hetgcen men er in werpt, met eene korst van steen te omzetten, en
dus door den tijd als le versleenen ; vvaarin ook sedert ruiin eene en
een halveeenw eene steenachtige verhevenlieid of hoogte is aangegroeid,
sponsachtig, boven water verterende. Deze hoogte schijnt te bestaan uit
opeengestapelde steenen , welke ejgenlijk omkorstingen (incrustien) zijn ,
dat is koude ligchamen , die zieh om eene kern gevormd hebben. Zij
zijn van drieerlei soort. De eerste schijnen te bestaan uit een dun, kalk-
aardig korstje, hetwelk zieh om den stengel van riet of waterplanten gezet
heeft; de tweede soort heeft eene meer houtachtige kern ; de laatste
schijnt een afgeronde steenklomp te zijn. Wanneer men deze voorwerpen
afbreekt, vertoonen zieh de steenachtige vormen in dünne laagjes. In
zuren lost zieh het kalkachtige gedeelte op en gaat over in eene gclei-
achtige zelfstandigheid. Meu vindt in dit watertje veel rivierspons ,
benevens koolstofzure kalk. Deze zet.. zieh om de spons | en vormt
alzoo de versteeningen o f omkorstingen. Het riet in deze W aal is onder
water met steenen begroeid en versteent allengs gebeel. Wanneer men
eenen stok in dit water sleekt, wordt hij in körten tijd met steen-
achtig gruis omzet j waaruit blijkt, dat dit waler een steenmakende
kracht heeft, hetwelk zeer zeldzaam is en mogelijk in ons land al-
leen hier ter plaatse gevonden wordt.
WAAL (DE), voorrn. meertje in de Vier-Noorderkoggen, prov. Noord-
Holland, gem. en W. aan Obdam. Het is drooggemalen , — maakt
thans een gedeelte van den Brakenpolder u it , en beslaat daarin eene
oppervlakte van 18 bund. 1 v. r. 50 v. eil.
WAAL (DE), bosch in de Meijerij van ’s Hertogenbosch, kw. Ois-
terwijk, prov. Noord-Brabrand, gem. en 1-J- u. N. 0 . van Tilburg.
Dit bosch beslaat eene oppervlakte van 7 bund. 5 v. r. 90 v. e il.
en wordt in eigendom bezelen door den Heer A. F. Baron van R ijc ke -
vorsel va » K essel , woonachtig te ’s Hertogenbosch.
WAAL (DE), binnenwater, prov. Zuid-Holland, loopende uit de
Merwede , door eene sluis te Oostendam , bezuiden den Reijerwaard,
westwaarts längs Hendrik-Ido-Ambacht en Rijsoord, verder zuidwaarts
naar Heer-Jansdam , alwaar het door eene sluis in de Oude Maas uit-
loopt; alzoo den zoogenaamden Zwijndrechtsche waard ten N. en W.
begrenzende.
Over dit water ligt eene houten brug te Rijsoord in den grooten weg
van Rotterdam naar Dordrecht. Het was vroeger een gedeelte van de
rivier de Waal welke tusschen de Zwijndrechtsche en den llijderwaard
doorstroomde en bij Heer-Jansdam zieh met de Maas vereenigde en
welke na dat door overslroomingen de Waal, of zoo als deze sedert
genoemd is , de Merwede hären loop ook noordwaarts längs Rotterdam
genomen bad, omstreeks bet jaar 1550 als een tak der Merwede,
afgedamd.
WAAL (DE), voorm. water, prov. Zeeland, dat in eene noord-
westelijke rigting, tusschen Serooskerke en Ooslkapelle ter eener en
Vrouwe-polder ter andere zijde doöriiep, en zieh in de Noordzee ont-
lastte. Het is naderband door den Rijksdam afgesloten enrnndelijk in
Walcheren ingedijkt, tot eene modderige kreek gedaald, waarvan thans
niets meer bestaat.
WAAL (’T), d. in het Overkwartier der prov. Utrecht, arr. en 6 u.
