De heerlijkheid W a a r d e n b u r g , vroeger H ie r n genoemd, heeft ¡¡r-
ter hären tcgenwoordigen niRim ontleend van het kasteel van dien-
naam; zij had altijd de zelfde bezitters als Ne e r - l J n e n . Zekere-
F r e t h e b o l d u s schonk, in bet jaar 9 9 7 , onder anderen den Hof
H e r o aan de kerk van Utrecht, welke plaats vermoedelijk H ie r n
geweest is. De Graven van Gelderland bezaten Jiaderhand H ie r n in
eigendom, en O t t o gaf, in 1263, dat goed , benevens Op- IJnen en
TV e e r - I J n e n , aan Heer R u d o l f C o ck , ßidder , die daar legen aan
den Graaf opdroeg hei hnis en de goederen van Renoy, en verlof ont-
ving, om op den berg le H ie r n een huis te timinercn , dat tegenwoor-
dig W a a r d e n b u r g genoemd is. Zijn ondste zoon, Heer R u d o l f C ock ,
Ridder, wordt verscheidene malen, van 1263 to t.1298, gemeld; onder
anderen nam hij in 1287 de tienden van H ie r n in pacht, van;
het kapiltel van St. . Ian le Utrecht. Volgens sommigen ätierf hij kinder-
loos , en zijn broeder , H e n d r ik C o c k , erfde van hem. Deze werd In-
den slag van Woeringen gevangeq genomen en rnoest , om geslaakt
te worden, in 1288, voor drie mark, nit goederen te H ie r n gelegen,
zieh leenman van den Graaf van Gnlick verklären. Hij stierfin 1313
en van hem meent men , dat de onderschcidene takken van C ock , als
W a a r d e n b u r g , H a e f t e n , I s en d o o r n , H e m e r t , O p i j n e n , D e l w i j n e n , N e e r -
i j n e n , B r a c h e m , B e e s t en R e n o y enz. gesproten zijn; terwijl anderen
die van hovengemelden Heer R o d o l f doen afstammen. Heer G e r h a r d
C o c k , Heer van W a a r d e n b o r g , Ridder, wordt meermalen genoemd
van 1317—1336; hij stierf in 1339, doch men kan met geen zeker-
heid zeggen of hij een zoon van R o d o l f of van H e n d r ik was, terwijl
sommigen nog een J o ra n tnsschen beide plaatsen. Zijn zoon, Heer
J o ba n v a n W a a r d e n b u r g , is in de geschiedenis bekend ; zijne dood wordt
op 1560 gesteld , ten ininste in 1370 werden in de kerk van Neer-IJne»
dienslen voor hem gesticht. Hij had het Erl hofmeestersambt van Gelderland
van zijnen neef, Heer J acob v a n M ie r l a a r , Ridder, geerfd ;
zijn zoon , Heer G é r a r d , Ridder, voigde hem op. Deze had geen
zoon bij zijne vrouw A nna v a n C u l e n b o r g , maar alleen eene dochter,
getrouwd met Heer W i l l em van B r o e k h u i s e n , Ridder , waarom hij van
Hertog W i l l e m , in 1397, de vergunning onlving , dat na zijne dood
J ohan van B ro ek h ü t s en , ondsten zoon van zijne dochter, den naam en
het wapen van W a a r d e n b u r g mögt aannemen en voeren. Deze vergun-
ning-is duhbel merkwaardig ; doordien de Hertog zieh aanmatigde,
naam en wapens te veränderen, betwelk alleen tot de keizerlijke voor-
regten schijnt hehoord te hebben , en dat hij den ndarn en het wapen
gaf van een geslacht, dat nog werkelijk in wezen was, want Heer Gér
a r d had eenen broeder, Z w e d e r genaamd, die toen nog leefde en
hinderen nagelaten heeft. Deze J oha n van B r o e k h u i s e n werd na zijns
grootvaders dood, in 1410 beleend, en hij voerde altijd parti de
B r o e k h u iz e n et de W a a r d e n bu r g (een gedceld schild , de eene helft het wapen
van B r o e k h u i s e n , de andere van W a a r d e n b u r g ) . Zijn zoon, Heer G e r r
i t van B r o e k h u i s e n , werd in 1442 verleid , diens slerfjaar is onhekend ,
maar zijn zoon J ohan wordt in 1434 als Heer van W a a r d e n b u r g gemeld.
