<le keizerlijke bevelhcbber, J obah vah W assehaeb, door Sigerswolde,
in V redewold wilde breken, vroeg hy van de slad eenig geschtit,
om de doorlogten te bezetlen, Maar W assehaeb , dut voornemen , oin
den moerassigen grond aldaar, varen latende, trok längs Bakkeveen
naar Roden en Roderwolde. Marius brak nu mede op , ten einde niet af-
gesneden te worden ; dan tusschen Midwolde en Lcltelbert gekoiuen ,
vernain hij , dat de Keizerlyken, reeds doorgedrongen, de Leek zöchten
te bemagtigen. Hij zond toen de ruiterij dcrwaarts , om W assenaer
op te bouden , en trok in allerijl met het andere volk , te Aduard een
burteupost latende , naar Groningen , alwaar hij ook zonder letsel aan-
kwam. Wassenaer legerde zieh daarop in Noordhorn , en besehreef
aldaar de Ommelanders , om aan den Keizer den eed van getrouwheid
af te leggen en 32,000 goudguldens (48,000 guld.) op te breiigen.
Die eed werd door sommigen ook werkelijk gedaan. De Geldersche Soldaten
, in Aduard achtergelaten , bleven daar niet, maar begaven zieh
eerst naar Selwert en vervolgens naar Essen , waarbij de huisman,
als naar gewoonte last leed.
Door den watervloed en de stormwinden van 12 en 13 November 1668
beeft dit kwartier groote schade geleden; terwijl daarbij 20 menschen
omgekomen, 8 huizen geheel en 3 gedeeltclyk vernicld , 8 paarden
en 81 koeijen verdrouken zijn.
WESTERLAND, bij verkorting b e i W estes en in een handschrilt
der Ulrechtsche kerk W ysteblakd, d. op het eil. Wieringen, prov.
Itoord-Holland, arr. en 10 u. N. O. van Alkmaar, kant. en 2 u,
0 . Z. 0 . van den H e l d e r gem. Wieringen, | u. N. W. van Hypoli-
tushoef. Men teh er 30 h. en 230 inw., die meest hun bestaan vin-
den in de veeleelt (vooral schapenteelt), den landbouw en het vis*
sehen van zeewier.
De inw., die er op 4 na allen Herv. zijn * bchooren tot de gem.
van 11 ypolitushoef-en-Westerland, welke hier een kerkje heeft, dat
vöör de Reiormatie aan den H. Nicoläas was toegewijd , en ter bege-
ving van de Graven stond , de bevestiging werd ook door den Aarls-
diaken der Utrechtsche domkerk gegeven. De pastorij bad een huis, en
trok uit de landerijen eenerentc van een pond , kunnende jaarlijks om-
trent in alles opbrengen 30 Rijnsche guldens (70 guld.). Dit kerkje is een
zeer oud gebouw, zonder orgcl. Er is veel duifsteen aan, en het
heeft zoogenoemde gegolen muren , dal i s , twee mnren, welker tus-
sclnnwijdle met eemenl en keisteenen is volgewerkthet koor is afzon-
lijk gebouwd en niet met de kerk verbonden en het bovenste gcdeelte
van den loren is waarschynlijk omgcwaaid of verbrand. ln dit kerkje
zijn oude zerken, die op steenen doodkisten gcsloten hebben , welke steen
van dien aard i s , dat hij , alliier gebragt moet zijn len lijde ; toen de
Noormannen hier meester waren , hetwelk in de negende eeuw pluats
bad, toen zy hier.alles te vuur en te zwaard verwoest hebben Niemand
weet, zelfs bij gissing, iets te maken van de figuren , die op deze zer-
ken zijn uitgehouwem
De 2 Doopsgez., die er wonen , behooren tot de gem. van Ilypoli-
tushoef-en-’tStroe. — De 2 R. K., die men.er aanlreft, worden tot
de slat. van Wieringen gerekend. — De dorpschool wordt gcmiddeld
door 40 leerlingen bezocht.
t WESTERLAND, oude naam van de heerl. W estehscbouwen, öp het
eil. Schouwen, prov. Zeeland. Zie W estehscbouweh.
