ondersle of Offioierskamer is eene yzeren kagchcl, waarvan eene horizontale
buis den rook in den schoorsteen voert. Bovcn uit de kngchel
gaat eene bnis opwaarts tot voorlleiding der verhitte lucht, eerst door
het oliemagazijn , waar de olievaten staan , zijnde onrniddellijk boven
de Oflicierskaraer , voörts door de wachterskamer , welke onrniddellijk
onder den koepel of lantaarn is , waar deze warmtebuis even boven
den grond eindigt in eenen groolen koperen ronden bol , uit welken
drie koperen buizen voortkoiuen , uitloopeiide in eene andere koperen
bnis, welke een weinig onder de oliehouders der benedenste rij lampen
henen gaat, juist onder elke lamp z\jn in deze bnis kleine öpeningen ,
waar door de" verhitte lucht, tegen de oliehouders uitstroomende , de
olie vloeibaar houdt. De wärmte door de onderste lampen aangevoerd,
is voldoende om het zelfde uitwerksel bij de bovenste te weeg te bren-
gen. Boven op den koepel is een windwijzer in de gedaante van een
p ijl, en boven op de spil een massief glazen afgestompte kegel, waar-
van de bcdoeling is , het inslaan van den bliksem af te weren.
Het Raadhuis, staande omtrent in het midden van de grootste straat,
heeft een arduinsleenen fronlespice op pilaren rüstende , en daarin
een uiirwerk.
W bstkapellb is de geboorteplaals van den G o d g e l e e r d e Mattheirs
G a lB n d s , geb. om'streeks 1828 t 18 September 1873 , na tevens de
welsprekcndheid en de Latjjnsche dichtkunst te hebbeu beoefend.
Den 4 Julij 1 2 8 3 landde het leger der Vlaamsche Gravin M a rg a r e th a
onder aanvoering vau hären zoon G o t van D am p ie r r b te Westkapelle,
geen vijand duchtende, doch naauwelijks was de vijand geland of
F l o r is de Voogtl, Breeder van Koning W il l em , die met eene krijgs-
magt van Holländers en Zeeuwen achter de duinen gelegerd was,
greep hen aan. De Vlamingen verrast en verlegen , werden ten eene-
male geslagen. De slagting was vreesselijk. Die niet door het zwaard
omkwamen, poogden vruchteloos honne schepen te bereiken, en von-
den den dood in de zee , of zij vielen den overwinnaars in handen ,
en werden uitgesGhnd en krijgsgevangen. De beide zonen van M argar
e t h a werden, als getuigen der behaalde zege, in krijgsgevangen-
schap , weggevoerd. Het getal der gevangenen was zoo groot , dat
zij , hij geheele boopen , oft scapen waren , zeggen de tijdgenooten ,
werden weggevoerd.
Den 24 Julij 1491 werd de stad door die van Sluis in Viaanderen
geheel uilgeplunderd en verbrand.
ln het jaar 1 7 7 3 heeft hier een heilloos oproer gewoed. Aanlei-
ding daartoe had gegeven , een nieuw ingevoerde belasting op de lan-
derijen , welke ,vele landzaten in het harnas joeg , en ’s Lands Sta-
ten noodzaakte tot het afkondigen eener waarschuwing, die, onder
andere , te W bstkapellb door eenige wargeesten werd afgescheurd ; welke
vervolgens , naast de overblijfsels van het bevelschrift, een naamloos ge-
schrift plakten , opgevuld met allerlei hatelijke en oproerige uitdruk-
kingen , tot verachting der plakkaten. Dit gepaard bij de onrust der
geinoederen , welke bij die van W estkapeiir werd bespeurd , bewoog
de Statcn van Zeeland uit de bezettingen van Vlissingen en Vere,
180 man derwaarts te zenden. De Generaal Majoor Baron van D o p e f
voerde het bevel over het krijgsvolk , zoo hier als in hjet geheele eiland.
De schrik voor de gewapende magt herstelde de rust, zoo niet in de
geinoederen , imrners in de opfinbare zamenleving. Van het dreigend
oproer, ter gelegenheid van den voorgenomen opbouw eener nieuwe
R. K. kerk, te Vlissingen, in 1 7 7 8 , door een groot gedeelle van het
eil. Walchercn ontstaan., en waaraan ook die van Westbapelle «ijkelijk
deel namen, lichben wjj op het art. Vlissingen uitvocrig verslag gedaan.