Z. W. van Amersfoort, kant. en 5 u. W. van fVijk-bij-Düurstede,
gem. Tull-en-’t JFaal, £ u. van Vreeswijk , aan de Lek , in eene zeer
vruchlbare landouwe, vol schoone korenlandcn en boomgaarden. Van
den Lekdijk heeft men er een heerlijk uitzigt naar Vianen en over het
Land-van-Hagestein. Men teil er 40 b . en 330 inw., die '»^st in
den laudbouw kun bestaan vinden. Ook heeit men er eenui
tevens pelmolen. . . . , , . . . „
De Herv die er 130 in getal zijn, behooren tot de gem.. t rr aalen
Honswijk. De kerk , welke hier vóór de Relormatie stond was
vermoedelijk aan den H. Aartsengel Michael toegew.jd. De inkom-
slen dezer kerk bedroegen in het jaar 1586 met meer dan 17 gulden
70 cents. Daar was in deze kerk eene vikarij , welke bij bturte
vergeven werd door den Graaf van Culenborg en den Heer van Vianen.
In het jaar 1635 werd zij , benevens de vikarij van Honswijk , door den
Graaf van Culenborg , vergeven aan Simon van Bloemendaal. De legen-
woordige kerk , in 1778 gebouwd , heeft een torentje op den voorgevel,
hetwelk van de geslooptc kerk is blijven staan , doch is van geen orffelDVe°
R?eK., van welke men er 200 te lt, parochieren te Vreeswijk
“ Í dmp“S ‘wordt gemiddeld door 40 of 50 leerlingen bezoclit.
Tegenover dit dorp , midden in de Lek, lag vroeger een eilandje
waarop een steenoven en eenig geboomte stond , doch dit bestaat met
meer.
De kermis valt in den 4 Julij. .
WAAL (’T), wild en moerassig kreupelbosch in het dingspil /Voor-
ienveld, prov. Drenthe, arr., gem. en 1 u. N. 0 - van Roden, £ u.
N. 0 . van Roderwolde, waaronder het behoort.' Daarin S t a a t meest
elzen- en beukenhout.
WAAL (DE DOODE-), water in het Rijk-van-Nijmegen, prov.
Gelderland, in de gem. Ooy, 20 min. W.O. van Nijmegen, tusschen
den Ooysche-dijk en de Waal, die door eene kade daarvan is afge-
scheiden, doch wpacop het door eene sluis uitwatert. .
Het is onbekend of het eene oude bedding dier rivier i s , dan ot
bet door eene doorbraak ontstaan zij , doch het is eene aanmer elijke
watervlakle. . . nr j
WAAL (DE GROOTE-), voorm. meertje m Dregterland, prov. Noord-
Holland. Zie Groote-Waal.
WAAL (DE KLEINE-), meer in Dregterland, prov. l\oord-HoUand,
gem. en even huiten de Weslerpoorl der stad Hoorn.
Dit meer is ontstaan door den watervloed van het jaar 1514 doch
is voor een klein gedeelte, beslaande eene oppervlakte van 1 bund.
95 v. r. 59 v. eil., bedijkt. Het overige gedeelte iTat nog waler is en
zieh uitstrekt van de Kleine Waal tot de Groote Waal zal eene grootte
van ongeveer 5 bund, beslaan.' Men vangt daarin veel baars, snoek en
Pa\VAAL (DE KLEINE), voorm. water, prov. Zeeland, dat uit de
Schelde voortkomende in eene westelijke rigting tusschen Kolijnsplaat
ter eener en beoosten Wijtvliet ter andere zijde doorloopcnde, zieh in
het Faal ontlastte.• .
WAAL (DE ZWARTE-), voorm. water, prov. Zeeland. £ie
Zwarte-Waal (de). ■ ■
WAALBORG, lahdg. in het dingspil Noordenveld, prov. Vrenthe,
arr., judic. en adm., kant. en 5 u. N. W. van Assen, gem. en 1 u.
N. O. van Roden, 5 min. N. 0 . van Roderwolde, waartoe het bc-
hoordt, 2 . u. Z. W. van Groningen. Sedert het jaar 1809 behoorde
dit landg. aan den Groningsclien Hoogleeraar in de regtgp Mr. S. Gra