aan de stad vereerd was; doch in hct jaar 1787, is dit, wciksUtk ,
doop den moedwil van ackeren Sergeant , behoorende tot h e t , deslijds
te Wobboeü in garnizoen liggendo, regimont Infanterie van den Generaal
P allardt , nadorhand des V ilattes , die, wegen» z\jn oproerig gedrag,
tot op zijne verbanning uit de railitaire dienst, op deze kamer in ai*-
rest gehouden werd, rneercndcels vermeld en van zijn sieraad beroofd ,
doeh deze tafel is nog aanwezig en, met eenige Studie, welligt nog ¡d
vorigen Staat te herstellen.
Het Geme e n e l a n d s h u i s van b e t Gr o o t w a t e r s c h a p van
Wo e r d e n , in de Havenstraal, is een fraai vierkant gebenw, van
de noodige vertrekken tot buisvesling en nachtverblijf der lloog-
heemraden , die , op een n a , in andere steden of plaatsen , bui-
ten bet waterschap, hunne vaste woonplaats bebben , zoo wel als
voor hunne ljjf bedienden, voorzien ; ook is er eene, tot bijzonder
gebruik van bovengcmclde leden bestemde, zoogenaamde biilardkn-
mer en eene bodeskamer. Achter dit huis is een ruira vierkant
plein , rondom met zware lindeboomen orazet. In bet jaar 1787 ver-
strekte dit gebouw tot verblyf van den Generaal-Majoor Albertus vak
Rvssel , die destijds als Generaal en Chefover de linie van defensie ,
tot dekking der Provincie Holland , binnen Wobrden zijn hoofdkwartier ,
had gevesligd : terwijl het opperbevel over het garnizoen en de in de stad
zieh bevindende burgerkorpsen , den Generaal Suljard db Leefdaal was
opgedragen. By de daarop, in de maand September van dat jaar ,
gevolgde omwenteling van zaken, tcr gelegenheid van de in bezitne-
ming van W oerden door de Pruissiscbe troepen, diende dit gebouw, ge-
durende eenen körten tjjd, tot verblyf van den Pruissischen Generaal,
Graaf van K alkreetii .
De S t a d swa a g , op den R ijn , even beneden een der grootste
bruggen , is een vierkant gebouw , wnarin veel kaas , boter, hennep
en andere waren worden gewogen. Op deze brug , welke vry lang en
breed i s , hon dt men de markt en den afslng van allerlei soorten van
rivier- en zeeviseb.
De stad is behalve met de wekeiyksche , ook bevoorregt met drie jaar'
markten of liever pahrden- en beestenmarkten ; die van magere beesten
wordt gehouden op de drie laalste Wocnsdagen in de maand April, en
in het begin van Mei ; op den eersten Maandag in Julij is er kermis en
eene paarden-, en beestenmarkt den eersten Maandag en Woensdag na
18 Oclober. Ook werd op deze brng, in 1673 en 1674, door de
Franschen, die W oerden in bezit hadden genomen, de mis gehouden.
Het P o s t k a n t o o r is in de Hof- of Voorstraatf en het S t a t i o n
d er Paard en pos teri j in de zelfde straat.
Het A r s e n a a l of Magazijn , in het Lange-Groenendal, is een
zeer groot gebouw, voorzien van alle krygsvoorraad, waar nevens een
plein is tot^berging van mortieren, kanon, kogels enz.
In de naby beid van dit arsenaal stonden voorheen twee H o ut e n 1 o o d-
s en t o t b e r g i n g v an afFui t en, c a i s o n s enz., doch deze zijn,
door den verschrikkelijken, door ons later te vermelden, brand, in
het jaar 1798 geheel vernield.
Buit.cn de Rietvelder- of Leydsche-poort, aan den gewonen rijweg
naar Oudewater, heeft men luchtig gebouwde Lo o d s e n v o o r le-
g e rwa g e n s en a n d e r o o r l o g s v o e r t u i g . Ten tijde der omwenteling
van 1793 en het bezelten van W oerden door de Franschen ,
werden deze loodsen door hen tot paardeslallcn voor de veldtrein , onder
directie van zekeren C banbron , in bezit genomen en gebruikt. O o k
werden len dien Üjde door hen in bezit genomen de scharen cn vordere
«rebouwen, gelegen buiten de zoo evcngemeldc Rietvelder- of Leydsche-
poort, voormaals gediend hebbende tot de tabaksplantertf (naderhand
eene fabrljk van zoogenaämd Berlynsblaauw), cn een oigendom zynde
van Mr. D omiricus Gosterus , welke vervolgens tot Hooi -, S tr o o- en
H a v e r m a g a z l j n e n werden aangelegd.
