären allezins betamelijken en regtmatigen wensch tegengehouden door
den invloed, dien Kämpen en Deventer, ten einde hunnen handel
en tollen te behonden , op het vroeger bestuur der provincie nitoefende.
Eerst nadat de voormalige regeringsvorm van Overijssel lang was op-
geheven, onder het bewind van Koning L o d ew ijk , in 1809, mögt
Zwolle de concessie tot zoodanig kanaal verwerven ; doch daar ook dit
plan van Lodewijk de goedkeuring van zijnen magtigen broeder niet weg-
droeg, b'leef het reeds begonnen werk, bij de inlijving van ons Vader-
land met het Fransche keizerrijk, liggen , zonder dat iemand het zieh
aantrok; terwijl de stad Zwolle onvermogend scheen , om het kanaal
te voltooyen en de kostbare schutslnis in den IJsseldijk, alsmede d ie,
welke in den Stads-Singel vereischt werd , aan te leggen. Dat dit
onvoltooide plan weder werd opgevat, met dat gevolg, dät de schoone
W illem sv a a r t is daargcsteld geworden , is men aan de tusschenkomst
van den Heer W illem J an, Baron van Dedem t o t den Be rg verschul-
digd. Na te vergeefs alle andere middelen beproefd te hebben, om de
zaak, die ook voor zijn kanaal (de Dedemsvaart) van het hoogste belang
was, weder levendig te maken , dacht by een middel uit, hetwelk tot
het doel leidde. Het bestond in het opstellen van een verzoekschrift
aan Z. M. den Koning, in naam der kooplieden , factoors en ingeze-
tenen der steden Doesborgh , Zutphen, Deventer en Zwolle en dien der
steenfabpijkanten längs den IJssel, hetwelk bij door hen deed tcckenen
en vervolgens indiende. Dat stuk stelde het belangrijke van deze door-
graving zoo duidelijk en treffend voor , dat de zaak, bij het Bestuur des
lands bijval en nu ook bij het Provinciaal Gouvernement van Overijssel
ondersteuning vindende, werd ten uitvoer gebragt; waartoe bij dispo-
sitie van Z. M., op het verzoekschrift van J. tb n H a a f t c . s . , werd be-
sloten. Van dat oogenblik aan werd het werk weder opgevat, en de
vaart, die van de veertiende eeuw aan steeds vurig door Zwolle begeerd ,
maar steeds door den naijver, vooral van Kämpen , was tegengewerkt,
was door eene pennestreed van Neerlands eersten W illem daargesteld.
Zij vereenigt in hären naam W illem s v a a r t , de weldadigheid en wijsheid
der koninklijke magt.
Deze vaart, welke in het jaar 1820 geopend i s , is lang 2460 eil.,
breed 21 ell., diep 1,89 eil. bij gewonen watersland , en wordt door
eene keersluis van het Zwartewater en door twee schutsluizen van den
IJssel afgeslolen. Er liggen over dit kanaal twee bruggen , eene over