Deze stierf in 1470 en zijn minderjarige zoon G e r h a r d werd , onder hul-
derschap van zijnen stiefvader, Heer G e r h a r d v an V l o d o r p , door den
aartsberlog M a ü im il ia a n , in 1480 beleend, di,e den 14 Mei 1481 W a a r d
e n b u r g , wegens de twee dorpen H ie r n en Nee r i j n e n tot eene hooge
heerlijkheid , met regt van galg en p nt, verhiel. G e r h a r d stierf kin-
derloos en zijne zoster W a l r a v k , getrouwd met O t t o v an A r k e l ,
Heer mn Jleiikeliim, erfde z\jne goederen en ten hären behoeve
hevestigde F i l i p s , Iioning van Castillie, in 1304 , de oprigting van W a a h -
d e n b u r g tot eene hooge heerlijkheid. Haar zoon W a l r a v e » v a n A r k e l
werd in 1514 dqor Hertog K a r e l beleend. Hij viel naderhaud in
's Hertogs ongenade, maar b\j eene verzoening, den 23 Augustus 152S'
gedagteekend , ontving hij wederom alle breuken , wapen en scliouwing,
voorts alle regten en Privilegien , uitgezonderd lijfgoed en klokkenslag ,
tot wederópzeggens toe te gebruiken. Dit was van körten duur , want
den 21 Augustus van het volgendo jaar werd hij genoodzaakl aan zijnen
broeder G e r r i t v a n A r k e l op te dragen W a a r d e n b u r g , met het dagelijks
gerigt, Av ime r z o d e n , met hoog en laag gerigt en de tienden van
Ros s em D r i e l en / / e rwa a r d e n , onder voorwaarde , dat W a a r -
d e n r u r g altijd aan den regten stam versterven zou , en niet mögt verbragt
worden. Eindelijk verzoende W a l r a v e n zieh ten volle uiet den
vergramden Hertog , en nam zelfs diens bastaard dochter C a t r a u in a ten
huwelijk. Volgens de huwelijksche voorwaarden van 13 Junij 1534,
kwam hij weder in het bezitder hoo'ge heerlijkheid, en werddaarmedc beleend.
Maar na den dood van Hertog K a b e l , ontstond deswege ver-
schil tusschen de stad Bommel en den Heer van W a a r d e n b u r g ; de
laudschap vonnisde , den 29 Junij 1538, dat in den Tielerwaard
niet meer dan twee banken moesten zijn ; dat das de bank van W a a r d
e n b u r g afgeschaft zou worden )s maar dat de Heer behouden zal de
visscherij , de breuken en alle onde geregtigheden.
Naderhand in 1433 en 1564 , deden de Heeren van W a a r d e n b u r g
vruchtelooze pogingen , bij Keizer K a r e l en Koning F i l i p s , om het
regt van hooge heerlijkheid weder le bekomen. K a r e l , zoon van
W a l r a v e n van A r k e l , werd in 1557 , met W a a r d e n b o Kg en N ee r i j nen
beleend. Hij stierf in 1580 kinderloos en de heerlijkheden kwamen
aan M a r i a dochter van zijnen oudslen broeder, O t t o v a n A r k e l ,
en na haar overlijden , in 1595 , aan bare tante, zuster van O t t o
en K a r e l , te weten aan E l i s a b e t h v a n A r k e l , vrouw van T h oma s v an
T h ib n n e s . Haar zoon, ook T h om a s genaamd , verkocht die aan J o ha n
V i j g h . Sedert dien tijd zijn die goederen door koop meermalen van
eigenaar veranderd, en beboorden in de laatste helft der vorige eeuw
aan H o b o Baron v a n A y l v a , Generaal der Infanterie en Gouverneur
van Maastricht, in wiens geslacbt zij tot nu toe verbleven zijn, zijnde
thans Heer van W a a b d e n b u b g de Heer H a n s W i l l e m Baron van A y l v a
v a n P a l l a n d t , woonachtig le Neer-IJnen.
Het dorp W a a b d e n b u b g , W e e r d b n b u b g of W e b d e n b u b g , vroeger H ie r n
genoemd, ligt 3£ u. Z. W. van T ie l, l j u. Z. van Geldermalsen
aan den Waaldijk. De huizen liggen er verspreid. De kerk is een
net gebouw , met eenen toren en van een orgel voorzien."
Men heeft er nog het óude kast. W a a r d e n b u r g , zie het volgende
art., en bet adell. h. S c h u i l k e r k , zie dat art.
Er zijn twee jaarmarkten, de eene Woensdag na Pinkstercn, de
tweede den 22 September. De kermis valt mede in Woensdag na
Pinksteren.
Bij de overstrooming van Januarij 1809 heeft dit d. veel te lijden gehad.
Den 15 dier maand ontving men er berigt, dat er te Locneu eene door-
braak gevallen was , welke gebeurtenis dadelijk door het luiden der
klok werd bekend gemaakt en eene algeineene ontsteltenis veroorzaakte.
Elk sloeg das banden aan bet werk , om zieh zelven en zijn vee , in
tijd van nood, te kunnen redden. Op den volgenden Zondag en dus
een week daarna stond er nog maar een zeer läge vloed op de vel-
den, zoo dat velen in bet denkbeeid kwamen , dat bij niet hoog zoude