Het Kr u i d m a g a z y n , hetwelk niet bomvry is , S t a a t in eene der
^ D eK a z e r n e , in het Körte Groenendal, is een uitslekcnd fraat
(rebouw, welks wedergade schaars in ons koningryk wordt aangetrof-
fen. Het is in 1790 gesticht en heeft zijnen ingang door eene dtib-
bele arduinsteenen , met yzeren bekken voorziene, poort, boven welke
het jaartal 179 1 , benevens het wapen der toenmalige Generaliteit,
Staat uitgehouwen. ; 1 -
De Gro o t e k e r k , in de Kerkstraat, was voor de Reformatie
aan den H. P e t r u s toegewyd, en werd daaro.n de S t. Pi eters -
kerk genoemd , ofschoon sommigen meenen , dat S t . M a a r t b r de
eerste schutsheilige van deze stad geweest z ij, omdat een gedeelte
van de kerk, aan de regterzyde van den ingang, nog b t . Maar-
t e n s h o e k genoemd wordt. De pastory werd door den Proost van St.
Salvatorskerk te Utrecht en door den Paus by beurten vergeven. Van
ouds was hier eene vikary, staande ter vergeying der Burggraven van
Montfoort. Nog was er eene vikarlj aanhetaltaar van de H. Maagd,
staande ter vergeving van de stedelingen , welken ook den kerkbewaar-
der aansteldcn. In het jaar 1666 liet de toen Luthersgez.nde Regering
de beeiden en kerksieraden uit dit tempelgebouw wegnemen, en ontzeide
den Priester zyne dienst, doch liet, naar Luthersch kerkgebruik, het
altaar staan. Van toen af was deze kerk by de Lutberschen _in gebruik,
tot d at, in 139 4 , de beidePredikanten dier gezindte, S e g e r u s
K o r in g s r b r g e n en H e n d r ik B o x r o r r , tot de Hervormden overgingen ,
waardoor zy bij de Hervormden in gebruik kwam. In 1672 echter werd
een groot gedeelte van dit gebouw , hetwelk met twee orgels prijkle en
eenen hoogen toren met speelwerk had, door de vlammen verteerd 4
doch in het jaar 1673 weder herbouwd , en de toren , die mede tot
op de helft gesloopt was , weder opgetrokken , hoewel met tot de zeltde
boogte en ook niet weder van speelwerk voorzien. De kerk is een
schoon en lnchtig gebouw, met een door muurwerk afgezonderd koor,
hetwelk, behalve door twee tegenover elkander staande zijdeuren, door
eene grootere en dubbele, met houten pylaren bezette binnendeur zynen
ingang heeft, in welk koor het H. Avondmaal gehouden wordt. Aan
de noordoostzijde van het koor is de consistorie of zoogenaamde ker-
keraadskamer; alsmede aan de zuidwestzijde de aanzicnlijke, met een
ijzeren hek afgesloten , begraafplaats van zekeren^ zeekapitein S c h a a p .
Eenige jaren na den brand werd dit gebouw versierd met een geheel
nieuw en fraai orgel, vervaardigd door den orgelmaker J. H. H. B a ö t z ,
te Utrecht. Onder andere sieraden , vindt men aan de bahistrade en
kolommen , op welke het orgel gedeeltelijk rust, de wapens der toen
regerende heeren kerkmeesters. Ter gedachtenis van den brand en her-
stelling dezer kerk, stond voorheen op een der kerkglazen , achter den
predikstoel, hct volgende versje :
Magt Her Franschen ochl zoo hard onze slaD beheert,
Tot Wutzenburgs Vuyrbrake Ik ras stond In brand *
Maar oute Go Dl haar oock zoo heeft wech geweert,
Gaf noe Luv yVer vry Vergaart herbo Vwen in stant.
1673.