i t
i f :
K ' f i
R i j . 5
l f |
I I 1
aBshri.j'-C #T’ r• 1
i l i S
er ¡{(.‘eil Ziehuyt (!) nicer voor , niaar vinden wij wel een Frederkua-
polder. ten Z. W. van den tniddeldijk die er döorloopt groot 16 ge-
nieten , en tep N. 0 . van dezen nog 26 gemeten , palende ten W. aan
de bedijking van 1429 , en geheel en al opgenomen onder het beheer van
de Oud-Wolphaarsdijksche directie. DäAr vond men ook de oude uit-
wateringslnis, waardoor het opperwaler zieh ontlastte in de haven ,
welks oude kade , nog eene buurtschap vormt in de nabybeid van het
dorp, tegen de westzijde van Fredericus-polder terwijl de vaart ge-
schiedde längs het garnatgat of de gamalenkreek, in 1646 inet den
Heeren-polder afgedamd en nog in /Vteuw-Sabbinge, dus geheeten.
Wij houden alzoo Fredericus c. a. voor een overblijfsel van Zichuyt,
door stormvloeden van 1530 , 1532 en 1551 , voor meer dan § van
¿ijneu omvang beroofd.
Bij den laatstgenoemden stormvloed bezweek ook geheel H o n g e r s-
dijk en bleef verloren. Moeijelijke tijden volgden , en hoe afgelegen
Wolphaarsdijk ook schijncn möge, het deelde rijkelijk in den druk.
De banier der vryheid was, in 1572, in Walcheren opgestoken ; maar
Goes en Zuid-Beveland waren nog in de magt der Spanjaarden , die
hun best deden om het benarde Middelburg ter hulpe te komen. Dit
deed de voor de vrijheid strijdenden vreezen dat dezen zieh op Wox-
puaarsdijz zouden vestigen , en van daar de vaart längs Scherige en
Zuidvliet belemmeren. Zij zonden er dus van Vere eene bende op
ui t , om dit te voorkomcn , en die uitgezondenen gingen daarbij Zoo
ruw te werk , dat de beste ingezetenen de tlugt namen. Vervolgens
staken zij de dijken door die van het Westerland op den Noordwest-
hoek , hetgeen dien ten gevolge verloren werd , en die van Oosterland ,
op eene onbekende plaats , doch met streng verbod, van de hand tot
herstel te leenen. Bij hun vertrek namen zij zelfs de klok mede uit
den toren van Sabbinge. Na hun vertrek verkleedden zieh evenwel,
ter misleiding van die zoo onwelkome beZoekers , de mannen als vrou-
wen en herstelden , in dat gewaad , den Oosterlandschedijk zoo gocd
zij konden. Hierdoor bleef wel het eiiand behouden, nlet verlies van
het Westerland ; doch het bevond zieh nog lange in veege toestand ,
want de uitgewekenen , te Goes afgewezen , omdat men hen wantrouwde
en naar bevelen van A lv a wadhtte, togen verder, en de achtergeble-
venen waren niet bij niagte al de schade te hersteilen , door ntcnschen
en stroomen aaugebragt. Ook toen reeds was het :
Zuidvliet ende Schengen
Loopen beide om strengen j
Hebben haar vermeten
Willen Wolfaertsdijk opeten.
Toen de Spanjaarden uit Zeeland verdreven waren , was de nood
zdö hoog , dat de overgeblevenen , in 1578, aan WixxehI verklaarden ,
dat het eiiand niet te houden was , Indien men hun , boven hunnen
achterstand en geschoten, niet ondersteunde met eenen stuiver van elk
gemet, geheven over geheel Zeeland hemelsbreedte. Van het geheele
eiiand was trouwens niets overig, behalve hetgeen thans bekend Staat
ander den naam van Wa t e r i n g van Un d -Wo l p h a a r s d i j k ,
(1 ) De naam Zichuyt sch^jnt m e t die van Sluis-polder synoniem te k u n n en zyn. Ilij
is trouwens v erwant m e t Z?jl, verkorting v an Zygel; Zuiger enz. Men tre ft die be-
naming ook elders in Zeeland a a n , b . v. by Waarden. He t lag daar tusschen de
parochien van Waarden en onzer V rouw enparochie, groot bij de breedte 83 gemeten
* a verdronk op Elfduizond Maagdenavond 1468 by storm»
,„root 1585 gemeten 220 roeden. Dit was intusschen ook bet tljdperk
der diepste verlaging en van den hoogsten nood. Als ter gedacbtems
van dezen is het bestuur van die watering sedert allljd op zieh zelve
frebleven en bestaat nog tegenwoordig uit ¿inen Dijkgraaf, twee Gezwo-
renen en 6enen Penningmeester. — De latere gronden worden alzonderlilk
i)checrd* _ _.. , >
Zij hestaan uit: 1° den Oo s t -p ol der of 0«ist - N teu w !a nd-
sch e n - po 1 d e r , bij da bedijking, in 1597 , groot 438 gem. 269 roeden
(201 bund. 52 v. r. 37 v. eil.) en verkrcgen uit het aan Ooslkerke
behoorende gedeelte van Hon ge r sdi j k . Bij de doorbraak van 1631 ,
werd de zuidoostpunt afgeknot, en gingen daarmede 5 gemeten verloren
, ten gevolge van het achteruitbrengen van den dijk.