Nadat in bot jaar 1778 eene verbeterde Psalmberijming bij de Ne-
derduitsche HcrVormde kerk was ingevoerd, begonnen op soinmige
plaatsen de boeren zieh over het derven der bij hen hooggeschaLtc
Psalmberijming van Dathenus te beklagen , en het weder invoeren daar-
van te begeeren. Dan , allerbaldadigst woedde de geest van oproer
in 1779 te W estkapelle. De muitzucht, door dweeperij aangevuurd ,
en onder schijn van onregt te willen wreeken bekleed , beslond den
limmerman I J sbrand L einsb B orggraaf , die in het voorgaandc jaar
voor alloos uit do siede W estkafelle en haar grondgehied, gebannen
was, weder in te halen, de regeerders dwingende, om niet alleen
bet vonnis over dien banneling geslagen in te trekken , maar op nieuw
bij openbare afkondiging , te verklären, dat lijj vrijheid had als burger
daar te wonen , zijn beroep te hanleren , kost en schadeloos gehouden ,
en in zijn eerhersleld te worden. Op deze afgeperste verklaring volgde
eene stalelijke inhaling van den herstelden banneling , die te paard
gezeten, omsluwd door eene groole menigle te voel en te paard en
onder een luidruchtig geschreeuw, werd ingehaald. DeStaten van Zeeland
van dezen opstand kennis gekregen hebbende, vcrwijlden niet
bij zijne Hoogheid hnlp ter betooming van de hollende menigto te
verzoeken. Weldra verschcen er krijgsvolk uit Bergen op Zoom in
Walchercn, genoegzaain om met de bezettingen van Vlissingen en Vere
de muiters te beleugclen. Eenige belhatiicls werden er te Middelburg,
te Vlissingen, te Vere en te W estkapelee gevat. De Staten van Zeeland
gaven , bij ccue openbare afkondiging , reden van het inlrekken des
krijgsvolks en vernietigden op de zelfde wijzc , het gedano te W estkapelle
, den banneling op nieuw aan zijne ballingschap onderwerpende,
doch na de omwenleling van 1787 kwam deze oproermaker, die zieh
niet ver van daar onlhouden had, weder te W estkapelle terug. Zijne
aanhangers herhaalden in Junij van dat jaar, de rol in het jaar 1778
met hem gespeeld. Even alstoen noodzaakten zij de regering, om hem
in zijne eere te herstellen. Hij werd daarop , als oud marlelaar der
goede zaak , met luidruchtige slaatsie, het dorp ingevoerd. De schade-
vergoeding, welke hij vorderde , was niet. minder dan 13,000 gulden.
Een cisch, hem toegestaan , en van welken 9000 gulden door of van wege
den Heer van W estkapelle en 6000 door de twee Burgemeesteren , uit
hunne eigen beurs, moesten betaald worden.
Het wapen van W estkapellb is een veld van azuur , met drie naast
elkander staande bürgten van zilver, met oppertransen van goud.
WESTKAPELLE (HET SLOT-TE-), voorm. kast. op het eil. Wal
cheren, prov. Zeeland, distr., arr. en 2^ u. W. N. W. van Middel-
burg , 3 u. N. W. van Vlissingen, gem. W estkapelle-Binnen-en- Bui ten-
en-Sir-Poppekerke, onrniddellijk ten Z. van Westkapelle.
Ter plaalse, waar het gestaan heeft, ziel men thans bouwland. De
daartoe . behoord hebbende gronden , eene oppcrvlakte beslaande van
ongeveer 18 bund., worden.in cigendom bezeten door ondcrscheidene
ingezetenen van Westkapelle.
WESTKAPELLE-B1NNEN, voorm. afzonderlijke licerl. op het eil.
Walcheren , prov. Zeeland, disl. en arr. Middelburg, kant. Vlissingen,
gem. Wesllcappelle-Binnen-en-Buiten-en-Sir-Poppekerke, en thans een
gcdeelte van de heerl. Westkapelle uitmakende; palende N. aan Wesl-
kapelle-Buiten , O. aan Sir Poppekerke, Z. aan Westkapelie-Buiten ,
W. aan Boudewijnskerke en Weslkapelle-Builen.