voornaamste en mceste Monniken alhier eene der voornaamste oorzahen
■van deze verandering geweest. -
De vyf eerste Nonnen, benevens eene beproeveling, kwamen op den
feestdag van S t . Camxtbs in het gemelde jaar, hier uit het klooster van
Wyk aan, nevens welke nog negen wereldlijke dochters zieh alhier heb-
ben laten opsluiten , die te voren al aangenomen waren , zoo dat er in
het geheel vijitien opgesloten zijn geworden, welk getal naderhand aan-
nierkelijk aangegroeid is , waardoor de kapel te klein begon te worden.
Dit deed Johan Neu, Vikaris van dit klooster, en medebelper van
bovengemelden Biechtvader, Johan van Gheicen, besluiten, om het
klooster uit zijne tijdelijke middelen te hulp te komen, zoodat hij
een groot huis , dat hij zelf bewoonde, niet alleen gebouwd, maar
ook de kerk in de lengte vergroot heeft; waarnadezes, in bet jaar 1480,
ter eere van de Baagd Maria , als palronesse van dit klooster, plegtig
door Gereacbs , Bisschop van Hieropolis, en Wijbisschop van Utrecht
ingewyd werd. Johan Nek sebonk mede aan het klooster fraaije boe-
ken, kerksieraden en aanzienlijko inkomsten , wordende van hem gc-
aegd . als de groote Heeren en Mevrouwen hem groote vereeringen garen
, hij ook groote vereeringen aan het klooster gaf. Tocn , in het
jaar 1464 , de Generaal der Dominikanen Martialis Abribeim , des Za-
turdags voor St. Odulphusdag , dit klooster kwam bczigtigen, verleende
h(j de Nonnen vele gunsten en geestelijke voordeelen , als daar zijn
kwijtschelding en ontbinding van alle bare zonden , terwijl hij hären
Biechtvader magt gaf dit alle jaren te doen. Aangezien de kloostertucht
alhier zeer oaauwkeurig onderbouden werd , koos Vincentics Bandellbs ,
Generaal van de zelfde orde, in het jaar 1802 , toen hij de levenswijze
in het Dominikaner Nonnenklooster te Metz wilde verbeteren, vijf Nonnen
uit dit konvent, die , den 17 Maart van dat jaar , te Metz aankwa-
inen , en aan de verwachting, die men van haar opgevat had , volkomen
voldaan hebben. Sedert is een groot gedeelte van dit klooster, in 1812,
afgebrand. Ten tijde van de Nederlandsche beroerten leed het het eerst
van allen aanstoot en werd, in het jaar l 8 7 2 , ten eenemaal verwoest,
terwijl de Nonnen naar Tiel vlugtten, daar zij in het klooster van St.
Cecilia werden opgenomen, met welk klooster het in 1878 (toor Fre-
derick Schere van Jöltenbürg , cersten Aartsbisschop van Utrecht, met
toestemming van den Hertog van Parma en van den Oversten der Augustiner
Monniken werd vereenigd. Van bet Westeroijensche klooster zijn
de papieren , kerksieraden , goederen en huisraad , door Johannes van
Driel, in 161 3 , tijdens het bestand, aan de Paters van de provincie
Viaanderen ter hand gesteld , terwijl de koorboeken , alle fraai op fran-
?Ün geschreven , voigens het sehrijven van Pater Gbilbertbs de ia Häije,
in het klooster te Douai bewaard werden.
De plaats , alwaar het gestaan heeft, is eene weide geworden , welke
om hare hoogte de Hooge Weide genaamd wordt, en thans tot bouw-
v l.1 ^'en^' ®‘r «j» Seene teekenen van een klooster overgebleven,
behalve dat er eenige verwulfselen van kelders onder bet gras schuilen,
die men met het minste omspitten der aarde ontdekt. De gelegenheid
der plaats was zeer vermakelijk en met heldere waters omringd, dat
tot groot gerief en gemak van het klooster, längs de mnren heen-
stroomde , waarvan het puin door die van Tiel geeigend en weggevoerd
is. Van dit klooster ontleent het geh. Wester-Ooy , gem. Echteid,
zijnen naara. Zie Qot (W e ste r-).