2° den He e r e n - p o l d e r , waarbij, in 1646" en later , door afdam-
ming van den gamalenkreek, een gedeelte van de ü o c g e p l a a t met
Wolphaahsdijr werd vereenigd. Hij was toen groot, 726 gem. ¿12 v. r.
Later, in 1736 heeft men we£r 70 gem. aan de zee moeten atstaan.
Beide verliezen waren een gevolg van het oostwaarts opleggen van dämmen
en het in het Westen bedijken der Craaijers-polders , door welk
een en ander de ebstroom, naar het Veergat heen gedwongen wordende ,
den zuidelijken oever van Wolphaarsdijk afknaagde, en zijne weslelijke
schorren vaneen scheurde. Door de bedijking van dezen-polder, werden
in 165 0 , de haven en de uitwatering verlegd, naar het eindö van
den zuidelijken dijk van den Oost-Nieuwlandsche-polder, en het vroe-
gera vaarwater herschapen in een watergang. Thans is deze pold. groot
270 bund. 82 v. r. 99 v. eil.
3° den We s t e r l a n d s c h e - p o l d e r , berdykt in 166j . Hij J*oe‘“e
in 1666 en 168 2 , doch werd telkens beverscht, groot 220 bund. 77 v. r
56 v. eil. . , |
4° het overschot van de Ho o g e p l a a t , ten gevolge van het sluitea
der Garnalen-kreek, eerlang naauw met W olphaarsdijk verbonden.
Hieruit o n ts to n d in 1692 d e N i c u w e - S a b b i n g e - p o l d e r g ro o t ,
341 gern 268 v. r. Hij vloeide in 1 6 9 3 , maar werd ten zelfden jare
beverscht. Doch, bij den vloed van 1808 andermaal doorgebroken
bleef hij drijven tot 1821. Toen werd hij herdijkt, groot 129 bund.
84 v. r. 35 v. eil. „ ,
5° de in het westeD tot tegen de bouwvallen van Müden ot de F le t,
wederom aangegroeide schorren is , len jare 1 6 9 8 , de We s t k e r k e -
p ol de r bedijkt, groot 218 bund 71 v. r. 11 v. eil.
Do achttiende eeuw heeft geene nieuwe winsten geleverd ; wel , zoo
als bij den Heeren-polder, werd aangemerkt, nieuwe verliezen. Het
bleef echter bij deze n iet, want reeds in 1713 moest op den ^«>dPunt
van Nieuw-Sabbinge , eene inlage gelegd worden , van nagenoeg ¿06 v. r.,
welke ruim 50 gemeten inhield , die eenige jaren daarna , reeds in slik-
ken en schorren herschapen waren. In 1 7 5 1 , hadden er nieuwe vallen
voor den gezegden Nieuw-Sabbinge-polder plaats. De voorgronden al-
daar waren, in drie jaren tijds, 14 tot 18 roeden ingekort, en de
peul was tot 6 | roeden van den dijk genaderd, zoodat men reeds net
plan voor eene nieuwe inlage vormde. Daar echter de verlandmg , m
Goenie, Hongersdijk , Mosselbank enz., merkbaar toenam , begon de
kracht van den stroom ook hier af te nemen , totdat hij in 1809 geheel
gesloten werd. Bjj de gcdurige kustenverandering, voldeden de uit-
wateringsluizen ook niet meer aan de behoefte. In 1737 werd dus eene
zware steenen sluis en groote kom met twee steenen heulen gelegd , voor
de Nieuw-Sabbinge-, Westerland-en Westkerke polders , voor welke een