van Druten, gem. en 1 u. N. W. van Etcijk; met 104 h. en ongeveer
580 inw.
Deze biinrs. maakt dal gedeeltc van het d. Winssen ni t , waar de
beide kerken en dc school gevonden worden.
WINSUM, kerk. ring, prov. Groningen, klass. van Middehtum.
Deze ring bestaat uit de volgende 9 gem.: A do r p-en-Ha rs ens ,
Den And e l , Baf lo-en-Rask wer t , Ee n r um, Mensi n g e w e e r -
c n -Ma a r s l a g , Ob e r g um-Ma a r h u i z e n - e n -Ra n um, T i n a l -
l i n g e , We t s inghe - en-Sauwe r t en Winsum- e n - B e l l i n gew e e r .
Men heeft er 9 kerken , waarin de dienst door even zoo vele Predikanten
wordt waargenomen, en telter 5300 zielen, onder welke 650 Ledematen.
WINSUM, gem. in H unsing o , prov. Groningen , arr. Appingedam,
kant. Onderdendam (1 k. d., 5 m. k., 2 s. d. ) ; palende N. aan de
gem. Baflo, O. aan de gem. Bed um , Z. aan Adorp, W. aan het
Reitdiep en aan de gem. Leens.
Deze gem. bestaat uit de d .: Wi n s um en Obe r g u m , benevens de
geh. Bel 1 i n g ewe e r , Klei -n-Garn werd , Maarhu i z e n , Ra-
n um, S c h i l l i g e h am enThi jum. Zij beslaat, volgens het ka-
dasler, eene oppervlakte van 2769 bund. 38 v. r. 25 v. ell., vraaron-
der 2720 bund. 94 v. r. 57 v. ell. belastbaar land; telt 316 h.,
bewoond door 344 huisgez., uitmakende eene bevolking van ruim
1900 inw., die meest in den landbouw hun bcstaan vinden ; ook wordt
er handel in vee en graan gedreven , en men heeft er 3 steen bakke-
rijen , 1 kalkbranderij , 1 bierbrouwerij , 1 vellenblooterij, 1 houtzaag-,
1 olie-, 1 pel- en 1 korenmolen.
De grond omstreeks W in s u m is zavelachlig of gemengd. Ten O . en
Z. 0 . heeft men in de tneede (hooilanden) laag, dun bodemig klei-
land, doch naar den kant van S c h i l l i g e h am en Kl e i n -G a r n -
werd bestaat de grond uit zware klei.
De Herv., die er ongeveer 1800 in getal zijn , maken de gem. van
Wi n s o -m- e n -Be l l i n g ewe e r eil Ob e r g um-M a a r h u i z e n - e n -
Ran u m u i t , welke in deze burgerl. gem. ieder eene kerk hebben.
De Afgescheidenen van welke er ongeveer 20 wonen, maken eene gem.
ui t , welke in 1846 erkend is.
De Doopsgez., van welke men er 20 telt, behooren tot de gem. Men-
singeweer. — De R. K., die men er ruim 60 aantreft, parochieren te
Hoorn en te Bedum. — De 50 Isr., die er wonen, maken met die uit
de naburige gem. B a f 1 o , Be d um e n Le e n s , eene ringsynagogeuit ,
en waarin de dienst gedaan wordt door eenen Voorlezer.
Men heeft in deze gem. twee scholen , als : eene te Winsum en
eine t eOb e r g um, welke gezamenlijk gemiddeld door 240 ä 2 5 0 leer-
lingen bezocht worden.
Het d. W in s u m ligt 5 u. W. ten N. van Appingedam , 1 u. W. van
Onderdendam, op eene aanmerkelijke wierde. Het is eene aanzien-
lijke en levendige plaats met 89 h. en 550 inw. Een straatweg verbindt
dit d. met de slad Groningen, terwijl hier een grindweg eenen aan-
vang neemt, welke over Onderdendam, Middelstum en Loppersum naar
Appingedam loopt.
Hier vond men het stamhuis van de R ip p e b d a ’ s van Winsum, wier
oude burg ten Z. O. op eenen afstand van 200 roeden van den toren
» zijnde thans een boerenhuizinge en sshuur, met gracht, singel
en hooge boomen omgeven. Men vermoedt, dat de dappere Wio-
b o l d R ip p e b d a , die Haarlem zoo manhaftig tegen de Spanjaarden vsr-
dedigde, hier mede geboren is.