WESTERPOEL (DE), meertje in het balj. van de Nieuwburgen ,
prov. Pfoord-Hollandf gem. en | ui W. van Ursem.
WESTER-POLDER-OP HET-RIIEDEBLAAG (DE), onbebuisde pold.
op den Veluwenzoom, prov. Gelderland, arr. en kant. Arnhem, gem.
Rheden ,* palende N. en 0 . aan den Zuiderwaard, Z. aan den iJs-
sel, W. aan de Laak.
Deze pold., welke in het jaar 1818 bedijkt is, beslaat, voigens het
kadaster, eene oppervlakte van 160 bund. binnendijks, en wordt door
eene sluis , op den IJssel, van het overtollige water ontlast. Het pol-
derbestuur bestaat uit twee Leden.
WESTERHEIDE, voorm. d. in Reiderland, prov. Groningen,
N. 0 . van Termunten.
Dit d., waar in 1838 nog een Vrouwenklooster on in 1878 nog een
klooster bestond, is door den Dollart verzwolgen , waarschijnlijk is er
het geh. en de uitstekende hoek Reide nog een ovcrblijfsel van. Zie
dat woord.
WESTERSAND, geh. in het Westerkwartier, prov. Groningen. Zie
W esterzand.
^ WESTERSCHE-AANWASSEN (DE) of d e , Aanwassen- ten-W esten-
VAN-HET-CAPELscHE-AcnTERSTE-VEERPAD, onbebuisde pold. in de Lange-
straat, prov. Noord-Grab and, arr. ’s Hertogenbosch, kant. W aalwijk,
gem. Capelle, onder Nederveen-Capelle; palende N. aan de Scbeisloot,
0 . aan het Capelsche-Achterste-Veerpad , Z. aan het Oude-Maasjo,
W. aan den Polder-over-de-Gantel.
Deze pold. beslaat, voigens het kadaster, eene oppervlakte Van
106 bund. 88 v. r. 16 v. eil. met de.kaden, en wordt geeombineerd
met den Polder-over-de-Gantel, door de op dat art. vermelde sluizen
en duiker , op het Oude-Maasje , van het overtollige water ontlast.
De buitenranden van dezen polder zijn zoo hoog gelegen, dat zij de
kade vervangen.
WESTERSCHE BUITENDELLEN (DE), pold. in de Langestraat,
prov. Noord-Braband, Zie B ditendellen (de W estersche).
WESTERSCHE-ZOMER-POLDER (DE H00GE-) en de N ieow -W es-
tersche-Z omer- folder , twee pold. in den üoekschenwaard, prov. Zuid-
Ilolland. Zie N dmansdorp (de H ooge-W estersche- polder- van- ) en N d-
mansdorp (de N ie bw -W estersche- zomerpolder- van- ) .
WESTERSLOOT (DE), water in de ßeemster, in den Kilpolder,
prov. Noord-Holland, loopende van den Zuider-ringdijk, in eene noor-
delijke rigting, naar de Oosthuizer-sloot.
WESTERSLUIS (DE), in de wandeling het W ormersebisje geheeten ,
schutsluis in Walerlavid, prov. Noord- Holland, in den Kanaaldijk,
nabij den Noordhoek van het Wormerveld, i u. Z. van Spijkcrboor.
WESTERSTEIN , voorm. bürg in Fivelgo, prov. Groningen. Zie
W etterstein.
WESTERTOGTSLOOT, water in Kennemerland, prov. Noord-
Holland. Zie Bbttersloot.
WESTERVAART (DE), vaart in den fk ieringerwaard, prov. Noord-
IIolland, gem. Ik ieringerwaard, in eene noordelijke rigting, loopende
van Barsingerwad naar de Sluisvaart.,
WESTERVELD, voorm. hofs. in het balj.van Brederode, prov. Noord-
Holland, arr. en 1£ u. N. van Haarlem, kant. en 1 u. Z. van Be-
verwijk, gem. en £ u. Z. W. van Felsen, bij het geh. Driebuis.
Ter plaalse, waar vroeger deze hofstede gestaan heeft, ziet men
nog een rond torenlje, het B 1 a a u w -T o r e n t j e genoemd, op de
hoogte van een der duinen, welke aan den bouwer vele duizenden
gekost heeft. De toenmalige bezitler van W e st e r v eu » had namelijk