WESTERLANDSCHE-POLDER, pold. in het eil. Wolpliaartsdijk,
prov. Zeelaud, arr. en kant, Goes , gem. Wolphaartsdijk; palende
N. aan de Zuid.yjiet, 0 . aan Oud-Sabbinge en den Zuiderlandsche-
poldcr, Z. 0 . aan Nieuw-Sabbinge , Z. aan de Schenge , W. aan den
Westkerke- polder.
Deze pold. beslaat, volgens het kadasler , eene oppervlakto van 220
bund. 77 v. r. 36 v. eil., waaronder 2 bund. 8 v. r. 41 v. ell. vrij of
vroonland ; telt 4 b ., waaronder 3 boerderijen , en wordt, door eene stiiis,
op de Schenge, van het overtollige water ontlast. Het polderbestuur
be,staat uit eenen Dijkgraaf, twee Gezworens en eenen Penningmeester.
WESTERLAÜWERS , naam , welken sommige schrijvers geven aan
de prov. F bieslahd , oindat de Lanwers die prov. van de prov. Gr o ningen
afscheidl. Zie F bieslahd.
WESTERLEE, d. in het Wold-Oldambt, prov. Groningen, arr. en
1 u. W. van Winsehoten, kant. en 2 u. Z. 0 . van Zuidhroeh, gem. en
| u. Z. Z. 0 . van Scheemda, £ n. Z. W. van het Winschoterdiep.
Deze plaats schijnt dus genaamd te zijn in qnderscheiding van het
klooster 0 o s t e r l e e of A u s t e r l o o , hetwelk waarschijnlijk wordt be-
doeld, als in het vervolg van de Wirumerkronijk wordt gezegd,
dat er in de Woldstreek van Fivelgo of van het Oldambt een klooster
Aslerloo heeft gestaan, wiens overste van groot gezag was bij de Fi-
velingers. Men telt er 31 h. en 260 inw., en met de geh. He i l i g er -
i e e , Na p e l s en K l o ös t cr ho l t 202 h. en 1220 inw., die meest
in den landbouw hun bestaan vinden. Men heeft er rnede 2 steenen
pannenbakkerijen. De grond is hier eenigzins hoog en zandachtig,
doch men vindt er ook klei- en veengrond en. heideveld. Van den hoo-
gen zandheuvel Oostergaste, heeft men een schoon uitzigl naar Scheemda
Zuidbroek en omiiggende plaatsen.
De inw., die er, op 9 na, allen Herv. zijn , maken de gem. van Wes-
turlee-en-IIeiligerlee uit. — De kerk, welke vöör de Reiormatie aan
den II. G eorgiüs was toegewijd , is in 1776 door eene andere vervan-
gen , zijnde een net en klein langwerpig gebouw, met eenen niet hoo-
gen spitsen toren , hebbende uurwerk en de Hollandsche maagd tot
windwijzer op de spits. In 1817 werd er een nieuw orgel in de kerk
geplaatsl, waarvan de kosten door de ingezetenen door vrij willige bij-
dragen bestreden zijn. Volgens overlevering moet er te H e i l i g e r -
l ee, op de zoogenaamde Oo s t e r g a s t e , eene kapel gestaan hebben,
welke «aderhand zon gediend hebben tot bouwing der vorige kerk te
W esterlee.
De Doopsgez., die er 2 in getal zijn , behooren tot de gem. van JVoord-
broek-en-Nieuw-Scheemda.
De R. K., van welke men er 7 te lt, parochieren te Oude-Pekel-A. —
De dorpschool wordt gemiddeld door een getal van480 leerlingen bezocht.
Het wapen van W esterlee bestaat in een veld van zilvei*, met St.
Joris te paard , in natunrlijke kleur.
WESTERLEE EN-HEIL1GERLEE , kerk. gem., prov. Groningen,
klass. en ring van Winsehoten. Men heeft er eene kerk te West e r l e e
en telt er 1200 zielen, onder welke 120 Ledematen. De eerste, die
hier het leeraarambt heeft waargenomen, is geweest Hebhahhos Chbisto-
pbori , die er in 1398 kwam , doch ook hier weder van zijne dienst ont-
zet werd , voör Julij 1611 , want toen was Georgius Clihgios hem reeds
opgevolgd. Het beroep geschiedt door collaloren, stemgeregtigden en
kerkeraad.
WESTERLEESGHE-VEENEN, veengronden in het Wold-Oldambt,
prov. Groningen, gem. de Scheemda, 10 min. Z. van Westerlee, vraar
de Rensel zijnen oorsprong nam.