Men schijnt Winsum onder de oudsle dorpen der prov. Groningen le
moeten teilen; trouwens, wanneer men b. v. S c b o t a n u s , W in s e m iu s ,
B e n in g a en inzonderheid K i l ia a n naauwkeurig nagaat, dan ontstaat er
biina peen twijfel, of W in s u m , althans de oorsprong daarvau , bestond
reeds in de negende eeuw. In de meer bijzondcre opgaven van onze
oude kronijkschrijvers slaat W in s u m reeds geboekt » als deftig dor^
» ’twelk onder Hunsinge, bij de bogt van den Vliet Hune gelegen is.
De vroegste ben amin g , welke wij van W in s u m opgeteekend v in d e n , is
WlNCBEDM, WlNDESHEM, WlNDBSBEtM , en EmO VAN WlTTEWIEBUM OOemt het
reeds in 1224 W in s c b iu m .
Ten tijde dat W in s u m slechts uit eenige weinige geringe woningen
bestond, had het, op sommige tijden, het aanzien van een eiland,
naardien het aan verschillende zijden door läge landen en moeras-
sige streken omringd was. Eerst na de graving van onderscheidene
kanalen, het aanleggen van sluizen, het afdijken van de S c h i l -
l i p e h am enz., begon W in s u m eene plaats van beteekenis te worden,
en trok nu vervolgens partij van de günstige ligging, ten gevolge
waarvan het in vroegere eeuwen reeds boven alle dorpen in Hunsingo
in aanzien rees, en tot vestiging van eene marktplaats, met munt en
tolregten , zoo te water als te lande , in 1057 door Konmg H e n d b ik IV
werd aangewezen, zoodat het toen als de hoofd- en stapelplaats van
Hunsingo kon worden aangemerkt. Wanneer men elders iets verhaalde
uit de omstreken van W in s u m , dan schreef men : bij W in s u m ” , ofschoon
het voorwerp zelfs geheel vreemd aan dat dorp was.
Het oude voorm. stroombed van het Reitdiep, dat op verscheidene
kaarten geteekend is , is hier nog goed te herkennen. Hierin heeft
voorheen eene sluis gelegen. De plaats draagt nog den naam van Oude-
ziil. Wat meer zuidwaarts, i u. van W in s u m , werden voor eenige
iaren de zuilen cener brug over het oude diep, benevens een due
d’ alve ontdekt. Nabij deze plaats groef men tevens eene zerkstee-
nen doodkist en het geraamte op van eenen man en van zyn paard,
op elkander liggende, benevens een doodshoofd, waarin een kogel
zat. Er ging voorheen een weg van W in s u m herwaarts, die nog in
eene groene laan gedeeltelijk zigtbaar is en nevens een oud stroompje
voortloopt.
De Herv., die er ongeveer 490 in getal zijn, behooren tot de gem.
Winsum-en-Bellingeweer, welk hier eene kerk heeft. Het regt, om de
pastorie te vergeven , plagt van ouds aan de stad Groningen toe te komen.
Aan de zuidzijde van de kerk , welke een langwerpig gebouw i s , merkt
men nog veel tufsteen op. Aan het westeinde Staat een spitsen toren
met leijen gedekt. In de kerk is in 1840 een orgel geplaatst, hetwelk
nit vrijwillige bijdragen der ingezetenen bekostigd is. Vöor de Reformatio
heeft hier een klooster van Dominikaner Monniken gestaan , hetwelk men
omtrent het jaar 1275 begon op te trekken, doch wanneer het volbouwd
was , of wie er de eerste grondlegger van geweest is , vindt men niet opgeteekend.
Het schijnt evenwel , dat het volkomen aan het doel be-
antwoord heeft, want het konvent te Groningen had er zijn oorsprong
aan te danken enwaser, als het ware, een uitvloeisel van. Hocdanig
het konvent to W in s u m ook opnam en bloeide, moest het eindelijk de
bitterste slagen van het noodlot ondergaan. Aanval op aanval, door
verschillende partijgangers en stroopers op het konvent beproefd , deden
eindelijk zijne kracht bezwijken. Niet alleen de woesle krijgshor-
den der Saksers, maar ook de inlandsche onlusten en de daarmede
te dikw\jls verbondene strooperyen , alsmede bet geweld der Spaansche